‘Maskers houden ons een spiegel voor’
Renata Barnard is theoloog en redactielid van Open Deur.
‘Wat ik doe, staat haaks op de huidige tijd, waarin alle maskers af moeten opdat we helemaal onszelf worden! Ik vind het jammer dat het masker hierdoor in zo’n negatief licht komt te staan. Terwijl het juist omgekeerd is: om dichter bij jezelf te komen, heb je maskers nodig. Zet niet de maskers af om bij je gevoel te komen, maar zet ze op.
Een masker is geen typetje, maar neemt alle individuen in zich op, waardoor het universeel wordt en we er allemaal iets van onszelf in kunnen herkennen. Als ik een Othello ga maken, een karakter uit Shakespeare, moet het niet mijn Othello zijn. Nee, ik ga de karaktereigenschappen van Othello ontrafelen en zoek uit wat hem tot Othello maakt. Als ik dat heb gevonden, ga ik aan het werk, het masker maken waarin die eigenschappen zichtbaar zijn. Niet heel concreet, maar zo dat we ons er zelf ook in kunnen herkennen.
Maskerspel toont structuren. Dat zie je ook heel mooi in workshops. We zitten in een kring, iedere heeft een masker op. Ik leg krentenbrood op het toneel. Men vliegt er op af, iemand pakt het, wil een hap nemen, maar krijgt een idee: ik verkoop het! Wie biedt? Maskers oordelen niet, maar laten zien hoe we handelen. Zo houden ze ons een spiegel voor, confronteren ons met onze hebbelijkheden.’
Is dat niet ook zo bij theaterspel zonder masker?
‘Nee, want in het geval van dat krentenbrood, ga je je bij gewoon theater als kijker afvragen wat er met de spelers is. Wie spelen ze? Asielzoekers? Waar zijn ze? Maar omdat de spelers maskers dragen, ga je niet op in een verhaal, maar word je met jezelf geconfronteerd. Je vraagt je af: hoe reageer ik als ik honger heb?’
Gaat het publiek na zo’n voorstelling in gesprek?
‘Weinig. Mensen hebben er vaak geen woorden voor. Maar dat is in het begin met spelen ook zo. Als mensen voor het eerst een masker op zetten en ik vraag wat ze ervaren hebben, kijken ze een beetje hulpeloos: ‘Weet ik niet.’ Maar als het je als speler lukt om je over te geven aan het masker, treed je het gebied van het universele binnen. Het is een vorm van spiritualiteit, het gaat uit boven het gewone. Het goddelijke komt dichtbij. Dat is moeilijk om uit te leggen, je moet het ervaren, maar als het masker ‘werkt’, heb je geen uitleg meer nodig.’
Een werkbezoek aan Bali, een jaar vijftien geleden, heeft grote invloed op Frans gehad.
‘Daar is spel onderdeel van het leven. Dansen, maskerspel, spelen met wajangpoppen -in een tempel gebeurt alles tegelijk. Dat was eerst vreemd voor mij, want waar is het respect voor de speler? Tot ik me realiseerde: men speelt niet voor publiek, maar voor het grote geheel. Heel anders dan in het westen, waar we resultaatgericht zijn. Natuurlijk wil ik mijn publiek een goede ervaring geven, maar dankzij Bali kijk ik anders. In mijn workshops is samen delen belangrijker dan dat de deelnemers het maskerspel zo goed mogelijk leren beheersen.’
Frans vertelt over zijn samenwerking met een straatpastor in Groningen, die lezingen houdt over de beeldvorming van dak-en thuislozen.
‘Tijdens zo’n lezing kom ik binnen met een grotesk masker op – de dronkenman bijvoorbeeld, met een ruige baard, verwilderd haar. Dan zie je de mensen verstijven. Dit is vreemd, dit is eng! Als ik naast iemand ga zitten, voel ik hoe die zich terugtrekt. Zo ervaren de mensen wat ‘het vreemde’ met hen doet en daar gaat de pastor in haar verhaal op in. En het werkt!’
Als ik aan het eind van ons gesprek zelf een masker opzet, is dat een bijzondere ervaring. Het masker doet iets met me, maar wat? ‘Grappig, je staat meteen anders, en kijk, je maakte deze handgebaren.’
Ik had dat niet gemerkt, alleen dat er meer met me gebeurde dan ik gedacht had. Maar hoe daar woorden aan te geven? Ik heb ze niet. Misschien maar eens een workshop volgen.
ZIE WWW.FRANSKROM.NL.