De kracht van een goed woord en daar vertrouwen aan ontlenen
Redactie Theologie.nl
Dames en heren,
Van harte welkom bij de presentatie van Een goed woord, een bloemlezing uit de preken van Gerrit de Kruijf. Mijn naam is Udo Doedens. Samen met Jilles de Klerk, die u straks zult horen, ben ik verantwoordelijk voor de eindredactie van het boek.
De titel ‘Een goed woord’ komt uit een preek uit 2009. In die preek gaat het over Paulus’ oversteek naar Europa, een onderwerp dat voor predikanten doorgaans aanleiding is tot gejuich of gesomber over de relatie tussen het christendom en Europa. Gerrit de Kruijf heeft daar ook gedachten over, maar bij hem overheerst de verbazing. Hij verbaast zich over wat Paulus in Europa importeert. Ik citeer:
‘Paulus heeft maar een ding te bieden: een goed woord. Een woord van hart tot hart, als door een vriend gesproken. Een woord dat ook reinigend kan werken en iemand bij zijn gezond verstand kan brengen.’ Die verbazing dat het evangelie niet meer is dan een goed woord en dan een verbazing tot de tweede macht dat dat goede woord kennelijk ook wel wat voorstelt, een gaandeweg enthousiast wordende verbazing, is voor mijn gevoel kenmerkend voor de preken van Gerrit de Kruijf.
Niet alleen voor zijn preken, trouwens. Ook in zijn colleges verkondigde Gerrit de Kruijf nooit ex cathedra dat iets goed, mooi of waar was. Hij begon altijd met onze verwondering te wekken dat dit of dat ooit gezegd of geschreven was. Soms bleef het bij die verwondering, maar soms werd die verwondering ook een ontdekking: wat toen is gezegd of geschreven geeft jou ook weer wat te zeggen of te schrijven.
Toen ik college bij hem liep, midden jaren ’90 van de vorige eeuw, wist ik van de predikant De Kruijf niets. In mijn herinnering gingen de colleges vaak over het spreken van de kerk in de wereld. Daar had De Kruijf bedenkingen bij, maar dat daagde ons uit om te verzinnen hoe dat beter kon. Het bracht ons er niet toe om ons te bepalen bij het binnenkerkelijke spreken, waarvan de preek op zondagmorgen de klassieke gestalte was. Er waren onder de studenten een paar voormalige Rotterdamse gemeenteleden die bij Gerrit college liepen. Tijdens de koffiepauze wilden die nog weleens opsnijden over Gerrits gaven als prediker en als catecheet. Als dat gebeurde, hoorden wij dat meewarig aan, vast overtuigd als wij waren dat een hoogleraar de overtreffende trap is van een predikant en een college een sterk verbeterde preek.
Pas in de jaren daarna, waarschijnlijk mede onder invloed van het feit dat ik zelf predikant was geworden, drong tot mij door hoeveel waarde De Kruijf toekende aan het binnenkerkelijke spreken en de preek. Kenmerkend was zijn voorstel van een paar jaar geleden om de hele predikantsopleiding rond de preek te organiseren. Nog in zijn dankwoord bij de aanbieding van Verlegen om een goed woord zei hij dat de toekomst van de kerk wat hem betreft van de preek afhing. Ondertussen was mij ook duidelijk geworden dat Gerrit behalve hoogleraar ook nog steeds in hart en nieren predikant was. Vele malen per jaar en op allerlei plaatsen, tot het kleine Piershil aan toe, besteeg hij de kansel en vond hij een dankbaar gehoor. De opmerking van prof. Muis tijdens de rouwdienst trof mij dan ook als zeer juist: De Kruijfs ‘eigenlijke roeping en passie’ was de verkondiging van het evangelie.
Maar wat was er van die ‘eigenlijke’ roeping en passie al met al op papier gekomen, zodat ook mensen van buiten er kennis van konden nemen? En was De Kruijfs pleidooi voor de preek niet een beetje theoretisch gebleven, omdat het, naar het scheen, afkomstig was van de universiteit en niet werd ondersteund met overtuigende voorbeelden? Dit waren de belangrijkste redenen om niet lang na Gerrits overlijden iets te willen doen met zijn preken.
Maar iets doen met preken is nogal vaag. We wilden niet de kant op van een gedenkboek met de mooiste preken van de geliefde predikant. Dat zou ook niet passen bij een man die altijd naar de toekomst keek en graag anderen aan het werk zette. We wilden een boek met aanzetten. Aanzetten voor gewone lezers om je weer eens te verbazen over de kracht van een goed woord en daar vertrouwen aan te ontlenen. En aanzetten voor predikanten of mensen die het willen worden, om een nieuwe toon te vinden en een manier om eigentijds te spreken zonder meteen afscheid te nemen van Bijbel en geloofsleer.
Gerrits 650 preken leken vol te zitten met die aanzetten. En toen Jany ons in die enorme stapel liet grasduinen, bleken ze volop citeerbaar en bloemleesbaar. Nadat we dan ook, behalve een uitgever, nog 13 mensen hadden gevonden die samen met ons met mand en snoeimes door de preken wilden gaan, was het grootste werk snel gedaan. De rest was een kwestie van redigeren en opmaken.
Wat u straks in handen krijgt, is dus niet bedoeld als een soort laatste saluut aan Gerrit de Kruijf. Hoogstens hebben we met Een goed woord het beeld willen aanvullen van De Kruijf als theoloog dat opkomt uit zijn publicaties tot nu toe.
Wat wij eigenlijk hopen, is dat dit boek u als lezer brengt op een nog niet zo vaak betreden pad. Een pad dat begint bij de verbazing over hoe klein en gewoon het evangelie eigenlijk is en je dan langzamerhand leidt naar de enthousiaste ontdekking dat dat gewone jou iets sterks wil vertellen. Iets pakkends. Iets bevrijdends.
Onze dank gaat uit naar de medewerkers aan de bundel
Sam Janse, Riegonda Kaai, Wim Koerselman, Bert de Leede, Gerben van Manen, Kim Magnee, Hanneke Ouwerkerk, Esther de Paauw, Petruschka Schaafsma, Tim Vreugdenhil, Hans de Waal, Nelleke van Zessen, Andries Zoutendijk.
Dank ook aan uitgeverij Boekencentrum in de personen van Nico de Waal en Simone Perreijn, voor de begeleiding van het project. Dank aan de Stichting Ad Pias Causas, de Stichting Aanpakken, de Stichting Gemeenteleven Wijk B en aan het Vicariefonds van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht voor de financiële ondersteuning van de uitgave, aan de Protestantse Theologische Universiteit in de personen van Dominque de Boer en Sanne van Dijk voor de organisatie van deze presentatie, aan Jany de Kruijf voor het geschonken vertrouwen en ten slotte aan de drie mensen die ik nu bij u ga introduceren.
Aan hen hebben wij gevraagd om vanmiddag eens hardop te reageren op Gerrit de Kruijf en zijn preken. Zetten ze inderdaad tot iets aan? Is De Kruijfs manier van preken overdraagbaar? En zo ja, wat valt er voor predikanten van hem te leren? En wat bracht het je toen je als gemeentelid bij hem in de kerkbanken zat? Waarom spraken nu juist zijn preken zoveel mensen aan?
Deze vragen legden wij voor aan Hanneke Ouwerkerk, leerling van Gerrit de Kruijf in Leiden en daarna een van zijn opvolgers als predikant in Rijnsaterwoude. Momenteel is Hanneke predikant in Schoonhoven. Zij zal als eerste spreken. Daarna horen we Albert Snethlage, gemeentelid van De Kruijf uit Rotterdam Kralingen, en ten slotte Kees van Ekris, predikant van een Hervormde wijkgemeente te Zeist en samen met Gerrit de Kruijf betrokken bij de website Domineeworden.nl.
Dr. Udo Doedens, 18 september 2015.
Dr. Udo Doedens sprak deze tekst uit als welkomstwoord tijdens de presentatie van het boek Een goed woord. Uit de preken van Gerrit de Kruijf.
De kracht van een goed woord en daar vertrouwen aan ontlenen
Dames en heren, Van harte welkom bij de presentatie van Een goed woord, een bloemlezing uit de preken van Gerrit de Kruijf. Mijn naam is Udo Doedens. Samen met Jilles de Klerk, die u straks zult horen, ben ik verantwoordelijk voor de eindredactie van het boek. De titel ‘Een goed woord’ komt uit een preek […]