Menu

Basis

Zoete inval

Ik was de oudste, de jongste en de middelste. Enig kind.
Een nadeel? Ik ervoer het niet zo.

Ik was de oogappel. Het hele huishouden draaide om mij. Dat dat bijzonder was, realiseerde ik me niet zo.
Vriendjes en vriendinnetjes kwamen graag spelen. Want bij ons was alles mogelijk. In de winter stond er een grote emmer zand in de gang, omdat je buiten niet meer zo kon scheppen. Een bord werd gauw aangeschoven, als er kinderen wilden blijven eten. Het was bij ons een zoete inval. De deur stond open voor alle kinderen. Mijn ouders waren bang dat ik als enig kind eenzaam zou worden, sociale vaardigheden zou missen en haalden alles uit de kast, zodat ik maar op zou groeien met andere kinderen om mij heen.
Er wordt vaak gezegd dat enig kinderen verwend worden. Mijn ouders waren voorzichtig als het ging om spullen, maar niet als het ging om aandacht.
Vooral mijn moeder had graag meer kinderen gekregen, maar het was haar niet gegeven. Ze was zich bewust van de nadelen van mijn enig kind zijn.

Vroeg wijs

Pas later heb ik mij wel gerealiseerd dat ik meer dan andere kinderen de gesprekspartner van mijn moeder was. Ondanks de vele kinderen was het kerngezin zonder leeftijdsgenoten. Meer dan andere kinderen was ik deel van het volwassen leven van mijn ouders. Als er vrienden van hen op bezoek waren, deed ik mee in het gesprek. Ik heb daar veel van geleerd, was vroeg wijs, maar heb daardoor wel meer moeite moeten doen om mijn eigen weg te vinden. Puberen kwam pas laat. Samen een front maken tegen je ouders heb ik gemist.

Veel later miste ik ook het samen zorgen voor je ouders die ouder worden.
Gelukkig kwamen er goede vrienden. Zij zorgden ervoor dat ik, hoewel enig kind, me deel weet van een sociaal netwerk waarin sommigen als broer en zus voelen.

Trinette Verhoeven is classispredikant van de Protestantse Kerk voor de classis Utrecht.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken