Menu

Bazan – A History of Belarus

Eduard Berdnyk & Gert van Klinken

A Non-Literary Essay that Explains the Ethnogenesis of the Belarussians

‘Ondanks de uiteindelijke nederlaag ervan, valt het belang van de Reformatie voor WitRusland nauwelijks te overschatten (117).’ Dat is een verrassende uitspraak over een land in Oost-Europa. Waarop is dit opmerkelijke oordeel gebaseerd? De kerkgeschiedenis van WitRusland (Belarus) is in het Westen niet algemeen bekend, zeker niet voor wie de taal niet machtig is. Dit boek werd oorspronkelijk geschreven in het Russisch en vervolgens door Callum Walker in het Engels vertaald.

Cover van 'A History of Belarus' door Lubov Bazan.

Voordat Ludov Bazan naar Nederland verhuisde in 1997 (waar zij de kinderroman Pjotrs borsjt van José Hennekam vertaalde in het Russisch) werkte ze bij het Marc Chagall museum in Vitebsk. Blijkens de literatuurverwijzingen is The History of Belarus gebaseerd op de historiografie in Minsk en Moskou. Bazan betoogt terecht dat Wit-Rusland altijd op een kruispunt van onderling verschillende volken en talen heeft gelegen. Baltische, Finoegrische, Slavische, Germaanse, Scandinavische, Mongoolse, Tartaarse en Joodse invloeden – ze zijn stuk voor stuk vertegenwoordigd. ‘In etnisch opzicht heeft een homogeen Wit-Rusland nooit bestaan’ (10). Bazan zoekt alternatieve parameters in de ordenende principes van politiek en religie. Ze meent dat die twee van meet af aan onderling verbonden zijn geweest, zij het niet altijd tot voordeel van de kerk. Verbinding met een politiek bewind (Kiev, Krakau, Sarai, Vilnius, Moskou) betekende in menig geval dat met de val van dat bewind ook de kerk als het ware weer beginnen moest bij nul. Het orthodoxe geloof werd geïntroduceerd vanuit Kiev. Anders dan het polytheïsme geloofde het christendom in één God. Diens hemelse heerschappij werd op aarde weerspiegeld door het gezag van de vorst, gelegitimeerd door de kerk.

Bazan gelooft niettemin dat de Oosters-Orthodoxe Kerk een pragmatische tolerantie praktiseerde in haar omgang met andere religies. Dat kan naar haar mening niet gezegd worden van de Rooms-Katholieke Kerk. Ondanks haar nadruk op een samengestelde nationale identiteit, lijkt het erop dat Bazan de Orthodoxie met een zekere vanzelfsprekendheid beschouwt als ‘inheems’ en ‘tolerant’ en de Rooms-katholieke Kerk als ‘vreemd’ en ‘agressief’. Volgt deze negatieve beeldvorming uit de primaire bronnen, gaat het om een persoonlijke mening van Bazan of herhaalt zij hier standpunten van anderen? Kritische distantie lijkt hier wel op zijn plaats. Zelfs de bloedige pogroms tegen de Joden worden primair aan de rooms-katholieke invloed toegeschreven, als een door vreemden veroorzaakt element in de nationale geschiedenis.

Positiever valt de weergave van het zestiende-eeuwse calvinisme uit, met presbyteriaal zelfbestuur en aandacht voor het onderwijs. Geletterdheid werd bevorderd door de boekdrukkunst (Francysk Skaryna), debat door uitwisseling van argumenten tussen exegese, theologie en filosofie. Totdat het onder de voet werd gelopen door achtereenvolgens Polen en Rusland zou dit calvinisme effectief hebben bijgedragen aan de ‘ethnogenese’ van WitRusland, zonder rechtstreeks afhankelijk te zijn van buitenlandse steun (113). Bazan geeft ruiterlijk toe dat ook de jezuïeten in de achttiende eeuw indrukwekkende prestaties leverden (stichting van de Universiteit van Vilnius), maar die zouden dat gedaan hebben aan de hand van een ‘totalitaire’ maatschappijvisie in samenwerking met de Poolse kroon.

Dat Bazan stevige standpunten inneemt is haar goed recht. Er kleven wel nadelen aan: scherpe waardeoordelen worden lang niet altijd gedekt door solide argumenten. Zorgelijk zijn ook het ontbreken van analyse van de met Rome geünieerde Wit-Russische Grieks-Katholieke Kerk (1596) en de ‘tijdloze’ weergave van de Orthodoxie (die nauwelijks ontwikkeling lijkt door te maken). Dat jezuïeten worden vergeleken met Stalin is al bedenkelijk genoeg, maar historische onjuistheden verergeren dit nog. Een willekeurig voorbeeld: de voornaam van ‘de jezuïet Iosif Kuntsevich’ (152) luidde in werkelijkheid Jehoshaphat. Hij was bovendien geen jezuïet maar lid van de (geunieerde) Ordo Sancti Basilii Magni. Bij zoveel slordigheid dienen beschuldigingen aan zijn adres in verband met het oproer van 1623 kritisch gelezen te worden. Vanuit de diaspora bepleit Basan een calvinisme dat afstand houdt van de macht. Met kerken die zich associeerden met de heersers (van Oost én West) is het vaak slecht afgelopen. De Wit-Russische (kerk-)geschiedenis verdient discussie, met respect voor alle daarbij betrokken groeperingen.

Deze recensie is geschreven door Eduard Berdnyk en Gert van Klinken en verscheen oorspronkelijk in Kerk en Theologie 2021, nr. 3, dat als thema ‘Heil’ heeft.


Ludov Bazan. A History of Belarus. A Non-Literary Essay that Explains the Ethnogenesis of the Belarussians. Londen: Glagoslav Publications. 2019. 368 pp. €27,95. ISBN 9781909156593.

Bazan – A History of Belarus

‘Ondanks de uiteindelijke nederlaag ervan, valt het belang van de Reformatie voor WitRusland nauwelijks te overschatten (117).’ Dat is een verrassende uitspraak over een land in Oost-Europa. Waarop is dit opmerkelijke oordeel gebaseerd? De kerkgeschiedenis van WitRusland (Belarus) is in het Westen niet algemeen bekend, zeker niet voor wie de taal niet machtig is. Dit boek werd oorspronkelijk geschreven in het Russisch en vervolgens door Callum Walker in het Engels vertaald.

Boekomslag A History of Belarus van Lubov Bazan
Boekomslag A History of Belarus van Lubov Bazan

Nieuwe boeken