Menu

Basis

Worstelende zielen bijstaan

Als ouderling in gesprek over ethische vragen

Ethiek gaat over het goede leven. Over de goede beslissingen nemen bij wat zich in het leven voordoet. Bijbelse wijsheid en de geboden van God geven daarbij richting. Hoe kan de ouderling behulpzaam zijn bij het zoeken van die wijsheid en geboden?

Dr. T.T.J. Pleizier is universitair docent Praktische Theologie. Hij doceert de vakken pastoraat en prediking aan de Protestantse Theologische Universiteit te Groningen

Wie worstelt er nooit eens?

Premier Mark Rutte gaf een zeldzaam inkijkje in zijn ziel tijdens de persconferentie met nieuwe Corona-maatregelen op 21 april jl: ‘Ik heb ermee geworsteld’, zo zei hij. Het woord ‘worstelen’ roept wel herkenning op in het pastoraat. Mensen kunnen worstelen met diepe geloofsvragen of complexe levensvragen. Soms staan ze plotseling voor een ingewikkelde beslissing, lopen ze al heel lang met iets, of speelt ineens het geweten op. De mens die strijdt met wat groter is dan hij-/zij-zelf, maar waar die mens helemaal bij betrokken is. Denk aan het bijbelse verhaal over Jakob. Gevlucht voor zijn broer, moet hij zijn broer weer onder ogen komen. Op de grens van het beloofde land worstelde iemand met hem (Gen. 32:15). Een nachtelijke worsteling, en Jakob is alleen.

Hoe kun je nabij zijn in de ingewikkelde, soms netelige vragen van mensen?

De mens die het gevecht aangaat met moeilijke vragen, duistere geheimen, ingewikkelde besluiten, verwarde gevoelens. Wie kent dat niet? En als iedereen het kent, mag het er ook zijn en kunnen we er voor elkaar zijn. Niet zelden gaat het bij zo’n worsteling om de vraag ‘wat is in deze situatie het goede om te doen?’ Moet ik schoon schip maken, en hoe doe ik dat op een goede manier? Wat is in dit dilemma de goede keuze? Of met Jakob: wat is de goede weg vooruit, op de grens van het beloofde land? Een worsteling in de ziel is vaak eenzaam; het is moeilijk om er over te spreken.

Als ouderling heb je soms gesprekken met gemeenteleden waarin grote en kleine worstelingen aan de orde zijn. Hoe kun je een luisterend oor bieden? Hoe kun je nabij zijn in de ingewikkelde en soms netelige vragen die mensen kunnen bezighouden?

De ouderling als gesprekspartner

Nabij zijn in moeilijke vragen begint met nabij wíllen zijn, met beschikbaar durven zijn. Die beschikbaarheid moet vooral door de ander zo worden gevoeld. Iemand durft de pastor pas deelgenoot te maken van de worsteling van de ziel, als hij of zij het gevoel heeft dat het veilig is bij de pastor.

Veiligheid heeft te maken met het ambtsgeheim. Maar veiligheid heeft ook te maken met de emotionele ruimte die je ervaart. Je uitspreken, zonder dat je het gevoel hebt dat de ander er iets van vindt. Vragen op tafel kunnen leggen zonder dat er direct een oplossing wordt gepresenteerd of zonder dat er een oordeel wordt uitgesproken. Deze vorm van beschikbaarheid geeft mensen het gevoel dat niets raar is, dat elke vraag gesteld mag worden, dat elke worsteling mag worden gedeeld.

De pastor moet die ruimte willen en durven geven. Soms kan in het pastoraat de gedachte naar boven komen dat die ruimte vooral kan worden geboden door de predikant. De predikant komt immers van buiten. Heeft geen voorgeschiedenis in de gemeente en vertrekt na een aantal jaar weer. Dat lijkt voor de ouderling moeilijker te liggen. Die maakt tenslotte deel uit van de gemeenschap. Maar dat kan juist ook ongedachte mogelijkheden geven.

Een mens in verwarring verlangt naar het goede spoor en zoekt de weg van God

De ouderling kent familieverbanden, geschiedenissen en gevoeligheden. Is vaak al langer onderdeel van de gemeente en draagt daarmee ook veel verhalen van de gemeenschap bij zich. De ouderling kent daardoor veel kanten van verhalen, weet soms wat er door de generaties heen speelt, en is daardoor ook in staat om nuances te zien. De loyaliteit aan de gemeente is groot. Je weet van elkaar dat je het lang met elkaar moet en mag uithouden. En het kan ook tot steun zijn te weten dat er iemand in de gemeente is die iets weet van jouw worstelingen.

Om iemand te kunnen bijstaan schort je je eigen oordeel op

Het ambt van ouderling geeft een bijzonder uitgangspunt om niet gelijk een oordeel te hebben of om er maar even ‘niets’ van te vinden. Je kunt een waardevolle gesprekspartner zijn voor mensen die ingewikkelde beslissingen moeten nemen in relaties tot andere mensen of die een diep geheim met zich meedragen waar ze met anderen niet over durven spreken. Wat in je nadeel lijkt te werken, kan dus ook zomaar een voordeel zijn.

Bijstaan zonder oordeel

Een belangrijke functie van pastoraat is mensen bijstaan. Dan denken we vaak vooral aan situaties waarin troost nodig is. Bijstaan gaat over steun geven. Bij ethische vragen denken we misschien eerder aan begeleiden. Terwijl juist ingewikkelde ethische vragen mensen uit de slaap kunnen houden, als een eenzame worsteling in de ziel. Wat kan het waardevol zijn als er dan iemand gewoon bij wil zijn. Zodat je niet alleen bent in de moeilijke vragen die je bezighouden.

Om iemand te kunnen bijstaan schort je je eigen oordeel op. Je staat stil bij wat er leeft bij de ander, zonder dat je daar gelijk iets van vindt. Alleen als je geen oordeel hebt, geef je ruimte aan de gedachten en gevoelens van de ander. Vertellen helpt om die te ordenen. Hardop nadenken, de mogelijkheden langsgaan, gevoelens verwoorden, kan het beste als er iemand naast je zit die je gedachten niet vreemd vindt, die geen keuze maakt in de mogelijkheden die je noemt en je gevoelens aanvaardt.

Acht geven op jezelf

Juist bij ethische vragen is dat vaak niet eenvoudig. Je vindt iets, hebt zelf ook overtuigingen, vaak ook vanuit het evangelie of vanuit de Schrift als bron voor het goede leven in gehoorzaamheid aan God. Daarom moet je ook kunnen luisteren naar jezelf. Want in gesprek met iemand vind je vaak wel iets (‘ik ken zijn broer heel anders!’) of heb je de neiging om gevoelens te beoordelen (‘is het wel nodig om hier bang voor te zijn?’). Het helpt om dan te denken: het gaat niet om wat ik ervan denk of hoe ik mij eronder voel. Ik ben nu bij een ander. Ik sta een ander bij in zijn denken en in hoe zij zich voelt bij de ingewikkelde vragen die er zijn.

Zoeken naar wijsheid

Soms is het voldoende om aanwezig te zijn bij iemands zoektocht naar wijsheid. Het lucht op als die zoektocht er mag zijn. Dat het niet op voorhand duidelijk is wat de goede weg is.

Waardevol dat de bijbelse boeken doordrongen zijn van die diep-menselijke ervaring. Er is een heel genre aan gewijd: de wijsheidsliteratuur, het Spreukenboek en de Psalmen. Geen geheven vinger. De mens die in verwarring is, verlangt naar het goede spoor en zoekt de weg van God. Geen kant en klare oplossing, maar open voor de leiding van de Geest.

Een ouderling hoeft die oplossing niet te bieden, maak kan helpen die bijbelse woorden te horen en de ander ruimte te geven voor de leiding van de Geest. Je mag eraan herinneren dat de zoektocht naar wijsheid tijd kost, zoals de bijbelschrijvers ons dat voordoen, ‘Wijs mij uw weg, Heer’ (Ps. 86:11). Een kort gebed kan helpen een paar gevoelens te benoemen en het verlangen naar wijsheid uit te spreken.

Mogelijkheden voor contact

Het is in deze tijd niet gemakkelijk om contact met elkaar te hebben. We komen elkaar niet tegen op straat; al helemaal niet ’s zondags in de kerk. Tegelijk biedt deze tijd ook kansen. Een paar maanden geleden was het misschien vreemd als je een telefoontje kreeg van je (wijk)ouderling. Nu is het de enige manier om elkaar te kunnen spreken. Dat biedt ook nieuwe mogelijkheden in het pastoraat. In plaats van dat het vragen oproept, vinden gemeenteleden het gewoon wanneer je belt; ze stellen het zelfs op prijs.

Aan de telefoon is het makkelijker om je oordeel wat op te schorten. Je gezicht verraadt je niet, als iemand iets zegt waar je zelf ook je gedachten en gevoelens bij hebt. Je kunt neutraler luisteren. Laat weten dat je tijd hebt om even te bellen, vraag of de ander die tijd ook heeft. Misschien dat je een nieuwe afspraak maakt of dat je de ander uitnodigt om even een plekje in huis te zoeken waar rustig kan worden gepraat.

Door te bellen laat je weten dat je open staat voor dat wat mensen bezighoudt. Van het neutrale ‘hoe gaat het met je/jullie?’, kan het gesprek zich wat verdiepen, bijvoorbeeld door te vragen: ‘wat houdt je op dit moment bezig?’. Er spreekt betrokkenheid uit als de ouderling wil weten waar gemeenteleden mee zitten en wat hen bezighoudt. ‘Zijn er nog dingen waar je mee zit?’ Zo kun je nabij zijn. Zonder overal een antwoord op te hebben maak je ruimte voor de zoektocht naar wijsheid.

Voor Gods aangezicht

In deze vreemde tijd, waarin velen niet kunnen werken, blijven we thuis. Deze situatie kan er voor zorgen dat oud zeer zich roert, het geweten spreekt, of moeilijke beslissingen zich aandienen.

Het ritme van de zondagse kerkdienst of het regelmatige contact met geloofsgenoten is weggevallen. De vragen van het hart en de worstelingen van de ziel kunnen zich ineens melden. Ze worden ook nog eenzamer doorleefd: Wat is het goede? Voor mijzelf, voor anderen? Hoe handel ik juist? En hoe ervaar ik daar rust op? Ethiek gaat over het goede leven.

In het pastoraat helpen we elkaar om God recht in de ogen te kunnen kijken

Bijbelse wijsheid en de geboden van God geven richting. Uiteindelijk voltrekt het leven zich voor Gods aangezicht. Ook de worstelingen van onze ziel zijn bij God gekend. In het pastoraat helpen we elkaar om God recht in de ogen te kunnen kijken.

Als Jakob op de grens van het beloofde land worstelt, zegt hij: ‘ik heb oog in oog met God gestaan.’ Wie de andere mens de ruimte geeft zich uit te spreken zonder daarover te oordelen, helpt de ander om de worstelingen van de ziel uit te spreken. Ze voor het aangezicht van God te brengen. Dat heeft een worstelende ziel soms nodig. ■

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken