Preek: Sta op en schitter!
Lezingen:1e schriftlezing: Jesaja 60, 1-6; 2e schriftlezing: Hosea 11; 3e schriftlezing: Matteüs 2, 19-23
Inleiding
Epifanie, het woord betekent ‘verschijning’. Het gaat in de kerk om de heerlijkheid Gods die zichtbaar wordt in Jezus Christus. Verschillende bijbelverhalen geven daar uitdrukking aan. Wat kan de diepere betekenis zijn van het opstaan en op weg gaan om als bevrijder van Godswege te verschijnen? Het is in Egypte dat Jozef in een droom ervaart dat hem een engel verschijnt die hem opdraagt met Maria en de kleine Jezus naar het land Israël te gaan. Waar hebben wij zulke woorden eerder gehoord? In het beeld van het Godsvolk dat de slavernij achter zich laat, zoekt de evangelist naar woorden om de betekenis van de verschijning van Christus te doen oplichten. Dit is de laatste dienst met het thema ‘bewegen’. Laten ook wij in reactie op de verschijning van de heerlijkheid Gods in Christus eerbiedig staande luisteren naar het evangelie.
Gemeente van Christus,
Het opstaan heeft in de gelezen teksten een bijzondere betekenis. In het evangelie is het de engel die tegen Jozef zegt: ‘sta op, ga met het kind en zijn moeder naar Israël.’ En hij doet het. Hij geeft gevolg aan een oproep, die in de context van de bijbel beantwoordt aan een diep verlangen. Het is het verlangen van God om zijn kind Israël te roepen, weg uit Egypte. In Hosea horen we hoe de grilligheid van de geschiedenis niet heeft kunnen beletten dat God zijn liefde voor zijn volk ontplooit in zijn bevrijdend handelen. Er klinkt een roep. Mensen komen in beweging. Jozef staat op. Hij gaat op weg.
Opstand is een woord waarin een beweging besloten ligt. Dat kan een revolutie zijn. In het geval van het Koninkrijk van God is dit geen gewelddadige beweging. Integendeel, het is juist de opstand tegen de macht van het geweld die mensen doet opstaan. Herodes en zijn moordpartijen, wij kennen ze in onze eigen tijd maar al te goed. Volkomen onschuldige slachtoffers zijn getuigen van peilloze wreedheid en het gaat maar door. Hoezeer ook dit geweld moet worden weerstaan, het laatste antwoord wordt tenslotte niet in geweld gegeven. De pijlers waarop het Godsrijk van vrede wordt gebouwd bestaan niet in uitbuiting, dwang en misbruik, maar in geloof, in hoop en in liefde. Dat zijn geen fundamenten die je in de wereld zomaar even aanwijst, maar daarom zijn ze nog wel reëel en blijven ze voor ons de moeite waard om ons met Gods hulp voor in te zetten.
Epifanie is openbaring. Er komt iets tevoorschijn. Iets of iemand verschijnt en dat is meestal plotseling. Het is werkelijk een verrassing. Iemand treedt op in het openbaar. Iemand verkondigt het heil van God aan de mensen, maar lang niet iedereen zal dat verstaan. Dat kan niet anders. Voor velen is dit onzin. Het Griekse woord voor verschijnen, wordt vaak gebruikt voor het zichtbaar worden van een god of godin aan een sterveling op het moment dat die god of godin dat zelf verkiest.[1] Het wordt door de evangelist Lucas gebruikt in de lofzang van Zacharias:
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.[2]
Iedere evangelist geeft een eigen proloog bij het optreden in het openbaar van de volwassen Jezus. In die proloog worden sleutels bij het geheim van zijn leven op tafel gelegd. Die sleutels samen vormen een code, bestemd voor de goede verstaander. Maar ieder verhaal is weer anders en de sleutels verschillen onderling, zoals ook het lezerspubliek waartoe de verschillende evangelisten zich richten onderling verschilt. Makkelijk is het niet. Het is belangrijk dat wij ons realiseren dat het doel bij de woorden die aan de verhalen over de volwassen Jezus vooraf gaan, niet is een historische beschrijving geven, maar datgene wat volgt toegankelijk maken vanuit een eigen prioriteit. Het gaat om een eigen visie van de betreffende evangelist op Jezus, zijn boodschap en zijn werk. In de latere kerk is Epifanie een groot feest geworden dat werd gevierd, niet toevallig, als zichtbaar werd dat de dagen weer gingen lengen. Het Kerstfeest begon ooit als een eerste verhaal van Epifanie. Maar Kerst is als geboorteverhaal in de loop der tijd het grote feest geworden en dan komt Epifanie zelf vandaag een beetje als een nagerecht voor oververzadigde mensen. Toch is het heel belangrijk, ja ik vind eigenlijk onmisbaar. Misschien wordt Epifanie wel weer steeds belangrijker, omdat het ons de gelegenheid geeft diep in te gaan op de betekenis van Jezus in een rust, die de hectische kerstdagen ons maar amper meer gunnen. Enkele mogelijke verrijkende thema’s van Epifanie zijn: de verering door de wijzen; de doop van Jezus in de Jordaan en de Bruiloft te Kana. Vandaag hebben we gekozen voor de opkomst van Jezus uit Egypte, een decor dat door slechts één evangelist zo wordt uitgewerkt. Dat is Matteüs. Hij ziet in de naam van Jozef een prachtige aanleiding. In de proloog die Matteüs geeft aan zijn blijde boodschap over het optreden van de Mensenzoon, wordt dankbaar gebruik gemaakt van tal van beelden, grotendeels ontleend aan het Oude Testament. Net als zijn grote naamgenoot uit dat Oude Testament, droomt deze Jozef. Iedere keer als hij een boodschap van God ontvangt, verschijnt hem een engel in een droom. Eerst is het om hem te zeggen dat hij Maria niet moet verlaten en dat haar kind is verwekt door de heilige Geest.[3] Dan is het om hem te waarschuwen voor Herodes en te vluchten naar Egypte.[4] En tenslotte om Jozef te berichten dat ze terug kunnen naar Israël.[5]
De woordkeuze van Matteüs daarbij is frappant en zeker niet toevallig. Hij denkt niet alleen aan Jozef, door wie er redding was voor Israël in Egypte, maar ook aan Mozes, die Israël weer mocht uitleiden toen het land dat eens redding betekende, was veranderd in een gevangenis.
De Heer zei tegen Mozes nog in Midjan dat hij veilig naar Egypte kon terugkeren, aangezien iedereen die hem naar het leven had gestaan gestorven was. Mozes zette zijn vrouw en kinderen op een ezel en ging op weg, terug naar Egypte.[6]
Daar in Egypte gaat Mozes de strijd aanbinden met de structuren van het kwaad die Gods volk gevangen houden. Hij moet, zo zegt God, ‘de farao alle wonderen laten zien waartoe ik je de macht heb gegeven.’[7] Bij het optreden van Mozes begint de uittocht die zal uitmonden in de intocht in het Beloofde Land. Dit wordt, geestelijk gesproken, een beeld voor Godgegeven levensruimte.
En zo trekt, wat in de traditie is gaan heten, ‘de Heilige Familie’, dat wil zeggen Jozef, Maria en Jezus, terug vanuit Egypte naar Israël. Dit is een wonderlijke beweging, symbolisch waar geladen vanuit de profetenteksten, als het ware in het voetspoor van de oude Israëlieten. In Egypte zelf is een rijke verzameling van legenden ontstaan rond het verblijf van de Heilige Familie.[8] Overal waar zij kwamen bogen zich palmen en wilde dieren vereerden het kind, zouden afgodsbeelden zijn omgevallen, heidense tempels zijn ingestort en wonderen geschied, waarna later kerken werden gebouwd. Als je daaraan denkt, begrijp je dat het hier vooral gaat over de doorwerking van het evangelie in de Egyptische cultuur. Ooit was Egypte het land met de meeste christenen ter wereld.
Dat de volwassen Jezus, historisch gesproken, uit Nazareth komt weet Matteüs heel goed. Maar hij geeft ook daar weer een heel eigen draai aan. Het dorpje Nazareth in Galilea komt in het geheel niet voor in het Oude Testament. Maar het klinkt als ‘Nazireeër’! Kijk, daar houdt Matteüs van. De richter Simson is een voorbeeld van een Nazireeër, een Godgewijd man.[9] Maar het Nazireeër zijn van Simson had niets met Nazareth te maken. Het is te mooi om waar te zijn. Maar niet voor Matteüs! Hij denkt symbolisch en voelt zich vrij deze woordspeling aan te grijpen om de betekenis van Jezus te laten zien. De aan God gewijde Nazireeërs van het Oude Testament belichaamden Gods bevrijdende kracht. Zij worden door de evangelist aangewezen als een voorafschaduwing van datgene waar het ook Jezus om te doen was: Gestalte geven aan het Koninkrijk Gods. Nazareth ligt in, wat door Jesaja werd genoemd, het Galilea der Heidenen.[10] Deze, vanuit Jeruzalem gezien, afgelegen landstreek is waar dit licht gaat schijnen. In het licht van deze Christus zullen ook niet-Joden gezegend zijn omdat hij hen zal leiden tot de Schepper-God, hij die betekenis geeft aan het licht in hun ogen. In de latere Syrisch delen van de vroege kerk, waar Matteüs voor schrijft is ‘Nazireeër’ een aanduiding voor een christen geweest.[11] Een Nazireër was een Jood, maar al gauw zelfs een heiden die in navolging van Christus, op de wijze van Jezus in God geloofde, in die zin dus een toegewijd volgeling van Jezus.
‘Sta op en schitter, je licht is gekomen,’ wordt er in Jesaja 60 tegen Jeruzalem gezegd. Zouden wij dat nog kunnen verstaan? Kunnen die woorden ons hart nog raken? Voelen wij spontaan de neiging, ook figuurlijk, niet te blijven zitten bij de pakken neer, maar echt te gaan staan in de figuurlijke zin van het woord en juist daarom ook letterlijk, als de lofzang gezongen wordt, als het evangelie klinkt en wanneer de gemeente voorbede doet, opnieuw gesticht door het Woord Gods. Staan in de geestelijke zin van het woord, betekent alert op de roep van Godswege, open naar de Geest die ons vervuld en in de houding om samen op weg te gaan als een Godsvolk onderweg naar de kansen die God ons geeft, ook in deze tijd, ook in dit nieuwe jaar.
Amen.