De heilige plek van…
Redactie Theologie.nl
Het laatste nummer van het tijdschrift Open Deur bespraken twee vrouwen hun heilige plek. Lees mee met Claudia de Armas en Beatrijs Oerlemans.
Wat is heilig voor Beatrijs Oerlemans?
Decennia lang was heilige grond iets waarvoor ik op pad ging. Met mijn fiets trok ik eropuit naar een bijzondere plek. Waar hemel en aarde elkaar raken. Waar lichaam en geest zich gevoed voelen, gerustgesteld en verwarmd. Voor mij is dat vrijwel altijd een plek in de natuur. Die afspraak maakte ik al op jonge leeftijd met God: de natuur is onze ontmoetingsplaats. Daar is de verbondenheid met het hogere voor mij in alle details voelbaar.
Nog steeds trek ik eropuit en bezoek mijn heilige gronden, maar er is iets veranderd. Na tien jaar van hard werken en dapper doorzetten, lukte het om met een groep mensen ons eigen woonproject te realiseren. De grond kochten we van de Zusters Ursulinen, die liefdevol voor de realisatie van ons project hebben gebeden. Sinds ruim zeven jaar wonen we er nu, twintig huishoudens. Met al onze verschillen en discussies, maar ook met veel nabuurschap en wederzijds respect. Volop ruimte om jezelf te zijn en kansen om dingen samen te doen. Omringd door bomen, vogels en eekhoorntjes die opgewekt van tak naar tak springen.
Thuiskomen is hierdoor een heel andere beleving geworden. Zodra ik ons erf op fiets voel ik het: dit is mijn heilige grond.
Wat is heilig voor Claudia de Armas?
Bij een heilige plaats moet ik denken aan een plek die ik mis: het huis van mijn ouders waar ik opgegroeid ben. Al bestaat die plek alleen nog in mijn hoofd, heb ik gemerkt. Vijf jaar geleden ben ik terug geweest naar Venezuela, waar ik vandaan kom. Het huis bestaat nog; mijn ouders wonen er nog, maar de situatie daar is zo veranderd dat alles anders is. Het is heel moeilijk om aan eten te komen of aan medicijnen. Als we vroeger kerst vierden, waren er cadeaus – nu zijn er helemaal geen cadeaus of kleine dingen als zeep of deodorant.
Wat ik nú ‘thuis’ kan noemen, is ook een heilige plek voor mij: waar mijn man is, en mijn twee katjes.
En als ik in contact wil komen met God, ga ik naar mijn kamer. Ik bid altijd bij het raam. Als ik naar de lucht kan kijken, voel ik een connectie met God. In Venezuela had ik op zo’n zelfde plek, bij het raam, een klein altaar met kaarsen en een Mariabeeld.
Ik heb ook de neiging om de natuur op te zoeken als ik wil bidden. In mijn land was een heel mooi plekje met een klein afdakje met een Mariabeeld, hele hoge bomen eromheen. Dat was prachtig. Net als een plek in de bergen, waar het heel stil was, blauw en groen… Maar ook als ik hier in een park loop, heb ik de neiging om God te bedanken voor alles wat ik heb.
In de kerk bidt het gemakkelijker dan thuis – daar zit ik in de flow van de rituelen. Maar in mijn kamer ben ik vrijer. Daar kan ik huilen als ik triest ben.
Boekentip: Vrijspraak voor Losers
In ‘Vrijspraak voor losers’ houdt Nadia Bolz-Weber een vlammend pleidooi voor religieuze vrijheid. In een eerlijke, verhalende stijl vertelt zij over haar werk als pastor. Zij ontdekt dat God zich laat vinden in alle mensen. Keer op keer ontmoet ze God in mensen die het minst geschikt lijken: een agnost, een travestiet of een criminele bisschop. Door deze onheilige heiligen te ontmoeten, leert ze wat genade is. Dit boek laat zien wat er gebeurt als gewone mensen brood en wijn delen, de Bijbel lezen en elkaar hun levensverhalen vertellen.
De heilige plek van…
Het laatste nummer van het tijdschrift Open Deur bespraken twee vrouwen hun heilige plek. Lees mee met Claudia de Armas en Beatrijs Oerlemans.