Menu

None

Deugdwang

Maandag, Theologenblog-dag. Deze week opent Jan Martijn Abrahamse de week met de actuele thematiek van 'wokeïsme', cancel cultuur en een seculiere wens om te deugen. Kan een christelijk zondebesef uitkomst bieden?

Jan Martijn Abrahamse

“Omdat wij allen zondig zijn, kan een gezonde deugcultuur niet zonder een vergeefcultuur.”

Een paar maanden geleden las ik een ontroerend verslag van een tweegesprek tussen columnist Elma Drayer en activist Milou Deelen in het NRC[1] met als onderwerp de verhouding tussen seksualiteit en feminisme. Het is vooral een gesprek over de verschillen tussen het feminisme van de jaren 70 en het ‘jonge feminisme’ van vandaag, terwijl er tegelijk nog zo weinig veranderd lijkt te zijn aan seksueel geweld.

Het gesprek verplaatst zich dan naar thema’s als inclusiviteit en privilege, en de vraag: ‘wie’ mag zich nog voor ‘wat’ uitspreken? Mag je opkomen voor groepen waar je zelf niet toe behoort of moet je je dan uitspreken, of is dat juist weer een voorbeeld van privilege? De worsteling toont zich in de tatoeage van Deelen: ze had ‘VROUW’ op haar middelvinger laten zetten, dat vervolgens aangevuld met een ‘X’ aan de ander kant van haar vinger om transvrouwen niet uit te sluiten, om vervolgens daarvan weer spijt te hebben aangezien dat juist niet inclusief was omdat transvrouwen gewoon vrouwen zijn.

Het is de onverkwikkelijke cirkel van onze identiteitsstrijd. Deelen zegt zelf: “Het is een belachelijk verhaal, vind ik ook. Het laat iets zien over mijn struggles. Ik wil het goed doen. Ik wil leren.” Wat opvalt: de liefdevolle verbazing van ‘boomer’ Drayer over de twintiger: “Arme Milou, jij moet op eieren lopen.”

Elke poging tot inclusiviteit heeft exclusieve randjes

Seculiere deugcultuur

De struggle van Deelen legt een nieuw moralisme bloot dat weleens woke of wokeïsme wordt genoemd. Een seculiere vorm van deugdwang die ‘old school’ puritanisme een modern gezicht geeft. Een deugcultuur waarin zelfs de heiligen het niet kunnen bijbenen. Moraliteit moet immers voortdurend bewezen worden. Aan de ‘goede kant’ van de geschiedenis staan, vraagt om een voortdurende reflectie op taalgebruik, eetgewoonten, en sociale omgangsvormen.

‘Mag je als man nog een deur openhouden voor een vrouw?’ Wat eerst deugt kan de volgende dag zomaar een bewijs van onderdrukking zijn. Kortom, absolute heiligheid is geboden, anders dreigt een keiharde afstraffing in de vorm van uitsluiting. Denk aan een Abdelkader Benali die in 2021 een 4 mei-voordracht niet meer mocht houden vanwege een grap jaren eerder. Want elke poging tot inclusiviteit heeft exclusieve randjes. Zo leidt het stimuleren van de fiets vanwege duurzaamheid en gezondheid tot uitsluiting van de migrant,[2] en is Lowlands nooit zo divers als de organisatoren wensen omdat, volgens comedian Howard Komproe, ‘Surinamers niet kamperen.’[3]

Maatschappelijke deugdwang

Maar goed, wat is er eigenlijk mis met ‘willen deugen’? Met die vraag bekritiseert Tim Hofman in diverse media terecht de critici voor wie deugen een vies woord is geworden en gelijk met ‘cancel cultuur’ op de proppen komen. Natuurlijk is er niks mis met de wens om te willen deugen. Het is iets prijzenswaardigs en, zo meent Aristoteles in zijn Ethica Nichomachea, een inherente opdracht van elk mens om bij te dragen aan de samenleving.

Het punt in de huidige samenleving is vooral dat men steeds minder oog heeft voor de verschillende morele verhalen waarin we onze ‘deugden’ begrijpen en vormgeven. De vraag is steeds, vrij naar Alasdair MacIntyre: welke rechtvaardigheid en wiens rationaliteit? De ‘meeste mensen deugen,’ maar de vraag is volgens wie en binnen welke moraliteit? Immers, hoe we deugden begrijpen is afhankelijk van de tradities waarin we staan en de wereldbeelden die daarin besloten liggen.

Vanuit het islamitische verhaal waarin Kökçü zelf leeft, is zijn weigering een uiting van ‘willen deugen’

Kijk naar de hele commotie rond de voetballer Orkun Kökçü die weigerde om de OneLove-aanvoerdersband met regenboog te dragen, zich daarbij overigens geheel houdend aan het seculiere dogma van respect. Zo zei hij in een interview: “Ik vind het wel belangrijk om te benadrukken dat ik respect heb voor iedereen ongeacht religie, achtergrond of voorkeur.” Vanuit het islamitische verhaal waarin Kökçü zelf leeft, is zijn weigering een uiting van ‘willen deugen’.

Zijn oprechtheid wordt nog eens onderstreept door het feit dat hij zijn keuze heeft overlegd met zijn imam. Vanuit de dominante seculiere maatschappij bezien ‘deugt’ Kökçü niet, zoals wel bleek uit de felle kritiek van journalisten en de oproep hem niet langer als aanvoerder op te stellen. De druk die vervolgens wordt opgebouwd om de voetballer tóch de band te laten dragen is een voorbeeld van wat ik maar noem ‘deugdwang’.

Deugwens en inclusiviteit

Deugden zijn dan niet meer verbonden met de intentie van de persoon in kwestie, maar een uiting van uiterlijke conformatie aan een bepaald meerderheidsstandpunt, in dit geval de seculiere meerderheid. Het punt is dat ‘deugden’ daarmee geen deugden meer zijn. Het is een vorm van moralisme, waarmee de samenleving ironisch genoeg teruggaat naar vormen die zij ooit onder het mom van emancipatie afzwoor. De sociale druk om Kökçü een regenboogband te laten dragen is niet anders dan sociale druk waaronder mijn moeder een rok moest dragen op de reformatorische school van haar jeugd.

Hoe kan de prijzenswaardige wens om te deugen samengaan met diversiteit? Hoe houden we het, niet onbelangrijk, met elkaar uit en belanden we niet in een ratrace van competitieve deugdzaamheid? Als christenen weten we als geen ander hoe snel een sterke morele agenda gepaard kan gaan met een ongezonde taboesfeer en uiterlijke vroomheid. Schijnheiligheid is een antwoord (een soort coping) op een samenleving waarin je zomaar uit de gratie kan vallen.

De wens om te deugen kan in wezen niet zonder de christelijke notie van het menselijk tekort

Besef van zondigheid als uitkomst

Geconfronteerd met het zware juk van de hedendaagse deugcultuur citeert Elma Drayer in haar gesprek met de jonge feministe Milou Deelen, ineens haar vader, ooit predikant binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken: “We leven in een gebroken wereld en het paradijs is niet daar.” De wens om te deugen, zo lijkt Drayer te willen zeggen, kan in wezen niet zonder de christelijke notie van het menselijk tekort, onze onfortuinlijke neiging tot falen. Dat wat we in de christelijke theologie de ‘oorsprongszonde’ (peccatum originale) noemen is geen benepen idee, maar schenkt ons juist een van de meest egalitaire sociale mechanismen ooit: alle mensen falen, er is niemand die de norm vertegenwoordigt, wij allen wijken af.

Omdat wij allen zondig zijn, kan een gezonde deugcultuur niet zonder een vergeefcultuur. Vergeving belemmert hypocrisie en bevordert de ruimte om met elkaar het gesprek te blijven voeren over wat deugt vanuit verschillende verhalen. Hartmut Rosa benoemt als socioloog, in zijn veelgeprezen boek Resonance, (2019) de rol en noodzaak van vergeving om waarachtige relaties op te bouwen waarin ruimte is voor verschil. Vergeving doorbreekt de deug-competitie waarin we langzaam verzeild raken.

Het besef van zondigheid geeft bovendien, zo meen ik, de ruimte tot humor in de vorm van zelfspot. Een prachtig voorbeeld hiervan was ‘De Grote Deugbattle’ tussen Tim Hofman en Arjen Lubach in De Avondshow met Arjen Lubach waar werd gespeeld om de zogenaamde ‘wisselwokaal’.[4] De bekende hoogleraar Roos Vonk, die zich vaak uitsprak voor dierenrechten en tegen het eten van vlees, tweette zelfs: “Deze relativering en zelfspot mbt deugen, daar was ik zó aan toe!”[5] Juist mensen die willen deugen, of we nu woke willen zijn of christen, hebben vergeving en zelfspot nodig. Anders is het niet uit te houden.

Jan Martijn Abrahamse is docent-onderzoeker systematische theologie en ethiek aan de Christelijke Hogeschool Ede en aan het Baptisten Seminarium in Amsterdam. Van hem verschenen bij KokBoekencentrum Breekbaar halleluja (2018) en samen met Adriaan Baan, Stanley Hauerwas (2022).

Noten

[1] Zie https://www.nrc.nl/nieuws/2022/08/19/elma-drayer-65-tegen-milou-deelen-26-weten-jullie-nu-nog-niet-dat-een-orgasme-zonder-clitoris-niet-bestaat-a4139239.

[2] https://www.telegraaf.nl/nieuws/759156057/amerikaanse-deskundige-amsterdamse-fietscultuur-sluit-migrant-uit.

[3] Zie https://twitter.com/howardkomproe/status/1561150273933934598.

[4] Zie de aflevering van 19 september 2022: https://www.npostart.nl/VPWON_1344461.

[5] Zie https://twitter.com/roosvonk/status/1571965489584144387.

Jan Martijn Abrahamse

Een paar maanden geleden las ik een ontroerend verslag van een tweegesprek tussen columnist Elma Drayer en activist Milou Deelen in het NRC. Onderwerp van gesprek was de verhouding tussen seksualiteit en feminisme. Het is vooral een gesprek over de verschillen tussen het feminisme van de jaren 70 en het ‘jonge feminisme’ van vandaag, terwijl er tegelijk nog zo weinig veranderd lijkt te zijn aan seksueel geweld. Wat opvalt: de liefdevolle verbazing van ‘boomer’ Drayer over de twintiger: “Arme Milou, jij moet op eieren lopen.”

Nooit heb ik niets met U

In Nooit heb ik niets met U voert Henk Veltkamp persoonlijke gesprekken met 25 verschillende mensen over wie God voor hen is. Die vraag levert heel diverse antwoorden op. De een krijgt een warm gevoel en raakt niet meer uitgepraat. De ander haalt de schouders op. Gesprekken met Stevo Akkerman, Nora Asrami, Tamarah Benima, Stef Bos, Tijs van den Brink, Heino Falcke, Jacobine Geel, e.a.

nooit heb ik niets met u

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken