De houding van de Yali’s tegenover het Evangelie en de zendelingen
Redactie Theologie.nl
Eerder dit jaar vond in het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland de presentatie plaats van het boek Vergeten wereld, eerste ontmoetingen met de Yali’s in het bergland van Papua. Tijdens de presentatie werd een aantal lezingen gehouden. U kunt de komende week de teksten nalezen op Theoblogie. Vandaag de eerste lezing door Ibrahim Peyon.
Wa wa wa …(oftewel in het Nederlands: goedemiddag allemaal)
In de visie van de Yali’s waren het Evangelie en de zendelingen niet vreemd voor hen. Uit verschillende verhalen van hen blijkt dat ze al van het Evangelie en de blanken wisten lang voordat die naar Yalimo kwamen. Die kennis was geheim en werd overgeleverd via verhalen die een rol speelden bij de initiatieriten in het mannenhuis – yowi genoemd. De yowi is belangrijk in de Yali cultuur, zij is niet maar een hut of een woonhuis, zij heeft betekenis voor de sociale relaties en het samenleven, zij heeft kosmologische en religieuze betekenis en is van belang voor het economische en politieke leven en voor het evenwicht met de natuurlijke omgeving. De yowi is het centrum van heel het menselijk leven. In de yowi bevindt zich het lichaam of het wezen van de Schepper, Hij die er ooit was, op dit moment leeft en er in de toekomst zal zijn. Hij is het wezenlijke, de kern, het centrum en het fundament. Een deel van het lichaam van het wezenlijke of de Schepper werd in het verleden in deze huizen bewaard in de vorm van de usasum. De usasum zijn het symbool van de relatie met dat wezenlijke, namelijk de Schepper. In de symbolen is het wezenlijke zichtbaar. Via de riten was er op een harmonische en voortdurende wijze communicatie tussen de mensen en het onzichtbare. De op juiste wijze uitgevoerde riten brachten voorspoed en omgekeerd brachten de verkeerd uitgevoerde riten ongeluk.
Op deze manier gaven de Yali’s de geschiedenis van de schepping en het leven door, het Evangelie was niet nieuw of vreemd voor hen. Ze kenden het Evangelie al voordat de zendelingen naar hun gebied kwamen. In hun mondelinge traditie vertelden ze dat het Evangelie ooit onder hen was geweest. Maar de persoon die er in voorkwam was door de Yali’s weggejaagd en hij was ver weggegaan. Maar deze bewuste persoon had beloofd dat hij naar het Yalimo gebied zou terugkeren. De personen in de geschiedenis van de Yali’s worden vaak verbonden met God, de Schepper, en met de Heer Jezus Christus. In verschillende liederen die een rol spelen bij de initiatie (muruwal) worden namen genoemd die ook voorkomen in de Bijbel, zoals Nuh of Noh, dat is Noach. In een lied klinkt het zo: “hun Nuh waruhu ooo, hun Noh wauhuooo…”. Dat betekent dat Noach zal terugkomen naar Yalimo. De Yali’s geloven ook dat de mensen en heel de aarde geschapen zijn door de Schepper in wie zij geloven. De naam van de Schepper is een geheim maar er zijn verschillende namen die hem op verhulde wijze aanduiden. Zo is Allapungi een naam die vaak genoemd wordt. Hij wordt gezien als een persoon die aanwezig was bij de schepping. Gedeelten van zijn botten werden vroeger in het mannenhuis (yowi usaibam) bewaard. (Allapungi lijkt in het Indonesisch op Allah (God), vertaler.) Volgens de voorstelling van deYali’s zijn Allah en Noach die in de Bijbel genoemd worden dezelfde als de Heer in wie zij geloven in hun cultuur. Allapungi kan opgevat worde als Allah/God in de Bijbel nu.
In het mannenhuis bewaarden de Yali’s vroeger ook moderne voorwerpen zoals oude kleren, boeken, schoenen en loden kogels. Deze voorwerpen werden bewaard als usasum (heilige voorwerpen) en waren middelen om te communiceren met de Schepper. De afkomst van deze voorwerpen is niet belangrijk, het gaat om de functie die ze hadden.
Zoals de Yali’s het in deze tijd vaak zien wordt er ook een verband gelegd tussen het verhaal van het vellen en het wegvliegen van de Yeliboom met het verhaal van Jezus in de Bijbel. Weliswaar zeggen ze dat niet met zoveel woorden maar op verhulde wijze vertellen ze dat de naam Jezus ooit in hun geschiedenis en cultuur voorkwam. Jezus komt van Ye en su. Het woord Ye betekent een deel van het lichaam van de persoon Yeli dat inging in de aarde terwijl su of to slaat op het andere deel van het lichaam van Yeli dat naar de hemel vloog. Het woord su betekent dood of doden. In deze context betekent Yesu de mysterieuse mens Yeli die vroeger leefde daarna gedood werd maar weer tot leven kwam en in westelijke richting vloog, naar de Palumrivier. In deze verhalen maakten de Yali’s duidelijk dat het vellen van Yeli plaats vond na de schepping in het begin. Volgens de Yali’s kenden ze op grond van dit besef het Evangelie al sinds vanouds. Het verschijnen van het Evangelie in deze tijd kon opgevat worden als de terugkeer van het Evangelie dat ooit al in hun geschiedenis aanwezig was geweest.
Verschillende andere verhalen laten zien dat in het begin de Yali’s ooit met de blanken samenleefden. De Yali’s zagen de blanken toen als de oudsten in de geschiedenis van de schepping van de mens. Als oudsten bezaten ze verschillende soorten kennis en bepaalde bijzondere rechten. Een van die verhalen vertelt over de scheiding tussen de blanken en de Yali’s. Volgens dat verhaal woonden de zwarte en de blanke mensen ooit bij elkaar op één plaats. Sommige blanken bevalen alle mensen hun ogen te sluiten. Bij die gelegenheid namen de blanken alle rijkdommen mee en verdwenen, ver weg. Alle rijkdommen werden overal heengebracht. In die chaotische situatie veranderden sommige mensen in bergen, stenen, bomen, varkens en gingen op in het land, in rivieren en meren. Zij werden op dat moment de bewoners ervan. De Yali’s hadden dit niet gezien. Maar een hond wel. Daarom zijn honden in staat wilde dieren te ontdekken en te jagen, terwijl mensen de dieren in het bos niet kunnen ontdekken. Volgens de Yali’s moeten ze met de onzichtbare bewoners van het bos via bepaalde riten een relatie onderhouden. De symbolen die in het mannenhuis bewaard worden als usasum vormen onderdelen van die vroegere geschiedenis.
In dit perspectief gezien kunnen we beter begrijpen dat het leven van de Yali’s, sociaal, economisch, religieus, en hun natuurlijke omgeving één geheel is: geïntegreerd en harmonisch. Elementen in de omgeving, zoals natuur, land, bergen, stenen, rivieren, zee, dieren en planten zijn geen aparte wereld, los van het leven van de mensen. Maar ze vormen één geheel, zijn geïntegreerd en vormen een harmonische en voortdurende verbondenheid
Het verschijnen van het Evangelie en de zendelingen
Vanuit deze achtergrond ontvingen de Yali’s het Evangelie in vrede en blijdschap zoals dat tot hen kwam via de twee zendelingen, ds. Siegfried Zöllner en dokter Wim Vriend, en hun helpers op 23 maart 1961. Het bericht van hun komst verspreidde zich snel in de meest nabijgelegen dalen, vooral in het Sibi-, Pondeng- en Yahulidal. DeYali’s wachtten hen niet slechts op in Yalimo – sommigen waren al naar Wamena gegaan. Onder hen was Suwesi, een jongeman uit het Pondengdal. Zijn vader was door een vijandelijke partij gedood, hij was van plan om daarvoor samen met zijn neef Kononggot Kabak uit Piliam wraak te nemen. Op zeker moment zat hij bij zijn tuin in het dorp Homtonggo, hij was bezig zijn pijlen in gereedheid te brengen. Plotseling kwam er een vogel, een herher suwe, van ver aanvliegen en streek neer op zijn hoofd. De vogel bleef een paar minuten zitten en plukte een paar haren uit zijn hoofd. Daarna vloog hij weg in de richting van de Baliemvallei. Suwesi keek de vogel achterna tot hij uit het gezicht verdween. Die dag besloot hij om de vogel te volgen waar hij heengegaan was. Hij pakte wat spullen bij elkaar en ging naar zijn neef in Piliam waar hij een dag bleef. Op de derde dag legde Suwesi de tocht af naar de Baliemvallei. Zijn belangrijkste doel was zout te ruilen. Op een dag trok hij naar Ahamua, het centrum van de zending en de Nederlandse overheid, nu Wamena geheten. Hier vond de eerste ontmoeting plaats met het gezelschap van ds. Zöllner en dokter Vriend. Hij sloot zich bij hen aan op weg naar het Yalimodal.
Het bericht van de komst van de zendelingen had zich al wijd en zijd verspreid in het Sibi- en Pondengdal. Op dat moment ging Kenonggot in de richting van Wamena zijn zwager die de blanken begeleidde tegemoet. Op de tweede dag trokken verschillende jongemannen naar de top van de Elitberg om het gezelschap blanken te verwelkomen. Zij hadden ook al bruggen en trappen aangelegd bij de steile wand van de Elitberg. Aan de voet van de berg stonden ongeveer 30 Yali’s om de zendelingen te ontvangen. Toen het gezelschap dichtbij het dorp Piliam kwam hadden zich er al veel Yali’s verzameld. Zij stonden daar in twee rijen, links en rechts, zodat het gezelschap er tussendoor kon lopen. In de Yali cultuur wijst dit op bescherming, veiligheid en vrede. Het betekent dat de blanken opgenomen werden in de samenleving van de Yali’s. Ze kregen bescherming en vrede voor dit moment en voor de toekomst.
Ibrahim Peyon, master at the department of anthropology, Cenderawasih University, Jayapura, Papua.
N.a.v. Vergeten wereld, eerste ontmoetingen met de Yali’s in het bergland van Papua door Siegfried Zöllner, vertaling door Wim Vriend.
De houding van de Yali’s tegenover het Evangelie en de zendelingen
Eerder dit jaar vond in het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland de presentatie plaats van het boek Vergeten wereld, eerste ontmoetingen met de Yali’s in het bergland van Papua. Tijdens de presentatie werd een aantal lezingen gehouden. U kunt de komende week de teksten nalezen op Theoblogie. Vandaag de eerste lezing door Ibrahim Peyon. […]