Menu

Basis

Wachten op de Messias

In deze rubriek komen (chassidisch) joodse parabels en wijsheden, sprookjes en legenden aan de orde die vaak bijzondere levenslessen bevatten. Goochem is een leenwoord uit het Jiddisch: slim, geslepen. Verwant aan de Hebreeuwse woorden chacham (wijs mens) en chochmah (wijsheid).
Logo rubriek Goochem
(bn.; -er, -st) (inform.) ‘slim, gewiekst’: een goocheme kerel. Ontleend aan Jidd. < Hebr. hāhām ('wijs')

Het gerucht dat de Messias zal verschijnen bereikt de inwoners van Chelm, de stad der dwazen. Maar ze vrezen dat de beloofde redder hun stad zal passeren zonder dat ook maar één Chelmiet het merkt. Omdat schlemielen en schlemazzels – mensen met weinig verstand en weinig geluk – altijd aan het kortste eind trekken, zal deze pech hen waarschijnlijk niet bespaard blijven.

Daarom besluit de Raad van Wijze Mannen om Froim Grejdinger als wachter op de stadsmuren aan te stellen. Hij zal op de uitkijk staan om de Messias te spotten, wanneer hij in de buurt van Chelm komt. Voor elke week dat Froim vanaf zijn uitkijkpost alle passanten in de gaten houdt, zal hij tien zlotys ontvangen. Na zes weken achtereen zijn taak met grote inzet te hebben vervuld, bedenkt Froim ineens dat zijn loon van tien zlotys per week veel te weinig is om vrouw en kinderen mee te onderhouden. Hij vraagt om salarisverhoging. De voorzitter van de raad, rabbi Eliëzer Ezel, wikt en weegt diens begrijpelijke verzoek. De rabbi weet dat de nagenoeg lege schatkist van Chelm weinig mogelijkheden biedt. Maar hij wil de wachter ook enig perspectief voor de toekomst bieden. ‘Het klopt dat tien zlotys per week eigenlijk veel te weinig zijn om een heel gezin van te onderhouden’, zegt rabbi Ezel. ‘Maar Froim, je moet ook bedenken: wachten op de Messias betekent een vaste aanstelling.’

Wachten op de Messias betekent een vaste aanstelling…

Commentaar

Bijna elk land in Europa heeft een plaats waar volgens lokale volksverhalen alleen maar domkoppen wonen. In Nederland geldt dat voor de stad Kampen, in België spreekt men dan over Olen en in Duitsland over Schilda. In Joodse kring is Chelm – een werkelijk bestaande plaats in Oost Polen – beroemd om haar dwaze inwoners. Maar wat Chelm anders maakt dan andere gekkensteden is haar overlevingskunst, het creatief omgaan met en lachen om alle wisselvalligheden in het leven. Zelfspot, geen lachlust om anderen. In dit Chelmitische verhaaltje vallen een paar thema’s op.

Ten eerste het thema van eeuwige pech. God is bij het begin van de schepping vergeten om de Chelmieten verstand en geluk te schenken. En als men daarna steeds opnieuw van alles misloopt in Chelm, dan zal óók de Messias, wanneer die op aarde arriveert, haast vanzelfsprekend aan hun stadspoort voorbijgaan. De inwoners van Chelm worden immers altijd vergeten. De eeuwige pechvogel kan zijn lot niet ontlopen. Hoewel? Het is misschien een ontsnappingspoging waard en dat gebeurt dan ook!

Het tweede thema is armoede. De Raad van Wijze Mannen in Chelm beloven hun dienaren bitter weinig, maar het zeer karige inkomen is in elk geval op vaste basis. Oftewel: standaard te weinig. In die zin is dit verhaaltje ook een vorm van sociale satire, van impliciete kritiek op leiders die vooral goed voor zichzelf zorgen en minder oog hebben voor de noden van het gewone volk. Het derde thema is theologisch van aard en verreweg het meest interessant, nl. wachten op de Messias. Is dat wachten tot Sint Juttemis? Want dat kan eindeloos lang duren. De Beloofde Redder verbergt zich nog steeds.

Zolang de Messias uitblijft, kunnen we begaanbare wegen aanleggen en kuilen dichten…

En God laat zich zelden of nooit zien en lijkt niet (meer) in deze wereld in te grijpen. Dat is een van de grootste vragen van gelovigen, twijfelaars én ongelovigen. De filosoof Friedrich Nietzsche trok op basis daarvan deze conclusie: God is dood en wij mensen hebben hem vermoord. Dat is heel wat anders dan de stelling: God bestaat niet. Want in de ogen van Nietzsche heeft God ooit geleefd. En dus zou Hij – in theorie – ook weer uit de dood kunnen opstaan.

Het wachten op de Messias is, net als het nietingrijpen van God, van andere aard dan zijn totale afwezigheid. Heeft God zich helemaal uit deze wereld teruggetrokken of is Hij verborgen aanwezig? We moeten geduldig wachten, blijven uitzien naar de komst van de Messias zoals bij een ‘vaste betrekking’. Intussen moeten we allerlei valse Messiassen en zogenaamde bevrijders ontmaskeren. Zolang de ware Messias uitblijft, kunnen we intussen begaanbare wegen aanleggen en kuilen dichten om hem straks te verwelkomen. Die dwaze wijsheid hebben ze in Chelm goed begrepen. De Chelmer ‘naronim’ (dwazen) zijn in al hun onnozelheid voor even ‘chachomim’ (wijzen) geworden.

  • Kun je wel eens lachen om je eigen missers of falen? Waarom lukt dat wel of juist niet?
  • Zou jij het wachten op God (of de Messias) als dwaasheid of wijsheid karakteriseren? Waarom? En hoe zit dat bij jezelf?

Gottfrid van Eck is theoloog, verhalenverteller en muzikant. Gottfrid van Eck is een groot liefhebber van de joodse verhalen-traditie en geeft er persoonlijk commentaar op. Voor contact en info, zie: www.wilde-eendproducties.nl

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken