Menu

None

Boze geesten

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Misschien is het niet zo gek om te spreken van demonen op je sofa die thee met je willen drinken.

Martine Oldhoff (portret)

Elke week publiceert Theologie.nl een actuele theologische blog, geschreven door richtinggevende theologen. Deze week: Martine Oldhoff over “boze geesten” in Ruinerwold en Jezus’ verkondiging.

‘Boze geesten’ en ‘duivels’ roepen veel op. Van de documentaire De Kinderen van Ruinerwold tot aan een van Dostojevski’s meesterwerken. Valt er ook iets te zeggen over de ‘boze geesten’ en ‘duivel’ naar aanleiding van Jezus’ verkondiging?

Demonen in ons wereldbeeld

De vader van de kinderen van Ruinerwold werd in De Telegraaf ‘de duivel van Drenthe’ genoemd. Het woord ‘duivel’ leunt op de oude betekenis van een bovennatuurlijk, boosaardig wezen. Ook bij persoonlijke aanvechtingen wordt er wel eens van ‘demonen’ gesproken. Daarmee wordt vaak iets slechts dat ons in de weg zit of neerdrukt bedoeld. Rapper Typhoon weet dat treffend te verwoorden in een lied getiteld Alles is gezegend. Hij rapt: “Bij m’n demonen op de sofa, ze vragen wil je thee? Ze weten dat ik eerst ergens ben geweest.” In Amerika begon popzangeres Demi Lovato recent te zingen: “I was dancing with the devil. Out of control.” Zulke taal over duivel en demonen put uit de christelijke traditie.

Jezus’ exorcismen

Volgens de getuigenissen van het evangelie dreef Jezus aan de lopende band boze geesten uit. Waar hij kwam voelden onreine geesten – demonen – zich bedreigd. De Heilige van God, zoals een onreine geest Jezus noemt (Mk. 1:24), heeft niets met demonen te maken en richt ze te gronde. Een woord is genoeg. In het wereldbeeld van toen waren er allerlei demonen, zoals ook in veel niet-Europese culturen vandaag de dag. Maar in het westerse wereldbeeld is geloof in demonen en de duivel als een bovenmenselijke macht ongewoon. Veel mensen vinden het achterlijk. Maar het fascineert natuurlijk wel.

De kinderen van Ruinerwold

Heel Nederland kon zich de afgelopen maanden vergapen aan de buitensporigheid en destructiviteit van een vorm van geloof in boze geesten; er was een indrukwekkende documentaireserie over ‘de kinderen van Ruinerwold’ op NPO te zien. Het is aangrijpend wat voor vormen van geweld deze kinderen hebben meegemaakt. Het was soms zo afschuwelijk dat je wilde wegkijken en tegelijkertijd kon je je als kijker een voyeur voelen – alsof je nieuwsgierigheid naar absurde praktijken werd bevredigd. Maar het was vooral het verhaal van deze kinderen op respectvolle wijze in beeld gebracht. Ondertussen kreeg je een inkijkje in de waanzin waartoe een mens in staat is.

De in zichzelf verstrikte Gerrit Jan van D. is in de ban geraakt van een geloof met een mysterieuze geestenwereld. Zo kon de geest van de overleden moeder in een kind gaan zitten en werd de ene na de andere identiteit verwisseld. Ook constateerde de vader voortdurend ‘boze geesten’ bij zijn kinderen, die dan gestraft werden. Hij wilde ze van deze onreinheid bevrijden. Met alle gevolgen van dien.

Bezwaar tegen duivelgeloof

Ruinerwold is een casus die weer heel duidelijk maakt hoe buitengewoon destructief geloof in demonen kan zijn. Hoe het ervoor kan zorgen dat mensen van zichzelf en hun eigen tekorten wegkijken en daarmee anderen zeer kwalijk beschadigen. Een belangrijk bezwaar van een verlicht westers wereldbeeld – door de Verlichting gegaan – tegen geloof in de duivel en demonen is dan ook dat het een excuus biedt om je verstand te verduisteren en je ogen te sluiten voor je eigen verantwoordelijkheid. Alles wat je niet bevalt kan een demon zijn en je sluit je eigen ogen voor, bijvoorbeeld, psychologische verklaringen van een probleem.

Dat is helaas vaak het geval. Betekent dat dan ook dat ‘duivel’ en ‘demonen’ louter ‘krachttermen’ zijn en geen realiteit hebben als bovenpersoonlijke, kwade machten? Is, om met Typhoon te spreken, “alles gezegend”? Is een demon uiteindelijk een soort verzinsel of een beeldende uitdrukking? Je kunt voor de exorcismen van Jezus een verklaring zoeken in het toenmalige wereldbeeld. De Duitse exegeten Annette Merz en Gerd Theissen beschrijven hoe bij vormen van bezetenheid goed te zien is hoe sterk de definiërende en werkelijkheidsbepalende macht van de samenleving is. Het kunnen uitingen zijn van psychische ziekten in brede zin: het niet in het reine zijn met het eigen ik of er door ziekten van vervreemd zijn: “geen heer in eigen huis zijn.”

Wij zouden nu bijvoorbeeld spreken van identiteitsstoornissen en psychosen. ‘Bezetenheid’ is naar Theissens en Merz’ oordeel ook niet uitsluitend een sociaal construct. Mensen hadden wel degelijk een reëel probleem, maar het etiket dat het kreeg, en de verklaring ervoor, hingen – zoals ook vandaag de dag – af van de maatschappij (Theissen & Merz, Der Historische Jesus, 280-281). Je zou dus kunnen zeggen: er is hier iets gaande, dat noemden ze destijds een demon en wij hebben daar een andere benaming voor.

De realiteit van de Boze

Een dergelijke benadering roept vragen op. Een daarvan is: waarom wordt het bestaan van boze geesten uitgesloten? Gezien Jezus’ optreden tegen demonen en zijn uitspraken, geloofde hij in demonenbezetenheid. Ook op andere plekken in de Bijbel spreekt Jezus over satan en zijn engelen – zijn hulpjes – als een soort georganiseerde macht (vgl. Mt. 4:1, 4:3, 12:43-45, 13:19, 25:41).

Tegelijkertijd wordt er niet heel duidelijk gesproken over wat de duivel en demonen zijn. De Zwitserse theoloog Emil Brunner (1889-1966) schreef treffend dat het bij de macht van de duisternis hoort dat zij zich niet openbaart, terwijl ze wel merkbaar is. Het behoort tot haar wezen dat ze verborgen wil zijn en niet openbaar wil worden (Brunner, Dogmatik Band II, 157).

Zelfs als een deel van de demonen die door Jezus werden uitgedreven van ons een ander ‘label’ zou kunnen krijgen, neemt dat niet weg dat Jezus spreekt van een boze macht die ons te boven gaat – en die Jezus in woord en daad te gronde richt. Jezus’ exorcismen zetten daar een streep onder. Hij verkondigde Gods goede nieuws (Mk. 1:14), namelijk: “De tijd is aangebroken, het Koninkrijk van God is nabij: Kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.” (Mk. 1:15, NBV). De heerschappij van God wordt werkelijkheid in de demonenuitdrijvingen (vgl. Mt. 12:28, Lk 11:20; zie ook Theissen & Merz, Der Historische Jesus, 272). Jezus verdreef demonen, kwade machten, want Hij belichaamt Gods koninkrijk. Die duiveluitdrijvingen laten zien dat Jezus zegt: ik sta op de drempel van de nieuwe wereld. Het koninkrijk van God is in Hem aanwezig.

Kwade machten openbaar

Nu is het bevrijdende in de Evangelieteksten wanneer het over demonen gaat, dat ze gewoon openbaar worden, aan het licht komen. Ze worden niet verborgen gehouden voor de buitenwereld in een huis. En ook heel belangrijk: er wordt geen angstaangepraat. Mensen wordt geen demon aangepraat. Ze worden niet eerst vernederd om vervolgens ‘genezen’ te worden – en zogenaamde genezing die feitelijk diepe wonden maakt. Die dynamiek zie je bij wrange documentaires over het uitdrijven van boze geesten. Deze documentaires illustreren helaas dát er boze machten zijn die aan mensen trekken: mensen die in naam van geloof anderen te gronde richten.

Het Nieuwe Testament spreekt van demonen omdat het over machten gaat die als last worden ervaren. Mensen zijn wel verantwoordelijk – maar er is iets dat inspireert. Er zijn machten die ons hoofd te boven gaan, die aan ons trekken. Die moeten eruit. Uit ons, uit de wereld. In de Bijbel is de duivel de aanstichter, de verleider, maar de mensen die zich laten verleiden zijn verantwoordelijk. Demi Lovato’s tekst is zo gek nog niet: “Playing with the enemy. Gambling with my soul. It is so hard to say no, when you’re dancing with the devil.”

In Jezus’ koninkrijksverkondiging horen we dat God regeert. Hij is gekomen om de werken van de Boze met een hoofdletter te verstoren. De belangrijkste leer van de duivel en demonen is dan ook dat zij door Jezus Christus overwonnen zijn; in Jezus’ dood en opstanding uit de dood (Brunner, Dogmatik Band II, 159).

Onze Vader

Daarom bidden we met het Onze Vader “Verlos ons van de Boze – Want van U is het Koninkrijk.” In de opvolger van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV21) wordt dat: “… red ons van het kwaad.” Eerst zou het ‘Kwaad’ met een hoofdletter zijn om aan te geven dat het om een verpersoonlijking van het kwaad gaat. Maar veel mensen vonden dat te veel eerbied voor het kwaad. De hoofdletter sneuvelde. Juist in een cultuur waarin er niet meer wordt geloofd in een macht die ook mensen te boven gaat, kun je je afvragen of die meerderheid het nu bij het juiste eind had.

Met je demonen op de sofa

Gelovigen hoeven niet bang te zijn om de verpersoonlijking van het kwaad te thematiseren vanuit de belijdenis dat Jezus Overwinnaar is en Gods Koninkrijk komt. Dat getuigenis veronderstelt een bovenmenselijke macht van het kwaad. Toch is het zo gek niet te spreken van demonen op je sofa die thee met je willen drinken. We mogen boze geesten voorstellen als suffe duiveltjes. Want het Koninkrijk is in Jezus en Hij heeft alle macht.

Bronnen

Gerd Theissen en Annette Merz, Der historische Jesus: Ein Lehrbuch (Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 2011).

Emil Brunner, Dogmatik Band II: Die christliche Lehre von Schöpfung und Erlösung (Zürich: Theologischer Verlag, 1972).

Andere Theologenblogs

“Boze geesten” en “duivels” roepen veel op. Van de documentaire “De Kinderen van Ruinerwold” tot aan een van Dostojevski’s meesterwerken. Valt er ook iets te zeggen over de “boze geesten” en “duivel” naar aanleiding van Jezus’ verkondiging?

Boekentip: Over het lijden

In Het probleem van het lijden stelt C.S. Lewis de vraag: 'Als God goed en almachtig is, waarom staat Hij dan toe dat mensen moeten lijden?' In dit boek, dat leest als een spirituele pelgrimage, geeft hij een helder en tegelijk vertroostend uitzicht over de grens van pijn en verdriet.


Bestel jouw exemplaar voor €17,50 bij Boekenwereld.com

het probleem van het lijden

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken