20 jaar vliegramp-flarden… De ramp in de Bijlmer, een persoonlijke beschouwing – Door rabbijn Lody B. van de Kamp
Redactie Theologie.nl
Er zijn van die dagen dat de vliegtuigen af en aan vliegen, vlak over ons huis, op weg naar Schiphol. Behalve die ene dan, dat EL AL toestel, dat de reis nooit volmaakte. In de lange reeks van aankomende vliegtuigen lijkt het wel of dat ene gat ontstaan, door het voortijdig neerkomen in de Bijlmer, nooit gedicht is.
Vorige week was dan die herdenking in de Bijlmer. Het is twintig jaar geleden. Met officiële toespraken, herinneringen, bloemen, nabestaanden en al die andere onderdelen die bij een herdenking horen. Zelf was ik er niet bij. Althans niet daar op de plek waar het toen gebeurde. Ik was er wel bij, in mijn hoofd. De ervaringen, de gedachten van toen, het handelen met anderen samen, de gesprekken, alles ligt in mijn geheugen opgeslagen met beelden, met geluiden, ja, met de reuk die nog steeds, ook na 20 jaar, bijna dagelijks langs komt…
1992. Het is zondagmiddag, rond half zes. De ruiten van de boekenkast rammelen, zachtjes. En dan nog een keer. Zachtjes, maar luid genoeg om van mijn werk op te kijken. Wat is dat?
Twee uur later weet ik het. Op nog geen 15 kilometer afstand is het EL AL toestel neergekomen. We zitten in de auto op weg naar de plek van het onheil. Het Rode Kruis heeft laten weten dat onze komst dringend gewenst is. Het gaat om allerlei soorten slachtoffers. De chaos is groot. Maar vlak voor de plek waar het allemaal gebeurd is worden we door de politie toch weer teruggestuurd.
Maandagochtend moest ik me al heel vroeg melden bij de Rode Kruisdepot aan de Rapenburgerstraat. Daar stond een busje klaar voor ons hulpteam. Onder politiebegeleiding werden we naar de sporthal gebracht. Honderden bewoners waren daar opgevangen. De sporthal werd als het ware mijn thuis voor de volgende dagen. Het team ´geestelijke verzorgers´ was heel gauw gevormd. En daar stond ik in een kamertje tegenover die Israëlische moeder uit de flat waar het toestel op was neergekomen die de vorige avond in de chaos haar kinderen kwijt was geraakt……. Zij was in een staat van shock.
We zaten in een kring. Surinamers, Ghanezen, Israëliërs, Somaliërs, Amsterdammers. Allemaal mensen, vol met schrik, angst, verdriet, onzekerheid. Zwijgende mensen, pratende mensen, huilende mensen, gillende mensen.
Laat op de avond gingen de foto´s rond. Foto´s die gemaakt waren kort na het neerstorten. Foto´s die ik daarna nooit meer ben tegengekomen. Beelden van mensen die van de galerijen sprongen. Beelden van mensen die brandend aan de balustrades hingen.. Verkrampte gezichten die verdwaasd naar de rampplek staarden.
Woensdag in de middag loopt de koningin door de sporthal. Nog nooit heb ik het gezicht van onze vorstin zo getekend gezien door verdriet. Ja, we hebben nog een Moeder des Vaderlands.
Donderdagmiddag is de hal nagenoeg leeg. Ons team wordt weer min of meer ontbonden. Over een laatste kop koffie delen we samen de herinneringen van de afgelopen dagen. Dat proberen we. Het lukt nog niet. De herinneringen zijn te vers. De indrukken zijn te aangrijpend.
Zondag is het de dag van de officiële afsluiting. Een stille tocht tot dicht bij de ruïne van de flatgebouwen. Burgermeester Ed van Thijn nodigt, te midden van Ghanese rouwrituelen, Surinaamse gezangen, voordragende kinderen en steun van predikanten de mensen uit voor ´moeilijkste wandeling die zij waarschijnlijk ooit hebben moeten maken´. Een zwijgende stoet, snikkend.
De afsluiting blijkt geen afsluiting.
´Danny´ is met zijn team aangekomen. Enkele Israëlische experts gaan op zoek naar de stoffelijke resten van de EL AL bemanning en de enkele passagiers die aan boord waren. Samen met een collega van het Joods Begrafeniswezen zijn we dagen in touw. Totdat eindelijk de lichamen of wat daar van over is, door de autoriteiten worden vrijgegeven. Uren later, nadat wij ons voorbereidend werk hebben gedaan, vertrekken enkele begrafenisauto´s naar Schiphol. Ook voor ons komt het einde nu in zicht. Morgen zijn in Israel de begrafenissen.
Maar het einde is geen einde.
Enkele weken later komt dan het telefoontje uit Israël. ´Hi, this is Danny speaking. I am on my way, again to Holland. I need your help! We rijden ´s avonds van Schiphol naar Danny´s hotel. Opnieuw zijn ´nog meer stoffelijke resten´ van de bemanning aangetroffen in het mortuarium Westgaarde. Danny doet zijn werk. In de ochtend gaan we eerst naar de rechtbank voor het regelen van een laissez passer voor de resten. In de middag naar Den Haag, naar de Israëlische ambassade. Stapels papieren worden ingevuld. Import van stoffelijke resten! Ik vraag Danny ´Maar de begrafenissen zijn al geweest. Hoe moet dat nu´? Hij kijkt bedenkelijk. ´Wij zullen de families misschien wel, misschien niet informeren´.
Terug van Den Haag naar Amsterdam. Danny zegt geen woord en staart de hele weg voor zich uit. Bij de afslag zegt hij “Please, Lody, bring me to my hotel”! “Danny, we aren´t finished. We moeten nu naar Westgaarde om de ´resten´op te halen en ze voor te bereiden voor transport naar Israel”. “You hear? Bring me to the hotel. I am finished”. The brave strong Danny broke down….. Tussen twee snikken door “I´ll meet you in the night. Half past one at the airport with the goods”.
De uren die volgen worden gevuld met het ophalen van de resten. Deze worden in enkele kleine kistjes verpakt. Bizar, kleine en wat grotere lichaamsdelen. Deels nog in restanten van het EL AL uniform. De details heb ik voor altijd in mijn hoofd opgeslagen.
Ook een deel van een jonge vrouw die bij hoge uitzondering als passagier mee mocht met het cargotoestel. Zij zou enkele weken later in Israel in het huwelijk zijn getreden. Om half twee in de ochtend staan we in de cargo-hal op Schiphol-Oost. De lijkauto wordt uitgeladen. Danny komt aanlopen. Hij grijpt mij bij mijn schouders. “I am sorry, Lody, that I let you down. I was finished. Come with me”. We lopen de hal in. Tussen de containers, de balen en de dozen gaan we zitten. Danny vertelt mij waarom hij niet verder kon. “De kisten met resten gaan mee met een EL AL vliegtuig dat vanuit Washington een tussenlanding maakt op Schiphol, speciaal voor dit transport. Dan kan het morgenmiddag in Israel begraven worden. Op de ambassade”, zo gaat hij verder,”hoorde ik dat het vliegtuig vanuit Washington gevlogen wordt een gezagvoerder die de vader is van een van de omgekomen bemanningsleden is van de ramp. Straks als het vliegtuig geland is in Schiphol moet ik die vader vertellen dat er morgen een tweede begrafenis is van zijn zoon…..´.
Ik leg mijn arm rond de schouder van Danny. Een zware taak staat hem nog te wachten.
Ik lig die nacht nog twee uur op mijn bed. Zo gauw het licht is sta ik op. Een paar uur later zit ik achter mijn bureau op kantoor. Mijn collega komt de kamer binnen. Ik vertel hem dat ik een bizarre nacht heb gehad. Op zijn vraag begin ik te vertellen. Halverwege roept hij “ Alsjeblieft vertel dit niet. Hier kan ik niet tegen”. Die ochtend was de eerste keer ooit dat ik weg liep en de deur met een harde klap achter mij dicht sloeg.
Twintig jaar is het nu geleden. Bij de officiële herdenking ben ik niet aanwezig. Een vliegtuig komt over, op weg naar het veilige Schiphol, gevolgd door het volgende toestel. Dat ene toestel heeft het toen niet gehaald. Na twintig jaar vliegen mijn gedachten van beeld naar beeld….. flarden van toen….. Voor altijd opgeslagen.
Mijn werkzaamheden bij de Bijlmerramp werden binnen korte tijd gevolgd door nog twee vliegrampen.
Amsterdam, oktober 2012
—
Van rabbijn Lody B. van de Kamp verscheen bij Boekencentrum Uitgevers een aantal romans en een dagboek. Klik hier voor het overzicht van al zijn uitgaven.
20 jaar vliegramp-flarden… De ramp in de Bijlmer, een persoonlijke beschouwing – Door rabbijn Lody B. van de Kamp
Er zijn van die dagen dat de vliegtuigen af en aan vliegen, vlak over ons huis, op weg naar Schiphol. Behalve die ene dan, dat EL AL toestel, dat de reis nooit volmaakte. In de lange reeks van aankomende vliegtuigen lijkt het wel of dat ene gat ontstaan, door het voortijdig neerkomen in de Bijlmer, […]