Kinneging – De onzichtbare Maat
De Leidse rechtsfilosoof Kinneging biedt na een Geografie van goed en kwaad (2005) een Archeologie van goed en kwaad. Hij tracht de wortels van het Europese morele denken bloot te leggen. Hij doet dit niet alleen als wetenschapper, maar ook als iemand met een missie: de Europese cultuur dreigt te gronde te gaan en kan alleen gered worden door te herbronnen vanuit de oudheid en het Christendom. (Ik volg in deze bespreking de auteur in zijn gebruik van hoofdletters.) Dat is de grondovertuiging van de auteur, die hij in dit boek zo helder en diepgaand uiteenzet, dat ook mensen die een hele andere denkrichting zijn toegedaan haar ernstig moeten nemen. Na de meeslepend geschreven inleiding behandelt deel I de Moderniteit. Deze wordt onderscheiden in Verlichting en Romantiek. Als kernauteurs van de Verlichting worden Descartes en Hobbes beschouwd, als kernauteurs van de Romantiek Kant, die met zijn notie van het noumenale ‘de intellectuele ruimte heeft gecreëerd waardoor de romantische mens-en wereldbeschouwing kon ontstaan’ (98) en Rousseau, ‘de ware vader van de Romantiek’ (103).