Een ontroerende brief | door Esther van der Panne
Redactie Theologie.nl
Ik klik bestand nummer HSS-A617 open. Op mijn beeldscherm verschijnt een gebruind en gevlekt papier, maar de tekst die erop geschreven is, is nog goed te lezen. Het ontroert me – ik kijk naar een brief van 5 oktober 1573, de afscheidsbrief van de Antwerpse Maeyken Wens aan haar vijftienjarige zoon Adriaan.
Maeyken zit in de gevangenis. Met een tongschroef in haar mond, die haar belet om te spreken. Een paar uur later zal ze sterven op de brandstapel. Omdat ze doopsgezind is, een ketter, een volgeling van Menno Simons. Het was klaarblijkelijk bedreigend dat de doopsgezinden geweldloos en zuiver wilden leven, dat ze zelf de bijbel wilden lezen en alleen volwassenen doopten.
Schrijfster Nelleke Noordervliet verdiepte zich in Maeyken en schreef een prachtig verhaal over haar. Met als middelpunt de afscheidsbrief, die nu voor iedereen te zien en te lezen is: in het eenmalige magazine Menno.
Esther van der Panne is eindredacteur van de eenmalige glossy Menno.
Zondebok
Het is 15 januari 1566 wanneer de burgerweeskinderen uitbreken en Amsterdam onveilig maken. Fye Lieveheer heeft erover gedroomd, maar vertelt dit, behalve aan haar dochter Sara en man Gerrit, aan niemand.
Fyes ontmoeting met haar oude liefde Laurens, een rijke korenkoper, maakt haar van slag en onvoorzichtig. Ze wordt verliefd, haar relatie met Gerrit staat op scherp en het klassenverschil tussen hen beiden wordt zichtbaarder dan ooit.
Intussen neemt de politieke onrust in Amsterdam toe; steeds duidelijker zetten de burgers zich af tegen de macht van de katholieken en van de elite in de stad. Het vroedschap van Amsterdam zoekt een oorzaak voor de opstand van de weeskinderen, en vindt een zondebok in Fye.
Een ontroerende brief | door Esther van der Panne
Maeyken zit in de gevangenis. Met een tongschroef in haar mond, die haar belet om te spreken. Een paar uur later zal ze sterven op de brandstapel. Omdat ze doopsgezind is, een ketter, een volgeling van Menno Simons. Het was klaarblijkelijk bedreigend dat de doopsgezinden geweldloos en zuiver wilden leven, dat ze zelf de bijbel wilden lezen en alleen volwassenen doopten.