Menu

Premium

Waar en niet waar

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Johannes 18,1-19,42

Pilatus was al vroeg op en zat in zijn werkkamer. Hij had nog veel te doen. Er waren brieven gekomen uit Rome. Ontevreden brieven van de keizer: ‘Van de Goddelijke Keizer aan Pilatus. Waarom, o Pilatus, hoor ik toch zo veel over herrie in Jeruzalem? Is het waar, dat er groepen mensen schreeuwend door de straten lopen te demonstreren? Dat kunnen we niet hebben, Pilatus. Jij bent de stadhouder. Dus moet je zorgen dat het er rustig blijft. Gegroet!’

Zuchtend begon Pilatus aan een brief terug: ‘Van Pilatus aan de Goddelijke Keizer in Rome. Wat u hebt gehoord is waar en niet waar. Het is maar hoe je het bekijkt. De mensen hier zijn opvliegend. En dan lijkt het al gauw heel wat, als ze in een groep staan ruzie te maken en te schreeuwen op straat. Maar goed, ik zorg dat het rustig blijft. Gegroet!’

Toen de brief net af was, werd het toch een herrie onder het raam van Pilatus! Pilatus stak zijn hoofd naar buiten. Het was een groep priesters van de tempel. Ze hadden een man bij zich, vastgebonden, met gescheurde kleren en bloed aan zijn hoofd. Ze zagen Pilatus uit het raam hangen en begonnen te schreeuwen: ‘Deze terrorist beweert dat hij onze koning is. Je moet hem doodmaken, Pilatus. We komen niet bij je binnen, dat mag niet van ons geloof. Maar hier heb je hem!’ Ze duwden de deur open en smeten hem bij Pilatus in de gang.

Pilatus ging naar de man toe die nu in zijn gang lag. ‘Is het waar wat ze daar buiten zeggen? Dat je zogezegd koning bent?’

‘Nu u het zelf zegt,’ antwoordde de man, ‘jazeker. Elk mens is als een koning of koningin door God gemaakt. Zo mooi en belangrijk. Elk op een eigen manier. Ik dus ook. Het is dus waar!’

‘Dacht ik het niet,’ zei Pilatus. ‘Het is dus maar hoe je het bekijkt. Het is waar en niet waar.’

Pilatus had nu helemaal geen zin meer om de man te laten doden. Maar die priesters onder zijn raam bleven maar schreeuwen: ‘Maak hem dood. Leve de keizer!’ Met schrik dacht Pilatus opeens aan de brief van de keizer. Toen liet hij de man toch maar doodmaken. Voor de zekerheid.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken