Menu

Heinrich Assel – Elementare Christologie

Kees van der Kooi

Versöhnung und neue Schöpfung / Der gegenwärtig erinnerte Jesus / Inkarnation des Menschen und Menschwerdung Gottes

Deze driedelige christologie van Heinrich Assel, hoogleraar in Greifswald, biedt een zeer actualiserende visie op christologie. Actualiserend noem ik dit concept, omdat de auteur inzet bij het gebruik van de naam Jezus Christus in hedendaagse praktijken. Die naam is het die valt binnen verschillende contexten, bijvoorbeeld binnen de kerkdienst, maar ook, meer verhuld, waar mensen pogen tot verzoening te komen. Deze inzet van een christologie onderscheidt zich daarmee van benaderingen die uitgezet zijn op de keus tussen een benadering van boven of beneden. In feite zijn dat nogal armelijke abstracties van de manier waarop de naam van Jezus Christus gebruikt word; het is juist deze naam die op veelsoortige en een multidimensionale manier een rol speelt in het leven van de kerk en het leven van mensen. De centrale positie van de naam is niet bedoeld om Jezus Christus van zijn persoon-zijn of van historiciteit los te maken, wel geeft deze opzet de auteur de gelegenheid om de blijvend geheimvolle identiteit aan de orde te stellen.

De Nederlandse lezer zal zich daarbij af en toe de moeite moeten getroosten met enig geduld de terminologie en verknoping van adjectieven te proeven en te wegen. Neem de volgende zin: ‘Es ist ein Ergebnis der kommunikationspragmatischen und orientierungshermeneutischen Theologie, wenn die vorliegende Christologie bei der christlichen Glaubenspraxis des Namens Jesus Christus einsetzt und dies als einen ihrer Gemeinplätze versteht’ (I,28). Eenvoudiger gezegd, theologisch belangrijk is allereerst wat de communicatie van deze naam doet en effectueert, vervolgens welke oriëntatie en ontsluiting ze biedt, en dat alles wordt gevonden waar het christelijk geloof geleefd wordt. Binnen die gemeenschap vindt men de verzameling van woorden, verhalen, begrippen, liederen die samen de vele elementen en dimensies van de christelijk levenspraktijk uitmaken en waar de christologie zich rekenschap van tracht te geven.

Abstract? Assel schrijft bepaald niet lichtvoetig, maar lokaliseert zijn theoretische uiteenzettingen in de politieke en culturele realiteit. Hij zet het deel over de verzoening in bij een heikel punt in Duitsland: de verzoening tussen Polen en Duitsers. De gebeurtenissen volgend op het Ribbentrop-pact, de afslachting van Polen door Duitsers en Russen met het doel dit volk voorgoed te vernietigen, is een gecompliceerde en pijnlijke geschiedenis. Later refereert Assel aan de situatie op de Krim en in Oekraïne, waar de botsing tussen het Latijnse christendom en de Oosterse orthodoxie gevoeld wordt. Wanneer men die actuele situaties met een traumatisch verleden plaatst binnen de horizon van de verzoening door Jezus Christus, gaat het aan alle kanten steken en prikken (par. 2).
Zeer praktisch wordt het ook wanneer hij in het tweede deel in par. 27 de maaltijd de leersituatie bij uitstek noemt (II,309). In die praktijk van de maaltijd of eucharistie wordt zichtbaar hoezeer christologische en pneumatologische momenten hier vervlochten zijn. Wanneer in de inzettingswoorden verwezen wordt naar het ‘voor u gegeven’, dan is dit meer dan herhaling, maar het present worden van een gave in heden. De nadruk ligt niet op ons handelen, maar op het geschenk dat hier en nu tot de mensen komt (II,313).

Het derde deel bevat een herneming van het concept incarnatie en plaatst zijn eigen concept in de brede traditie van de kerk. De auteur interpreteert incarnatie zowel als menswording van God als ook menswording van de mens. Hij moet niets hebben van de neiging de incarnatie te willen elimineren als latere ontwikkeling en als niet-essentieel voor het christelijk geloof. Kritisch keert hij zich daarom tegen Ingolf Dalferth die incarnatie bestempelde als secundair interpretament (III,15). Opvallend in deze herneming van de dogmenhistorische discussies over incarnatie, is de positieve aansluiting bij Joodse godsdienstfilosofen zoals Herman Cohen en Emmanuel Levinas (III,216-287). Juist in hun filosofische hypothesen ontwaart hij het potentieel tot positieve herneming en bevestiging van de incarnatie als centrum van christelijke theologie. Dit potentieel ziet Asselt geconcretiseerd in de proloog van Johannes, die in het laatste hoofdstuk aan de orde is als een spiegel waar eerdere waarnemingen in samenkomen.

Kortom, een nieuwe christologie uit het Duitse taalgebied, die de betekenis van Jezus Christus vanuit meerdere perspectieven en in meerdere dimensies tegen het licht houdt.

Deze recensie is geschreven door Kees van der Kooi en verscheen oorspronkelijk in Kerk en Theologie 2021, nr. 3, dat als thema ‘Heil’ heeft.


Heinrich Assel. Elementare Christologie. Erster Band: Versöhnung und neue Schöpfung / Zweiter Band: Der gegenwärtig erinnerte Jesus / Dritter Band: Inkarnation des Menschen und Menschwerdung Gottes. Gütersloh: Gütersloher Verlagshaus, 2020. 542, 360, 431 pp. €98,00. ISBN 9783579081366 / 9783641126124 (e-boek).

Heinrich Assel – Elementare Christologie

Deze driedelige christologie van Heinrich Assel, hoogleraar in Greifswald, biedt een zeer actualiserende visie op christologie. Actualiserend noem ik dit concept, omdat de auteur inzet bij het gebruik van de naam Jezus Christus in hedendaagse praktijken. Die naam is het die valt binnen verschillende contexten, bijvoorbeeld binnen de kerkdienst, maar ook, meer verhuld, waar mensen pogen tot verzoening te komen.

Boekomslag Elementare Christologie van Heinrich Assel
Boekomslag Elementare Christologie van Heinrich Assel

Nieuwe boeken