Menu

None

De Liturgische Kring: oprichters en eerste leden

Wie waren de oprichters en eerste kringleden van de Liturgische kring? En wat betekent hetgeen ze gedaan hebben nog voor ons en de huidige protestantse eredienst? Mieke Breij gaf de eerste leden van de Liturgische Kring een gezicht in het jubileumboek De kerk is wat ze viert. Maar wie is Mieke Breij precies, en wat maakt dit onderwerp volgens haar interessant? We vroegen het.

Vertel eens iets over jezelf: wie ben je? Wat doe je in het leven naast het schrijven van boeken? En wat inspireert je?

Geboren in 1959 te Utrecht. Ik studeerde vanaf 1979 aan de Universiteit van Utrecht muziekwetenschap met als bijvakken kunstgeschiedenis, archeologie en vanaf 2000 informatiemanagement en archivistiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Ook studeerde ik orgel en kerkmuziek bij Reitze Smits en Maarten Kooij.

Als archivaris ben ik sinds 2000 verbonden aan Het Utrechts Archief. Daarnaast ben ik als musicoloog al tientallen jaren actief in de kerkmuzikale praktijk van de Utrechtse Domkerk en andere kerken in stad en regio Utrecht, zowel als koorzanger, organist als organisatorisch. Ik publiceer sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw artikelen en boeken over liturgie, kerkmuziek, (regionale) geschiedenis en genealogie.

Wat mij inspireert? De Bijbel en Bijbelse geschiedenis, kunst en cultuur in allerlei vormen: architectuur, schilderkunst, oude handschriften en de schoonheid van de natuur.

Je hebt een boek geschreven over de Liturgische Kring. Even voor degenen die hier niet bekend mee zijn: wat is de Liturgische Kring precies en waarom is het volgens jou belangrijk?

De Liturgische Kring is een studiegezelschap van theologen en kerkmusici (van c. 50 leden), oorspronkelijk binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en inmiddels oecumenisch samengesteld.

Naar mijn overtuiging is niemand ooit uitgeleerd en is het dus van belang te blijven lezen en leren. Dit boek schreef ik in opdracht van de Liturgische Kring, die ter gelegenheid van haar eeuwfeest graag haar geschiedenis uitgezocht en op schrift gesteld wilde hebben.

Heb je zelf altijd al wat gehad met liturgie en/of de Liturgische Kring? Wanneer en hoe is die interesse begonnen?

Met de Liturgische Kring zelf heb ik nooit iets te maken gehad omdat het een besloten studiegezelschap is waarvan men alleen op uitnodiging lid kan worden. Ik ken wel een aantal leden persoonlijk.

Ik kreeg interesse voor liturgie door mijn bezoek aan de diensten in de Domkerk vanaf 1973, waar ds. Hans van der Werf liturgische vernieuwingen doorvoerde. Dit werd versterkt toen ik de kerkmuziekopleiding volgde bij Domcantor Maarten Kooij in de jaren 1982-1986. In 2017 publiceerde ik een biografie van Maarten Kooij (1927-2013) wiens leven ik tegen de achtergrond van liturgische en kerkmuzikale ontwikkelingen beschreef.

“Eén van mijn uitgangspunten was te achterhalen wie de oprichters waren (en te proberen hen een gezicht te geven), door wie of wat zij werden geïnspireerd, wat hun bindende factoren waren, hoe zij hun idealen in de praktijk brachten en hoe hun idealen doorwer­ken in de tegenwoordige tijd.” (p.15)

Waarom wilde je dit achterhalen? Wat is de waarde van historisch besef over de oprichters?

Om die honderdjarige geschiedenis te kunnen schrijven (en beknopt wat daaraan voorafging), terwijl het archief van de Kring over de eerste 25 jaar (1921-1946) ontbreekt, ben ik mij allereerst gaan verdiepen in de levens van de oprichters en de eerste kringleden waarvan de namen in de door hen verzorgde uitgaven vermeld stonden (die uitgaven vanaf 1923 zijn dus wel bewaard gebleven). Ik wilde weten wat de factoren waren die hen verbonden, om daarmee ook de oorsprong van de oprichting te kunnen achterhalen.

Al doende kreeg ik grote bewondering voor de inspanningen van die pioniers en ik vond dat ze in mijn boek een gezicht moesten krijgen, opdat ze niet vergeten zouden worden. De meeste van hun kleinkinderen bleken zich nog nauwelijks bewust te zijn van hetgeen hun grootvaders in gang hebben gezet.

Er is op liturgisch terrein anno 2021 heel wat aan de hand en het leek mij goed dat de huidige kringleden inzicht krijgen in de uitgangspunten van toen, ook voor een goede positiebepaling anno nu.

“Een ander uitgangspunt was de huidige generatie te laten zien ‘waar wij vandaan komen’ – zonder al te diep in te gaan op allerlei ingewikkelde theologische discussies – als basis voor bezinning op de huidige liturgische situatie in onze netwerkcultuur en voor de vorming van een toekomstvisie.” (p. 15)

Waarom is het volgens jou voor de huidige generatie belangrijk om te weten ‘waar wij vandaan komen’? Welke rol speelt de liturgie en Liturgische Kring daarin?

Als mensen van nu staan wij op de schouders van de generaties die ons voorgingen. Naar mijn overtuiging is er zonder kennis en besef van het verleden, geen toekomst. Doordat het bestuur van de Liturgische Kring mij deze opdracht verstrekte, is er nu een indrukwekkende cultuurgeschiedenis vastgelegd in woord en beeld.

Wat maakt dat het weten waar wij vandaan komen op het vlak van liturgie belangrijk is voor de vorming van een toekomstvisie? Hoe zie je die toekomstvisie na het schrijven van De kerk is wat ze viert zelf voor je? Denk je dat anderen ook tot die visie zullen komen na het lezen van het boek?

Zoals ik al schreef, blijft het voor de 100-jarige Liturgische Kring een uitdaging hoe oude en nieuwe vormen van liturgie kunnen worden verbonden met de cultuur en de mensen in het hier en nu. En dan is het belangrijk te weten hoe de ‘oude vormen’ eruitzien.

‘Onderzoek alles, behoud het goede’ (1 Tessalonicenzen 5:21-22) vind ik een goed uitgangspunt. Ik ben geen theoloog en vind het moeilijk een kant-en-klare toekomstvisie te formuleren. Tijdens het eeuwfeest gehouden symposium werd heel duidelijk dat er voor de Liturgische Kring veel werk aan de winkel is.

Wat hoop je dat mensen meenemen uit het boek? 

Dat het belangrijk is bezig te blijven met liturgie en kerkmuziek en dat oude vormen niet te gemakkelijk afgeschaft moeten worden. Ook omdat de groeiende populariteit van de Choral Evensong (p. 329) aantoont dat mensen van nu zich (weer) aangetrokken voelen tot vaste liturgische structuren en fraaie kerkmuzikale vormen vanuit een hunkering naar reflectie en verstilling in de drukke westerse netwerkcultuur waarin zij leven.

Deze bijdrage is samengesteld door de redactie.


Mieke Breij. De kerk is wat ze viert. 100 jaar Liturgische Kring. Utrecht: KokBoekencentrum, 2021. 398 pp. €27,50. ISBN 9789043537308.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken