Menu

Basis

‘Voor mij is geluk…’

Pastorale overwegingen bij Liedboek 783

[…]*

ALIDA GROENEVELD
Mw. drs. A. Groeneveld was van 1996 tot 2016 gemeentepredikant; eerst in de Evangelisch-Lutherse Gemeente Naarden-Bussum en daarna in de Protestantse Gemeente Weesp & Driemond. Sinds 2016 is zij als parttime predikant-geestelijk verzorger verbonden aan ’s Heeren Loo Zorggroep. Haar werkterrein beslaat de bewoners met een verstandelijke handicap op het Zorgpark in Ermelo en de jongeren met een licht verstandelijke handicap en gedragsproblematiek die verblijven op het orthopedagogisch behandelcentrum Groot Emaus. Ze is daarnaast interim-predikant en begeleidt op aanvraag gemeenten in overgangssituaties en veranderingsprocessen.

Wat is geluk?

Wat is geluk? Alleen al deze vraag stellen in een pastorale setting, kan een keur aan antwoorden opleveren. Gelukkig ben je als je een dak boven je hoofd hebt, als je veilig bent. Gelukkig ben je als die langgekoesterde wens van een reis naar een ver land werkelijkheid is geworden. Met je partner, kinderen en kleinkinderen wellicht – ook dat kan een gevoel van geluk geven. Geluk en gelukkig zijn, kan een combinatie zijn van materiële en immateriële zaken.

Onbezorgdheid

Geluk heeft ook iets van onbezorgd zijn in zich. Wat een geluk kun je ervaren als je gaat wandelen en onderweg bijzondere ontmoetingen hebt. Of je treft een kraan als je waterflesje leeg is. Er valt je van alles toe, zomaar. Ik lees dit in strofe 1: ‘de wind om je oren, de zon in de lucht.’ Deze strofe heeft ook een vraag in zich: ‘de stilte te horen om zo te ontdekken hoe het ooit was.’ Is het een verwijzing naar de schepping, waarvan God iedere dag zegt dat het ‘goed’ is? Anders gezegd: is God gelukkig met de schepping?

Het grote geluk

Met ‘het grote geluk’ bedoel ik de wereld om ons heen, ruimer dan onze eigen leefwereld. Wat zou het mooi zijn als er geen ruzie en onenigheid meer is, als geschillen tussen landen zijn opgelost en oorlogsdreiging is verdwenen. Tegelijkertijd is onze werkelijkheid zo anders. Het gevoel van machteloosheid kan ook goed in een pastoraal gesprek aan de orde komen. Zo kun je met het begrip ‘geluk’ pendelen tussen de publieke en de privé wereld.

Belevingswereld

Niet iedereen is in staat onderscheid te maken tussen deze twee werelden. Bij mensen met een ernstige verstandelijke handicap kan sprake zijn van een belevingswereld die heel dichtbij en concreet is. Dat lees ik in strofe 2: ‘geluk is mijn huisdier te strelen.’ Zo alledaags gewoon kan het leven zijn dat je gelukkig maakt. Wat is het mooi om te zien dat een geurende bloem, of de zachte vacht van een dier zo van waarde kunnen zijn.

Liefde

In strofe 3 komt de publieke wereld expliciet terug: vrede maken, ruzies staken en stoppen met strijd. Zo’n opsomming kan je moedeloos en ongelukkig maken. De laatste zin ondervangt een terneergeslagen sfeer. Dit geldt altijd en overal en voor iedereen: om liefde te geven, nu en altijd. Daaraan zijn geen beperkingen gesteld. Zo eindig je met hoop en geluk, een verlangen van velen.

*In het fysieke exemplaar van dit tijdschrift is de tekst van Liedboek 783 integraal opgenomen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken