Menu

None

Heiligheid in een terloopse samenleving

Wat het vandaag goed doet, kan morgen alweer voorbij zijn. ‘Heiligheid’ beklijft zo niet.

Elke week publiceert Theologie.nl een actuele theologische blog, geschreven door richtinggevende theologen. Deze week: Sake Stoppels over de dingen waar we als samenleving niet zonder willen. Wat is ons heilig?

Het is alweer even geleden dat het autobiografische boek van Lale Gül verscheen. In Ik ga leven beschrijft ze het streng Turks-islamitische milieu waaraan ze zich ontworstelt. Dat gaat verbaal gezien met grof geweld, zeker als ze het over haar moeder heeft. Het boek getuigt van een vrijheidsstrijd waarin heel veel kapot gaat.

Het boek is een bestseller. Veel lezers vinden er een bevestiging in van hun idee dat de moslimcultuur zwaar achterloopt. Niet toevallig stak Geert Wilders de loftrompet over het boek. Wat Gül laat zien van het milieu waarbinnen ze opgroeit is inderdaad ook bepaald niet verheffend, zeker niet op het punt van gelijkheid tussen mannen en vrouwen, jongens en meisjes.

Authentiek verlangen

Het gaat me nu niet om een oordeel over de Turks-islamitische cultuur waar Gül heel hard tegenop loopt. Ik wil stilstaan bij haar moeder. Ongeschoold is ze naar Nederland gekomen. Ze is daar ook nooit echt geland. De cultuur van haar moederland wil ze ook hier bewaren voor haar kinderen en dat lukt niet. De kloof is te groot. Er is bij haar angst voor het goddeloze Nederland, maar er zal toch ook oprecht en authentiek verlangen zijn om haar kinderen het goede van de Islam mee te geven. Daar proef je in het boek weinig tot niets van, want ze komt er heel slecht van af. Maar het kan in mijn ogen onmogelijk het hele verhaal zijn.

In allerlei besprekingen van het boek wordt gerefereerd aan het orthodoxe christendom van Staphorst en Urk. Daar liggen zeker ook parallellen, want cultuurclashes hebben geen weet van religieuze grenzen. Ook in christelijke orthodoxe kringen is veel angst voor de verwording van de samenleving en de teloorgang van de eigen traditie. En dus sluit men zich gemakkelijk op in de eigen enclave. Dat wordt absoluut niet gewaardeerd in de bredere samenleving, want van conservatieve ‘reservaten’ – zo klinkt het – is geen enkel heil te verwachten.

Waardering uit een onverwachte hoek

Maar af en toe hoor je uit die brede samenleving toch ook andere geluiden. Zoals bijvoorbeeld van NRC-columniste Rosanne Hertzberger die in het najaar van 2020 nadacht over de ophef rond de volle kerk in Staphorst. Ze schreef onder andere dit:

“Ergens was het jaloersmakend dat er iets zo belangrijk in hun leven was, iets heiligs, iets wat boven alles ging, waarvoor het noodzakelijk was om ook in coronatijden ergens lijfelijk op te komen dagen. […] In seculier Nederland bleek alles makkelijk af te zeggen: niets was heilig. Geen feestdag, geen concert, geen diner. Muziek was van ondergeschikt belang. Toneel ook. Er hoefde helemaal niets. Ik keek telkens weer naar de beelden van die mensen wandelend naar de kerk, en ik zag ze als het hoogtepunt van menselijkheid in deze crisis. Samen zitten, samen zingen, samen klonteren. In een bubbel met elkaar gewone dingen heilig maken.”

In reformatorische kring werd Hertzbergers column natuurlijk goed ontvangen. Het werd ook breed gedeeld. Eindelijk een waarderend woord vanuit het goddeloze Nederland! Haar column lijkt me echter niet primair een reden voor orthodox Nederland om zichzelf op de borst te slaan. Voor mij is het vooral een uitdaging aan wat je een terloopse samenleving zou kunnen noemen.

Eerbiedige ‘heiligheid’

In allerlei orthodoxe kringen zijn veel zaken ‘heilig’. Je kunt je soms afvragen of die zaken echt altijd het predicaat ‘heilig’ verdienen, maar dat er überhaupt zaken heilig zijn, valt kennelijk wel op bij de buitenwacht. Komt dat omdat er in veel kringen feitelijk niets meer heilig is? Omdat er geen zaken meer zijn die je gewoon niet opgeeft? Dat wat ons heilig is, vraagt om ontzag, eerbied en opoffering. Het verbindt generaties en weet weerstand te bieden tegen de publieke opinie. Voelt Hertzberger aan dat ons dat ontvalt en dat dit misschien toch wel problematischer is dan we voor waar willen hebben?

Socioloog Herman Vuijsje spreekt in een van zijn boeken over ‘een terloopse gezindheid’ die onze samenleving kenmerkt. Wat het vandaag goed doet, kan morgen alweer voorbij zijn. ‘Heiligheid’ beklijft zo niet.

Gemakkelijk kunnen randzaken een heilig karakter krijgen, zeker ook binnen religies. Lale Gül liep daar hard tegenop. Met heilige randzaken gaan we het ook niet redden. Maar de vraag blijft: wat is ons heilig? Waar staan we pal voor? Van dat soort vragen wordt geen samenleving minder. Zeker een terloopse samenleving niet…

Andere Theologenblogs

Het is al weer even geleden dat het autobiografische boek van Lale Gül verscheen. In Ik ga leven beschrijft ze het streng Turks-islamitische milieu waaraan ze zich ontworstelt. Dat gaat verbaal gezien met grof geweld, zeker als ze het over haar moeder heeft. Het boek getuigt van een vrijheidsstrijd waarin heel veel kapot gaat.

Voluit leven

In Voluit leven neemt Anselm Grün je mee naar de ziel, waar zich een stiltecentrum bevindt in de hectiek van alledag. Het zwaartepunt van je leven ligt niet in uiterlijke zekerheden, en ook niet in andere mensen. In je eigen innerlijk vindt je leven de rust en de wijsheid. Daar spreekt God tot ieder mens een woord dat hem of haar voluit doet leven.

voluit leven grun

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken