Breij – De kerk is wat ze viert
Leo Smelt
100 jaar Liturgische Kring
Wat een nauwkeurig geschreven en prachtig uitgegeven gebonden boek met vele foto’s van predikanten en musici die betrokken waren bij de Liturgische Kring! Mieke Breij (musicoloog en archivaris) heeft vele laadjes opengetrokken om deze 100 jarige motor van liturgische vernieuwing voor het voetlicht te halen en te gedenken. Dr. J.H. Gerritsen (hofprediker die bij de doop van prinses Juliana durfde zeggen: ‘nu gaan we Juliaantje begraven’) hield in 1911 de eerste liturgische dienst in Den Haag.

Ingebed in de Ethische Theologie van de beide Gunning’s , Valeton, Noordmans en Van der Leeuw wilden de leden van de Liturgische Kring vooral de aanbidding van God bevorderen en de beleving van het geloof verdiepen. Men greep terug op de liturgie van Calvijn in Genève. Zocht aansluiting bij de hervormd-katholieke traditie en was een reactie op het veel te veel eer geven aan de ratio. Een kerkdienst is veel meer dan een lange leerrede aanhoren van één man en slechts een paar coupletten van Psalmen in de oude berijming op niet-ritmische wijze galmen. Al 100 jaar maakt het nadenken over liturgie de tongen los. Er is wat afgediscussieerd.
Hete hoofden en koude harten vloeken echter met wat ware godsdienst en godsvrucht bedoelt. Als leerling van dr. H.Jonker (van het boek Liturgische Oriëntatie) moet ik bekennen dat zijn pleidooi voor goede liturgische vernieuwingen nauwelijks weerklank vond bij mijzelf en bij de meeste ‘Voetianen’ en ‘bonders’. Nog steeds pleiten wij terecht voor een eenvoudige en sobere liturgie waarin de lezing en verkondiging van het Woord centraal staat en die de geloofsbeleving van de gemeente stimuleert en verdiept. Maar dat een héle dienst ‘preekt’ en een sacramentele waarde heeft is vrucht van de liturgische beweging. Groot is de ‘ongelijktijdigheid’ op dit gebied. Regelmatig zijn goede bijbelse inzichten en vormen weggezet als ‘Rooms’ of ‘hoogliturgisch’ en daarom niet geschikt voor een eenvoudige dorpskerkgemeente.
De discussie tussen Noordmans en Van der Leeuw (p.179v) is blijvend actueel als het gaat om de verhouding tussen Woord(verkondiging) en sacrament(sbediening); tussen de ware leer en de ware eer; tussen inhoud en vorm b.v. wat betreft kerkbouw en kerkinrichting. De opkomst van de evangelische beweging is opnieuw (vergelijk het begin van de Liturgische Kring) ingegeven door een verlangen naar meer aanbidding. Zowel de vergrijzende Liturgische Kring als de traditionele gemeenten worden bekritiseerd vanuit een postmoderne nadruk op gevoel, beleving, variatie en muziek-smaak.
Recentelijk wordt door de onlinediensten en de waardering voor de Anglicaanse Choral Evensong (zie het proefschrift van Hanna Rijken) ons liturgisch erfgoed nog meer bevraagd en uitgedaagd. Geen enkele vormgeving mag vastroesten. Dat er steeds meer uit verschillende bronnen en liedbundels naast elkaar geput wordt kan een verrijking worden van hoe de gemeente God eert en dient. Dit overzicht van 100 jaar heeft mij geholpen de stormachtige ontwikkelingen wat betreft dienstboeken, preekroosters, liturgiek, kerkmuziek en kerkbouw beter te begrijpen én te waarderen. ‘De kerk is wat ze viert’ is een sympathiek boek dat ogen opent voor blinde vlekken en eenzijdigheden wat betreft de inhoud en vormgeving van onze kerkdiensten. De Heilige Geest is er toe in staat om onze kakofonie om te smeden tot een welluidende symfonie in de kerk als voorportaal van het Koninkrijk van God. Daar zal onze aanbidding van God pas volkomen zijn!
Leo Smelt werkte tien jaar als zendingspredikant in Lima, Peru, en dient sinds 2013 de gemeente in Voorthuizen.
Mieke Breij. De kerk is wat ze viert. 100 jaar Liturgische Kring. Utrecht: KokBoekencentrum Uitgevers, 2021. 398 pag. € 27,50. ISBN 9789043537308.
Breij – De kerk is wat ze viert
Wat een nauwkeurig geschreven en prachtig uitgegeven gebonden boek met vele foto’s van predikanten en musici die betrokken waren bij de Liturgische Kring! Mieke Breij (musicoloog en archivaris) heeft vele laadjes opengetrokken om deze 100 jarige motor van liturgische vernieuwing voor het voetlicht te halen en te gedenken. Dr. J.H. Gerritsen (hofprediker die bij de doop van prinses Juliana durfde zeggen: ‘nu gaan we Juliaantje begraven’) hield in 1911 de eerste liturgische dienst in Den Haag.

