Ottenheijm e.a. (red.) – Parabels
Karin Neutel
Onderricht van Jezus en de Rabbijnen
Het ontstaan van het christendom in de context van het jodendom van de eerste eeuwen is een veel besproken onderwerp. In ons tijdschrift (Schrift) komt het thema regelmatig aan de orde, onlangs nog in het nummer Het Nieuwe Testament, een Joods boek? (nummer 299). Wetenschappers die zich met deze kwestie bezighouden, ontwikkelen steeds nieuwe inzichten die de gangbare beelden over de ‘scheiding van de wegen’ nuanceren en compliceren.
Van 2014 tot 2020 vond aan de Universiteit Utrecht en Tilburg University een onderzoeksproject plaats dat deze kwestie vanuit een originele invalshoek benaderde: door te kijken naar parabels in zowel de vroeg-christelijke als de vroeg-joodse traditie. Dit project, Parables and the Partings of the Ways, stond onder leiding van Eric Ottenheijm, judaïcus en bijbelwetenschapper aan de Universiteit Utrecht, en werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (zie www.parabelproject.nl). Het recente boek Parabels: Onderricht van Jezus en de Rabbijnen komt voort uit dit project en geeft een breed publiek toegang tot – een deel van – de resultaten. Hoewel veel mensen het genre van gelijkenissen vooral kennen uit de Evangeliën en verbinden met Jezus, zijn er ook uit Rabbijnse bronnen veel parabels bekend. Door verhalen uit beide tradities te bespreken en met elkaar in verband te brengen, ontstaat een levendig beeld van deze bijzondere vertelvorm, die scenes uit het dagelijks leven gebruikt om een diepere boodschap over te brengen. De gelaagdheid van gelijkenissen geeft een fascinerende inkijk in zowel de eerste-eeuwse leefwereld van gewone mensen – maaltijden, relaties tussen ouders en kinderen, het werk van slaven, etc. – als in de morele en religieuze denkwereld die in de verhalen naar voren komt én in de verbanden tussen joodse en christelijke manieren van leven en denken.
De bundel, onder redactie van Eric Ottenheijm en Martijn Stoutjesdijk (promovendus in het project, gespecialiseerd in slavernij in gelijkenissen), bevat korte besprekingen van 30 joodse en christelijke parabels door Annette Merz, Lieve Teugels, Albertina Oegema, Jonathan Pater, Marcel Poorthuis, en de beide redacteuren. Voorafgaand aan de parabels staan drie hoofdstukken met achtergrondinformatie. Zoals de redacteuren zelf aangeven, zijn de besprekingen van de parabels ook zonder deze meer theoretische hoofdstukken prima te lezen, maar voor het begrip van de context en de doorwerking van gelijkenissen voegen ze veel toe. Het eerste hoofdstuk bespreekt parabels als genre en licht toe hoe je deze verhalen het beste kunt lezen. Dan volgt een blik in de geschiedenis van de vroeg-joodse parabel en het derde hoofdstuk gaat vervolgens in op de receptie van parabels bij Augustinus en in de beeldende kunst. Zelf draagt het boek ook aan die receptie bij, door de opgenomen afbeeldingen van Jedi Noordegraaf, die de parabels illustreren. Samen met de mooi vormgegeven tekst levert dit een smaakvolle en visueel interessante uitgave op.
De inhoud blijft gelukkig niet bij de vormgeving achter en biedt ook veel dat tot de verbeelding spreekt en de lezing van parabels verrijkt. Dat geldt voor de originele bespreking van bekende gelijkenissen als de barmhartige Samaritaan en de werkers in de wijngaard, maar zeker ook voor de minder bekende Rabbijnse parabels, die deels niet eerder in het Nederlands zijn verschenen. Doordat de parabels uit het Nieuwe Testament gelezen worden in het licht van Rabbijnse parallellen en hun gedeelde joodse context, ontstaan nieuwe interpretaties en dieper inzicht in de verbanden tussen joodse en christelijke verteltradities. De Rabbijnse parabels zijn soms beknopt en raadselachtig, en vragen vaak aandachtig lezen. Maar met behulp van de geboden toelichting ontdekt de lezer de betekenis van sprekende paarden, een brakende koningszoon en het verschil tussen een pauw en een fazant op tafel.
Parabels bevat dus veel stof om over na te denken of over in gesprek te gaan, zoals het uitgesproken doel is van de uitgave. Daarom zijn aan het eind van ieder hoofdstuk suggesties opgenomen voor literatuur om verder te lezen en verwerkingsvragen over iedere parabel, die individueel of in groepsverband beantwoord kunnen worden. Deze vragen vormen in sommige gevallen het minst geslaagde deel, wanneer ze de complexiteit in de analyse van de parabels wat platslaan en bijna klinken als een quiz in een tijdschrift, met vragen als ‘In hoeverre laat u zich beïnvloeden door anderen?’ en ‘Gaat u in probleemsituaties alles een beetje verbeteren?’. Gelukkig geven de geboden besprekingen meestal een overvloed aan achtergronden, verbanden met andere teksten en mogelijke betekenissen, en daarmee genoeg materiaal om tot eigen vragen te komen. Parabels is daarmee een waardevol boek voor wie interesse heeft in bekende én onbekende gelijkenissen, en wie zich wil verdiepen in de wortels van de christelijke en joodse traditie.
Deze recensie verscheen oorspronkelijk in Schrift 2021, nr. 1 dat als thema ‘Dromen’ heeft.
Eric Ottenheijm en Martijn Stoutjesdijk (red.). Parabels. Onderricht van Jezus en de Rabbijnen. Heeswijk-Dinther: Uitgeverij Abdij van Berne Heeswijk-Dinther, 2020. 255 pp. €24,50. ISBN 9789089723819.
Ottenheijm e.a. (red.) – Parabels
Van 2014 tot 2020 vond aan de Universiteit Utrecht en Tilburg University een onderzoeksproject plaats dat deze kwestie vanuit een originele invalshoek benaderde: door te kijken naar parabels in zowel de vroeg-christelijke als de vroeg-joodse traditie. Dit project, Parables and the Partings of the Ways, stond onder leiding van Eric Ottenheijm, judaïcus en bijbelwetenschapper aan de Universiteit Utrecht. Het recente boek ‘Parabels: Onderricht van Jezus en de Rabbijnen’ komt voort uit dit project en geeft een breed publiek toegang tot – een deel van – de resultaten.