Menu

Basis

Wachten als overlevingskunst

Veertig dagen verbleef Jezus in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. De Russische schilder Ivan Kramskoj toont Jezus tijdens die beproeving. Hongerig, vermoeid, verwilderd.

De schrijver Lev Tolstoj kende geen beter schilderij van Jezus, terwijl een collega me ooit bekende dat hij er bang van werd: Christus in de woestijn, ook wel Christus in de wildernis genoemd. Meerdere jaren werkte schilder en kunstcriticus Ivan Kramskoj eraan. In 1872 voltooide hij het doek. Kramskoj had een goed ontwikkeld oog voor het wel en wee van mensen en dit werk is daarvan een treffend voorbeeld. Het presenteert Jezus tijdens zijn beproeving in de woestijn, zoals beschreven door Marcus, Matteüs en Lucas in hun evangeliën. Marcus is het kortst van stof: slechts twee verzen heeft hij nodig om te vertellen wat Jezus doormaakt. Maar hij is de enige die vermeldt hoe Jezus met de wilde dieren leeft, die na het weerstaan van de Beproever (de Satan), worden vergezeld door de engelen die Jezus komen dienen. Waar de engelen de hogere vermogens van de mens verbeelden, symboliseren de wilde dieren de driften die zich uitleven als een mens aan zichzelf en aan de tergend langzaam verstrijkende tijd is overgeleverd. Op het schilderij zien we de dag aanbreken, maar deze morgenstond heeft slechts stof in de mond. Weer een nieuwe dag van uitputting, honger en wanhoop.

Afgesleten

Tja, de tijd. Volgens Marcus, Matteüs en Lucas werd Jezus door de Geest naar de woestijn gedreven. Kortom, God zelf heeft de hand in het verhaal, dus mag je rekenen op een happy end. Maar het is de vraag of iemand die veertig dagen en veertig nachten heeft gevast zich daarvan nog bewust is, ook al is hij Gods Zoon zelf. Zo iemand is overgeleverd aan de wilde dieren in zijn binnenste. De schrijver Ivan Gontsjarov, die een essay schreef over Kramskojs Christus, heeft dit goed gezien. Volgens hem heeft de ineengedoken gestalte van Christus ‘niets plechtigs, heroïsch, glorieus’, doordat hij gebukt gaat onder de strijd van geest en vlees die in zijn binnenste woedt. Hij draagt een blauw bovenkleed en een rood onderkleed, wat van zijn dubbele natuur (God en mens) getuigt. Maar beide kledingstukken zijn als gevolg van die innerlijke strijd vervuild en versleten. God lijkt in deze toestand een afgesleten woord geworden, terwijl Jezus zich als mens verscheurd voelt.

Volhouden

Maar het is niet de houding of de kleding van Jezus die de aandacht naar zich toetrekt, het is zijn oogopslag. Wat zegt die duistere, verwilderde blik? Het lijkt de uitdrukking te zijn van een innerlijk drama, maar van welke scène daaruit? Is hij in tweestrijd met de Beproever, die de wilde dieren in hem opjut? Of is hij, afgemat en hongerig, nog in afwachting van zijn tegenspeler? ‘Wie op de ander wacht, voelt zich de ondergeschikte’, zegt de filosoof Rüdiger Safranski. Een vernederend, oneindig, onmenselijk, verschrikkelijk wachten waarvan het einde nog niet in zicht is. Dat is beproeving: niet weten of er een happy end is en toch volhouden, totdat dieren en engelen zich in jou verzoend hebben. Als wachten een kunst is, dan is het in dit geval overlevingskunst.

Victor Bulthuis is priester en publicist.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken