‘De nacht is ook een zon’ – Het sacrale bij Georges Bataille
Redactie Theologie.nl
Als jongeman is de Franse schrijver, dichter en filosoof Georges Bataille getuige van de gruwelijke dood van een in die tijd beroemde torero. De aanblik van het brute geweld roept angst en weerzin op, maar tegelijk ook fascinatie. Het gruwelijke stoot af, maar trekt ook aan, zo moet Bataille erkennen. Deze ambivalentie herkent hij eveneens in ervaringen van erotiek, kunst en mystiek. Dat bepaalt zijn latere werk en zijn denken over het sacrale. Bataille is wel gekarakteriseerd als een erofoob en kwaadaardig denker, als ‘de filosoof van het kwaad’. Dit soort aanduidingen doen echter geen recht aan zijn inzet, zegt godsdienstfilosoof Emanuel Rutten. Het christendom kan iets leren van Batailles fundamentele uiteenzetting met het sacrale.
Om door te dringen tot de ziel van zijn denken is het van belang er allereerst op te wijzen dat Batailles (1897-1962) denken vanaf het begin een dialoog was met het monotheïsme, of specifieker: het christendom. Ook nadat hij in 1922 met het katholicisme brak is hij eigenlijk altijd in gesprek gebleven met de monotheïstische traditie. Zo schrijft Bataille in zijn hoofdwerk De erotiek uit 1957 dat, hoewel hij zeker niet wil terugkeren naar het christelijke geloof van zijn jeugd, niets hem meer heeft geboeid ‘dan de mogelijkheid om in een algemeen perspectief het beeld terug te vinden waarvan [hij] in [zijn] jonge jaren bezeten was, namelijk het beeld van God’ (p. 11). In De innerlijke ervaring stelt Bataille zelfs dat hij alleen maar ‘met vinniger nauwgezetheid een methode volgde waarin de christenen uitblonken’ (p. 27). Hij ontwikkelde ermee in zijn teksten een bepaalde notie van het sacrale.
In wat volgt zal ik laten zien dat deze notie dicht bij de traditie van het monotheïsme staat. In feite raakt zijn begrip van het sacrale aan dat van het monotheïsme. Daarna zal ik betogen dat de traditie van het monotheïsme zelfs iets kan leren van Batailles denken over het sacrale.
Herkomst van het kwaad
Om Batailles notie van het sacrale voor het voetlicht te brengen vertrek ik vanuit zijn levens-vraag. De existentiële vraag waarmee hij geconfronteerd werd en die hij in zijn werk probeert te beantwoorden is de vraag naar de herkomst van het kwaad. Deze vraag hield hem al sinds zijn jeugd bezig. Bataille maakte als kind de eerste wereldoorlog van heel dichtbij mee. En de verschrikkingen ervan maakten een onuitwisbare indruk op hem. Hij voelde diepe afschuw voor het kwaad dat mensen elkaar aandeden. Toch wilde Bataille dit kwaad onder ogen zien. Hij wilde het kwaad te boven komen door de herkomst ervan te begrijpen. Hij wilde het een plek geven, om er zo mee te kunnen leven. Dit heeft hij zijn hele leven nagestreefd en daarom alleen kan hij ‘de filosoof van het kwaad’ genoemd worden.
Aanvankelijk beschouwde Bataille het christendom als het ultieme antwoord op de vraag naar het kwaad. Hij laat zich daarom in 1914 dopen en doorloopt het seminarie om priester te worden. Het christendom leert een radicale scheiding tussen goed en kwaad. Het heilige is het volkomen goede en dus verschoond van enig kwaad. Het kwaad dat door de mens zelf in de wereld kwam dient volledig uitgebannen te worden, aldus zijn lezing van het christendom.
Stierenvechter
Een gebeurtenis in 1922 veranderde echter zijn opvattingen over het kwaad. Hij was in dat jaar in Madrid en is daar getuige van de dood van een in die tijd beroemde torero. In de arena waar Bataille aanwezig is wordt het oog van de stierenvechter doorboord door de hoorn van de stier. Bataille voelde ook nu weer angst, afkeer en diepe weerzin bij de aanblik van het brute geweld en de daaropvolgende gruwelijke dood van de torero. Maar hij kon dit keer niet ontkennen dat het strijdtoneel en de gebeurtenissen die zich daar voltrokken hem eveneens fascineerden. Het geweld stootte hem niet alleen af, hij voelde zich er ondanks alles toch ook toe aangetrokken. Wat hij zo ontdekte was hoe nauw verwant de tegenstrijdige emoties van genot en angst in de mens eigenlijk zijn. Het paradoxale is dat mensen zowel genieten van en huiver voelen voor het gewelddadige. Dit cruciale inzicht in de diepe contrastharmonie van aantrekking en afstoting werd beslissend voor het vervolg van Batailles denken. Hij zag in dat het spanningsvolle samenspel van genot en afkeer zich niet alleen meldt in de ervaring van dood en geweld, maar ook in ervaringen van erotiek, kunst en mystiek.
Lees het volledige artikel op de website van DeBezieling.
‘De nacht is ook een zon’ – Het sacrale bij Georges Bataille
Als jongeman is de Franse schrijver, dichter en filosoof Georges Bataille getuige van de gruwelijke dood van een in die tijd beroemde torero. De aanblik van het brute geweld roept angst en weerzin op, maar tegelijk ook fascinatie. Het gruwelijke stoot af, maar trekt ook aan, zo moet Bataille erkennen. Deze ambivalentie herkent hij eveneens […]

