Het ware vasten
Teksten over vasten en verootmoediging staan centraal bij het begin van de Veertigdagentijd. Dat mag wel programmatisch genoemd worden voor deze periode. Het gaat hierbij vooral om de vraag hoe de mens zich moet verhouden tegenover God. Niet manipulatief, maar met een oprechte en deemoedige houding. De achterliggende intentie bij de praktijk van het vasten of bidden is van doorslaggevend belang. Met welke bedoelingen gedraagt iemand zich als een religieus persoon, en welke innerlijke motieven spelen een rol?