De dubbelheid rond dieren
Redactie Theologie.nl
Terwijl ik Het dier is mens geworden. Het dier is ding geworden van Marijke Verduyn lees, liggen twee honden op warme kussens te slapen naast de bank. Af en toe zucht er een, soms smakt er een.
Met wat ik weet van honden zou ik zeggen: ze zijn gelukkig, op dit moment. Hun lichaamstaal zegt het. Maar na het lezen van Verduyns boek wordt die stelling discutabel. Zijn honden echt gelukkig met hun leven bij mensen?
Marijke Verduyn –journalist en theoloog– zegt niet dat het niet zo is, maar zet haar lezers wel aan het denken. In het hoofdstuk ”Een dier is geen accessoire – over dier en ethiek” komt de vraag aan de orde of het moreel gezien wel kan: dieren in je bezit hebben. Verduyn legt daar uit wat de Amerikaanse rechtsfilosoof Gary L. Francione daarover zegt. Hij vindt dat mensen huisdieren veroordelen tot onnatuurlijk gedrag; ze zijn er puur voor ons gemak, plezier en amusement. Francione noemt het „morele schizofrenie” dat wij het lijden van dieren afwegen tegen ons lijden (als een dier ziek is bijvoorbeeld mag de baas bepalen of het een spuitje krijgt of niet). „Wij zeggen wel dat wij dieren niet onnodig mogen laten lijden, maar wij bepalen ook weer zelf of we ons daaraan moeten houden.”
Dit ethische hoofdstuk gaat behoorlijk diep, en ook de rest van het boek stemt tot nadenken. De gespletenheid van de hedendaagse omgang met dieren wordt fysiek onderstreept doordat de ene helft gaat over vertroetelde huisdieren, en de andere helft (daarvoor moet je het boek omdraaien én op z’n kop houden) over productiedieren.
Lees de volledige recensie op de website van Reformatorisch Dagblad.
Marijke Verduyn –journalist en theoloog– zegt niet dat het niet zo is, maar zet haar lezers wel aan het denken. In het hoofdstuk ”Een dier is geen accessoire – over dier en ethiek” komt de vraag aan de orde of het moreel gezien wel kan: dieren in je bezit hebben. Verduyn legt daar uit wat de Amerikaanse rechtsfilosoof Gary L. Francione daarover zegt. Hij vindt dat mensen huisdieren veroordelen tot onnatuurlijk gedrag; ze zijn er puur voor ons gemak, plezier en amusement. Francione noemt het „morele schizofrenie” dat wij het lijden van dieren afwegen tegen ons lijden (als een dier ziek is bijvoorbeeld mag de baas bepalen of het een spuitje krijgt of niet). „Wij zeggen wel dat wij dieren niet onnodig mogen laten lijden, maar wij bepalen ook weer zelf of we ons daaraan moeten houden.”
Dit ethische hoofdstuk gaat behoorlijk diep, en ook de rest van het boek stemt tot nadenken. De gespletenheid van de hedendaagse omgang met dieren wordt fysiek onderstreept doordat de ene helft gaat over vertroetelde huisdieren, en de andere helft (daarvoor moet je het boek omdraaien én op z’n kop houden) over productiedieren.
Lees de volledige recensie op de website van Reformatorisch Dagblad.
De dubbelheid rond dieren
Terwijl ik Het dier is mens geworden. Het dier is ding geworden van Marijke Verduyn lees, liggen twee honden op warme kussens te slapen naast de bank. Af en toe zucht er een, soms smakt er een. Met wat ik weet van honden zou ik zeggen: ze zijn gelukkig, op dit moment. Hun lichaamstaal zegt […]