De religieuze verschillen tussen nederlandse mannen en vrouwen in tijden van secularisering
Net als in andere West-Europese landen is in Nederland in de afgelopen decennia de rol van geïnstitutionaliseerde religie afgenomen. Tussen 1966 en 2015 daalde het aandeel Nederlanders dat gelooft in een God of hogere macht én regelmatig naar de kerk gaat (minimaal één keer per maand) van 59% naar 14%. Deze secularisering heeft de afgelopen decennia bij Nederlandse vrouwen minder sterk plaatsgevonden dan bij mannen en hierdoor zijn vrouwen tot op de dag van vandaag religieuzer dan mannen. Zo beschrijven vrouwen in 2019 zichzelf vaker als religieus (37% enigszins of zeker) dan mannen (29%). Ook bij bidden zien we dit soort verschillen: respectievelijk 26% en 20% deed dit in 2019 minimaal wekelijks. In het proefschrift (Kregting 2019) geven we verklaringen voor zowel de secularisering die in Nederland heeft plaatsgevonden als voor de aanhoudende religieuze verschillen tussen Nederlandse mannen en vrouwen.