26e dag in de Veertigdagentijd, met een bijdrage van Marga Haas
Redactie Theologie.nl
‘Ik heb dorst’
Ik zal de ervaring niet snel vergeten. Op Witte Donderdag vierden we avondmaal. Om beter te kunnen inleven wat Jezus in zijn laatste uren had meegemaakt, was de gebruikelijke avondmaalswijn vervangen door iets wat moest lijken op de zure wijn die hij aangeboden kreeg. Het voelt als heiligschennis om het zomaar op te schrijven, want de gekruisigde moest het ook doorstaan, maar het was smerig.
Gemene soldaten
Deze ervaring heeft jarenlang bepaald hoe ik het gebeuren vlak voor Jezus’ sterven las. Arme Jezus. Eerst al dobbelden de soldaten om zijn kleren, zetten een doornenkroon op zijn hoofd en bespotten hem en daarna kreeg hij ook nog eens bocht te drinken. Wat een rotzakken, die Romeinen!
Maar toen las ik een keer over wat zure drank of etenswaren met je doen. Ze zetten je speekselklieren aan tot directe actie. Er wordt mondwater geproduceerd en niet weinig ook. Sinds ik dat weet, neem ik als ik ergens moet voorgaan, altijd een flesje citroensap mee. Water, is mijn ervaring, helpt maar weinig tegen een droge mond. Maar één minislokje citroensap en ik kan er weer tegenaan.
Zo bezien heeft de daad van de soldaat maar weinig gemeens. Hij is eerder zorgzaam. Iemand heeft dorst en er wordt met een minimum aan middelen – veel zal er op de Schedelplaats niet voorhanden geweest zijn – voor gezorgd dat de ergste nood gelenigd wordt.
Zorg voor stervenden
Sinds kort werk ik als geestelijk verzorger in een hospice. Ik ben er altijd weer van onder de indruk met hoeveel zorg de bewoners omringd worden. Mondverzorging is een zeer belangrijk aandachtspunt. In een laat stadium van het stervensproces krijgt vrijwel iedereen een droge mond. Men stopt met eten en drinken; slikken kost te veel inspanning. De speekselproductie ligt stil. Er zijn verschillende middelen om het dorstgevoel te verminderen. Zo bestaan er sponsjes op een stokje. Je laat ze zich volzuigen met water en bevochtigt er de mond van de stervende mee. Tegenwoordig is de smaak ervan neutraal, maar vroeger gebruikten ze sponsjes met citroensmaak (!). De verpleegkundigen kunnen de mond ook insmeren met een speciale gel. Of er wordt water in de mond gesprayd. Zo wordt het vaak harde en moeizame werk van sterven verlicht.
Bokken en schapen
Terug naar de Romeinse soldaat. Die deed niets wreeds, zoals ik altijd dacht. Nee, hij verleende palliatieve zorg! In plaats van lelijk over hem te denken, zou ik hem dankbaar moeten zijn voor wat hij in de laatste uren voor de stervende Jezus gedaan heeft. En eigenlijk had ik dat al veel eerder moeten beseffen.
Een kleine tekstuele uitstap. ‘Dorst hebben’ komt niet heel vaak voor in het Nieuwe Testament. In Johannes is het onderwerp van gesprek tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw (zie eerder in dit nummer). Maar verder komt het in deze letterlijke betekenis alleen voor in Matteüs 25. Daar scheidt Jezus de schapen van de bokken en zegt hij tegen de schapen, de rechtvaardigen: ‘Jullie zijn door mijn Vader gezegend, want ik had dorst en jullie gaven mij te drinken.’ De rechtvaardigen antwoorden: ‘Wanneer hebben wij u dorstig gezien en u te drinken gegeven?’ De koning antwoordt: ‘Alles wat jullie gedaan hebben aan een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie aan mij gedaan.’ In je dorstige naaste, waar dan ook, wanneer dan ook, zegt de stervende Jezus zelf tegen jou: ‘Mij dorst!’
Die Romeinse soldaat is een intrigerend figuur op dit toneel. Eerst de gekruisigde bespotten en daarna goede palliatieve zorg verlenen. Maar dát niet alleen. Die daad, die Jezus rechtvaardig noemt – de dorst lessen van een mens, wie het ook maar is– dát doet die soldaat aan Jezus zelf. Niks rotzak. Een vóórbeeld!
Marga Haas is theoloog en redactielid van het tijdschrift Open Deur. Zij publiceert elke twee weken een bijbelse column op parelduiken.blogspot.nl (Deze link is verlopen. Klik hier voor de nieuwe link.)
Dit artikel verscheen in het Paasnummer van Open Deur. Dit nummer is heel geschikt om te gebruiken bij vieringen en diensten in de Veertigdagentijd, in de dagen rond Pasen, in gespreksgroepen en om uit te delen. Klik hier om het nummer te bestellen, bij hogere aantallen geldt een hogere korting.
26e dag in de Veertigdagentijd, met een bijdrage van Marga Haas
‘Ik heb dorst’ Ik zal de ervaring niet snel vergeten. Op Witte Donderdag vierden we avondmaal. Om beter te kunnen inleven wat Jezus in zijn laatste uren had meegemaakt, was de gebruikelijke avondmaalswijn vervangen door iets wat moest lijken op de zure wijn die hij aangeboden kreeg. Het voelt als heiligschennis om het zomaar op […]

