Contemplatieve politiek – ‘Het goede dat zomaar komt’
Redactie Theologie.nl
Met het oog op Kamerverkiezingen van 15 maart schrijft Erik Borgman komende weken vijf theologische beschouwing over politiek. Dit in het verlengde van zijn nieuwste boek ‘Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving’ dat eind deze maand verschijnt. Borgman pleit voor relativering van de maakbaarheid. We moeten niet inzetten op een maakbare samenleving, maar op een contemplatieve samenleving. Daar hoort een contemplatieve politiek bij, een politiek die de mogelijkheden ontvangt die haar gegeven worden. Theologie ter bemoediging.
Door Erik Borgman
De verkiezingsdebatten zijn weer begonnen. Iedere lijsttrekker doet zijn of haar best om te laten zien dat juist hij of zij de meest geschikte persoon is om de verandering te bewerkstelligen die ons land nodig heeft. Ik denk ondertussen aan de Amerikaanse priester en spiritueel auteur Ronald Rolheiser. Op zijn website schrijft hij over zijn geestelijk begeleidster, die hem leerde leven volgens het motto: “Wees niet bang, je bent ongeschikt”, Fear not, you are inadequate!
Wat wij moeten doen, dat kunnen we helemaal niet! Dit gegeven heb ik tot uitgangspunt gemaakt van mijn nieuwste boek Leven van wat komt. Dat wij niet kunnen wat we moeten is helemaal niet zo erg, integendeel. Als we het maar weten. Dan kunnen we op de uitkijk gaan staan en zoeken naar anderen, die kunnen waar wij ongeschikt voor zijn. Dan ontstaan er nieuwe, onverwachte mogelijkheden.
Marga Klompé
Te midden van alle retoriek van ‘kies mij’, kies mij’, denk ik aan de katholieke politica Marga Klompé (1912-1986). Klompé zou de eerste Nederlandse vrouwelijke minister worden en later de eerste vrouwelijke Minister van Staat. Tijdens haar eerste jaar als lid van de Tweede Kamer hield zij een dagboek bij. Op 12 augustus 1948, de dag van haar beëdiging als Kamerlid, maakte Klompé direct duidelijk dat zij haar politieke werk als een opdracht zag: “Hoop dat God mij de kracht geeft om mijzelf te blijven en in deze sfeer iets uit te dragen van de Liefde en de Rechtvaardigheid”, schreef ze.
Marga Klompé was een geëngageerd en vroom katholiek. Zij had de gewoonte dagelijks de eucharistieviering bij te wonen. Op 10 september 1948, tijdens een verblijf in Rome, schreef zij in haar dagboek:
Vanmorgen in de kerk is mij iets heel duidelijk geworden. Wil ik iets goeds doen op politiek gebied, dan zal ik volkomen instrument moeten zijn, dat wil zeggen de geestelijke verdieping moet voor alles gaan.
Het was een dragende lijn in haar leven. In een interview dat zij kort voor haar dood gaf aan de journalist Rex Brico en dat vier dagen na haar overlijden werd gepubliceerd als haar ‘geestelijk testament’, vertelde Klompé dat zij al relatief jong ontdekt had dat het meest essentiële voor haar de liefde was. ‘De liefde voor God en de naaste, een beetje instrument zijn van God in zijn wereld…’
Instrument van liefde en rechtvaardigheid
Klompé stond bij haar werk als politica niet zozeer een gedetailleerd programma voor ogen en zij streefde geen welomschreven ideale samenleving na. Zij was ervan overtuigd dat het kwaad “een realiteit” is “die wij mensen niet kunnen wegwerken” en dat dit dus ook niet de taak kan zijn van een overheid. In plaats daarvan moet de overheid zich tot taak stellen “de gevolgen van het kwaad te verminderen”. Tegelijkertijd was Klompé er als politica bij uitstek op gericht via haar werk de liefde van God zichtbaar te maken. “[Mensen] willen de zekerheid geaccepteerd te zijn, uitgenodigd en aangehoord te worden”, zei zij in het genoemde interview met Brico aan het einde van haar leven.
Het inzicht dat de overheid hierin een taak heeft, is in het huidige tijdperk van massaal onbehagen onder burgers en de daaruit voortvloeiende wending naar een populistische politiek, uiterst actueel. Hierop duidde Klompé met haar uitspraak dat zij “een instrument van Gods liefde” wilde zijn: zij wilde laten zien dat mensen bemind waren, de moeite waard en als beeld van God begiftigd met een onvervreemdbare waardigheid. De politiek was hiertoe voor haar een van de middelen.
Onverdiend geschenk
Juist te midden van de ingrijpende maatschappelijke veranderingen die wij vandaag de dag meemaken, en als antwoord op de onzekerheid die hier het gevolg van is, is het zaak om op een wijze die is aangepast aan de situatie instrument te zijn van liefde en rechtvaardigheid. Het is op zich niet erg dat onze huidige politici geen idee hebben hoe zij dat zouden moeten doen. Ook Marga Klompé was daar een leven lang naar op zoek.
Het is een groot probleem dat hedendaagse politici zich niet langer lijken te kunnen voorstellen dat dit hun taak zou kunnen zijn. Een taak waar zij, als puntje bij paaltje komt, ongeschikt voor zijn. Een taak waar wij allemaal ongeschikt voor zijn. Juist echter als wij onze ongeschiktheid inzien, kunnen we ophouden met vergeefs proberen de wereld naar onze hand te zetten en beginnen met samenwerken met het goede dat zomaar komt. Als een onverdiend geschenk, als genade.
Erik Borgman, Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving, Meinema, 192 blz., € 16,95. (Presentatie: 28 maart a.s.)
Contemplatieve politiek – ‘Het goede dat zomaar komt’
Met het oog op Kamerverkiezingen van 15 maart schrijft Erik Borgman komende weken vijf theologische beschouwing over politiek. Dit in het verlengde van zijn nieuwste boek ‘Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving’ dat eind deze maand verschijnt. Borgman pleit voor relativering van de maakbaarheid. We moeten niet inzetten op een maakbare samenleving, maar op een contemplatieve […]