Menu

None

Willibrord zegent een nieuwe kerk

Drieluik: christelijke wonderverhalen

Toen Willibrord aankwam op de kust die nu de Nederlandse kust is en de bewoners ontmoette, kreeg hij medelijden met hen. Ze streden een wanhopige strijd tegen de onstuimige en onberekenbare zee. Bij elke storm stroomde de zee het land binnen en verwoestte landerijen, huizen en bezit. Niet weinigen vonden de dood in het kille water. Nadat Willibrord de verhalen over hun ellendige leven had aangehoord, liep hij naar de zee. Langs de vloedlijn trok hij een streep en sprak het water toe: ‘In de naam van Jezus, hier ligt voortaan je grens.’ Terwijl hij langs de vloedlijn liep, ontstonden er onder zijn voetstappen duinen. De duinen van Nederland zijn aan Willibrord te danken en aan niemand anders.

Jarenlang trok Willibrord door deze streken. Hij verbreidde het evangelie, bouwde kerken en droeg bij aan het geluk van de mensen. Toen hij besefte niet lang meer te zullen leven, wilde hij graag nog één kerk bouwen. Hij gaf opdracht deze te bouwen op de strandwal waar hij voor het eerst voet aan land had gezet. Hij zei dat als de kerk klaar was, hij deze persoonlijk zou komen inzegenen. Nu twijfelde iedereen eraan of Willibrord nog zou leven als de kerk klaar zou zijn. Maar de bisschop beloofde plechtig: ‘Levend of dood, ik zal er zijn.’

De plek waar de kerk moest komen werd gereedgemaakt voor de bouw. Er werd hard gewerkt. Het bouwen verliep voorspoedig. Maar wat ieder had gevreesd, gebeurde: toen de kerk klaar was, was Willibrord gestorven. En zijn belofte de kerk in te zullen zegenen? Willibrord zou zijn belofte niet vergeten, zo vertrouwde ieder. Daarom werd de kerk gereedgemaakt voor de inwijding. Op de dag van de inwijding was het prachtig weer. Na de gebeden en het gezang was het ogenblik gekomen waarop de priester de kerk met wijwater zou besprenkelen. Het begon het te regenen. Dat was vreemd, want er was geen wolkje aan de lucht te bekennen. De zachte regen viel als hemelse dauw op het kerkje. Ook hoorde allen die er waren engelengezang, terwijl er in de verste verte geen engel te bekennen viel. De muren van de kerk dropen van een olieachtig vocht. Op de vloer verschenen, als met onzichtbare hand geschreven, in gouden letters de datum van de inwijding. Willibrord had zich aan zijn belofte gehouden.

Stephan de Jong is predikant van de Protestantse Gemeente Oudemirdum-Nijemirdum-Sondel, en verhalenverteller en beeldend kunstenaar. Dit wonderverhaal verscheen in zijn boek De lezende analfabeet.


Drieluik: christelijke wonderverhalen

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken