Menu

Basis

‘Waarom wordt juist búiten de kerk goede muziek gemaakt?’

De Anglicaanse bisschop David Gitari (1938-2013) heeft veel betekend voor de ontwikkeling van een contextuele Anglicaanse liturgie in Kenia. Een portret van een gedreven mens.

Vanaf het moment dat David op de nog jonge leeftijd van 37 jaar leiding ging geven binnen de Anglicaanse Kerk van Kenia, stonden zijn persoon en aanpak voor een dynamische, missiologische verandering.

De jonge Gitari had een Bachelor of Arts aan de Universiteit van Nairobi en een Bachelor of Theology aan het King’s College in Oxford op zak en was een begaafd charismatisch en evangelisch prediker.

Toen hij in 1975 tot eerste bisschop van het nieuw opgerichte bisdom Mount Kenya East werd verkozen, was hij secretaris-generaal van het Bijbelgenootschap van Kenia. Een optimistisch mens en geen dag was saai met deze man die elke dag het maximaal haalbare wilde bereiken. Hij werd gedreven door de lijfspreuk: ‘Men moet de dag vullen met leven, en niet het leven met dagen.’ Kwaliteit kwam bij hem boven kwantiteit en hij hekelde het lot van mannen en vrouwen die met hun talenten meer hadden kunnen bijdragen aan de mensheid, maar dat niet deden.

Transformatie

De nodige transformatie in het zendingswerk die hij onophoudelijk benadrukte, ging niet zonder slag of stoot. De invloed van het piëtistische zendingsmodel van eindtijdverwachting was groot. De East African Revival Movement overspoelde met name de Anglicaanse en Presbyteriaanse kerken met de gedachte dat het boven alles gaat om de voorbereiding op de hemel en de noodzaak van paraat zijn voor de wederkomst van Christus. Dit type vroomheid was zo sterk aanwezig, dat de kerk een nieuwkomer als David Gitari nodig had om de kerkleden tot een actieve levenshouding juist ook in hun eigen omgeving te bewegen.

Holistisch model

De nieuwe bisschop baseerde zijn bediening op Lukas 2:52, het holistische viervoudige ‘ontwikkelingsmodel’ van Jezus: wijsheid (intellect), gestalte (fysiek), gunst bij de mensen (sociaal) en gunst bij God (geestelijk). De departementen die hij instelde als pijlers van het werk in zijn bisdom, waren alle dienstbaar aan deze holistische, integrale missie.

Daarnaast beïnvloedde hij de hele Anglicaanse Provincie met zijn gedurfde ideeën en zijn onbevreesde preken waarin hij de wandaden van de overheid aan de kaak stelde, vooral met betrekking tot de flagrante onregelmatigheden bij de verkiezingen.

Preektijger

David Gitari viel op als prediker. Zijn uiteenzettende manier van preken maakte hem populair bij vriend en vijand. Hij was zó populair dat mensen van andere kerkgenootschappen naar de dienst kwamen om hem te horen.

Sommigen vonden dat Gitari té uitgesproken was en zij adviseerden de president om hem aan te pakken. De president antwoordde: ‘Laat de bisschop spreken.’ Deze zin werd later de titel van Gitari’s boek met de genoemde preken over het functioneren van de overheid.

De overheid toonde echter al snel onverdraagzaamheid jegens de bisschop door in april 1989 een inval te doen in zijn huis, waarbij de bisschop naar het dak moest klimmen om zich te kunnen beschermen tegen de plunderende inbrekers. Naar aanleiding hiervan stelde de president een onderzoekscommissie in. Het rapport werd nooit vrijgegeven, hoewel de bisschop dit herhaaldelijk eiste. Dit voorval belette Gitari echter niet, hij ging zelfs nog méér preken, in overeenstemming met het woord van Paulus om te preken ‘gelegen of ongelegen’.

Zoektocht naar inculturatie

Inculturatie duidt op een dialoog tussen geloof en cultuur. Het is de essentie van incarnatie, zoals Paus Paulus II het graag zag. Inculturatie waardeert en handhaaft de culturele context van de gemeenschap waarin de boodschap van het evangelie wordt gebracht. In essentie wordt het concept van cultureel relativisme verdedigd, in tegenstelling tot cultureel etnocentrisme of cultureel snobisme.

De rooms-katholieke kerk was al bezig met het idee van inculturatie voordat enige protestantse kerk het oppikte. De grote katholieke theoloog Karl Rahner ging zelfs zo ver om Afrikanen (voor de komst van het christendom) als ‘anonieme christenen’ te beschouwen, in de overtuiging dat Gods reddende genade beschikbaar is voor iedereen, zelfs als we ons niet bewust zijn van de beschikbaarheid van deze genade.

Oecumene in praktijk

Bisschop Gitari bracht de oecumene in praktijk. Hij was lid van de befaamde ARCIC II-commissie (Anglican-Roman Catholic International Commission), die punten van mogelijke interactie en overeenstemming tussen de twee kerken besprak. Het is niet met zekerheid te zeggen, maar deze commissie zou de oorsprong kunnen zijn van Gitari’s streven naar inculturatie van de liturgie in de Anglicaanse Kerk van Kenia.

Hij streefde hiernaar in een kerk die de westerse stijl van eredienst had overgenomen, zowel in de liturgie als in het zingen. De Anglicaanse kerk gebruikte de vertaalde Engelse versies van Cranmers Book of Common Prayer uit 1662, vergezeld van de vertaalde versies van het liedboek Hymns Ancient and Modern. Hoewel hij slechts een ‘gewone bisschop’ was – van 1975 tot 1990 van het bisdom Mount Kenya East, en vervolgens tot 1997 van het bisdom Kirinyaga – had Gitari veel invloed in de Anglicaanse Provincie van Kenia vanwege zijn kennis en dynamische leiderschap. Hij gaf leiding aan de ‘Raad voor theologie en liturgie’, die zowel theologische als liturgische zaken vorm gaf.

Liturgische vernieuwing

In de jaren 1980 begon Gitari op vergaderingen over liturgische vernieuwing binnen de kerk te spreken. De eerste resultaten waren niet hoopgevend. Sommige van de teksten die werden gepresenteerd waren nog minder ‘cultureel aansluitend’ dan de teksten die voorhanden waren.

Er werden meer bijeenkomsten georganiseerd en schrijftaken verdeeld. Het was een moeizame onderneming, maar bisschop Gitari was vastbesloten: het moest slagen. Het is interessant dat in 1989 de toenmalige Anglicaanse zendingswerker Graham Kings (die lesgaf op het St. Andrew’s Institute in Kenia) heeft geholpen om samen met een team van geestelijken en studenten een eerste ontwerp van een cultureel ingebedde liturgie voor het Heilig Avondmaal op te stellen. Deze versie werd herhaaldelijk herzien en bijgewerkt en uiteindelijk gepubliceerd.

Het werd wereldwijd geprezen als voorbeeld van liturgische contextualisering en in 1998 werd het gebruikt in de openingsdienst van de Lambeth Conferentie in Kent (Engeland). Tegen die tijd was David Gitari verkozen als de derde aartsbisschop van Kenia (in 1997).

In de genoemde avondmaalsliturgie werd een traditionele Turkana vervloeking getransformeerd naar een zegen. De Turkana stuurden hiermee al hun problemen en moeilijkheden met een armbeweging naar hun buren. In deze ‘hertaalde’ zegen brengt de gemeente de problemen en het werk van de duivel met een armbeweging bij het kruis. Dat gebeurt drie keer. Bij de laatste uitroep gaat de arm omhoog: ‘Onze verwachting is van de opgestane Heer.’

Voorganger: Al onze problemen
Allen: We sturen ze naar het kruis! Al onze moeilijkheden…
We sturen ze naar het kruis! Alle werken van de duivel …
We sturen ze naar het kruis! Alles waar we op hopen …
Onze verwachting is van de Opgestane Heer!

Liedboek

Ook gaf Gitari begin jaren negentig als bisschop van Kirinyaga, de opdracht om een geïncultureerd liedboek samen te stellen voor gebruik in het bisdom. Het was hem opgevallen dat wanneer hij een parochie bezocht dat hij altijd werd begroet met prachtige, cultureel en Afro-pentecostaal levendige muziek en dans. Maar zodra de dienst in de kerk begon, werd het saai, omdat de westerse gezangen niet levendig waren, in tegenstelling tot de lokaal gecomponeerde liederen.

Hij vroeg zich af: ‘ Waarom moet al die goede muziek buiten de kerk worden beleefd in plaats van binnenin de kerk?’ Daarop ging de muziekcommissie aan het werk en in 1994 kwam het Kikuyu-liedboek uit, Nyimbo Cia Gucanjamura Ngoro (‘liederen om onze harten te verheffen in lofprijzing’). Een mix van liederen met invloed vanuit de cultuur, de pinksterkerken, het neo-katholicisme en daarnaast cross-culturele mengvormen en frisse composities.

Gebedenboek

Na de publicatie van A Kenyan Service of Holy Communion volgden liturgieën voor andere diensten, zoals de ochtend-en avonddienst, en die voor een doopdienst en belijdenisdienst (vormsel). Het werd een lang traject en uiteindelijk verscheen in 2002 het complete gebedenboek onder de titel Modern Services. Bisschop Gitari ging juist met emeritaat in deze periode. Over dit boek schreef Graham Kings:

‘Een baanbrekend voorbeeld van Afrikaanse liturgische vernieuwing en een geschenk voor de hele Anglicaanse gemeenschap. Dit nieuwe gebedenboek is geworteld in bijbelse, Afrikaanse en Anglicaanse tradities, staat open voor contextuele inzichten, is levendig in zijn metaforen en heerlijk verrassend in zijn scala aan diensten.’

David Gitari overleed september 2013 op 76-jarige leeftijd. Zijn autobiografie, Troubled But Not Destroyed, lag op dat moment bij de uitgever. Het boek verscheen een jaar later.

Vertaald uit het Engels door Jaap Haasnoot

Rev. Joyce Karuri is actief binnen de Anglicaanse kerk in Kenia. Zij was redacteur van het Modern Services-gebedenboek en van verschillende andere liturgische publicaties in Kenia.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken