None
Waar is mijn overhemd? Daar!
Aan De Nieuwe Psalmberijming mocht ik twee psalmen bijdragen in de slotfase van het proces, psalm 86 en 121. Eerder was ik erbij betrokken als revisor: alle 150 psalmen kwamen langs en kregen mijn commentaren te verduren: ‘geslachten? Mag het generaties zijn? Luister naar de koning tijdens zijn 4 mei-lezing’, ‘het rijm prijzen – eer bewijzen wordt sleets wanneer je het te vaak gebruikt’, ‘de uil ligt niet, hij zit (nachtdier) -> zit ik te wachten’. Even vaak stond er ‘mooi!’ in de kantlijn.