De vijf favoriete heidense heiligdommen van Judith Shuyf
Naar aanleiding van het verschijnen van haar boek Heidense heiligdommen schreef Judith Shuyf onderstaande blog voor Theoblogie.
In het verleden was de mens vrijwel volledig afhankelijk van de natuur. De oogst moest lukken, het vee moest vruchtbaar zijn, het weer niet te warm, te koud, te nat of te droog. Men zon op mogelijkheden om de natuur die kennelijk bewoond werd door bovennatuurlijke wezens te vriend te houden.
Hoe men zich die hogere machten voorstelde weten we niet. Mogelijk werden aan bepaalde plaatsen bepaalde krachten toegekend. Op deze plaatsen bracht men offers, veelal van geringe omvang, een stuk aardewerk, metalen voorwerpen en voorwerpen van vergankelijk materiaal. Deze afhankelijkheid van de natuur veranderde niet met de komst van het christendom.
Het christendom bracht op den duur een extra laag in de belevingswereld aan, al gingen er een aantal eeuwen over heen totdat het platteland niet alleen in naam maar ook in wezen gekerstend was. Omdat ze zelf geen godsdienstige leer hadden ondervonden de meeste inwoners niet veel moeite om het christelijke systeem als een soort parallel systeem naast het hunne te accepteren.
Christus zal aanvankelijk gezien zijn als een extra bovennatuurlijke macht. Hij wordt in deze periode als krijgshaftig en machtig voorgesteld, een nieuwe held, die vanuit deze kracht het beste met de mens voor heeft. Maar elementen in de natuur bleven van belang, vooral bij het voorkomen en genezen van ziektes. Bomen en bronnen stonden nu niet meer onder bescherming van bovennatuurlijke wezens, maar van heiligen.
De feesten die op belangrijke momenten in het agrarische jaar werden gevierd bleven in een gekerstende vorm bestaan. Restanten vinden we bij voorbeeld nog in het aansteken van vuren, het oprichten van de meiboom en het gebruik om het huis met groene takken en (symbolisch) voedsel te versieren rond de midwinterzonnewende om de voorouders te eten te geven die in deze tijd van het jaar dichtbij waren.
We kunnen de geschiedenis van de Heidense Heiligdommen als een bouwwerk met vele lagen beschouwen, waaraan in de loop der tijd steeds opnieuw lagen worden toegevoegd. Die lagen bestaan uit nieuwe ideeën, waardoorheen steeds nog resten van het oude schemeren: dat wat men niet kwijt wil en probeert een nieuwe betekenis en plaats aan te geven. Laag over laag: in de eerste eeuwen na de kerstening probeert de clerus actief een aantal heidense gebruiken en gewoonten tegen te gaan, die nog uit de prehistorie/Romeinse tijd stammen. Dan worden steeds meer onderdelen van het heidendom geïncorporeerd in het christendom (heiligen, feestdagen, magie tegen ziekten (relieken). De giften die nu in de kerken worden gegeven, kennen een lange traditie: voorwerpen van (edel) metaal, afbeeldingen van (te) genezen lichaamsdelen, vlas, etenswaren.
Tegen de tijd dat de inhoud van de christelijke boodschap onder grote delen van de bevolking geaccepteerd lijkt, komt de kerk in innerlijke problemen. Groeperingen proberen de kerk van binnen uit te hervormen. De nadruk op de strikte navolging van de leer en het gedrag neemt toe. Dat zal leiden tot de reformatie. De toenemende splitsing tussen volk en elite in de 16e eeuw is slecht nieuws voor het heidendom. Bezwering van ziekten en ongemakken wordt nu gelabeld als toverij. In Nederland ontstaat een nieuwe laag: de strikte protestanten die de staatsmacht hebben en de ‘paapsche stoutigheden’ bestrijden. Onder protestants bewind verdwenen de meeste zichtbare restanten van wat er nog deed herinneren aan een in wezen antieke manier om hogere machten om gezondheid en voorspoed te smeken.
Mijn top vijf favoriete heidense heiligdommen
1. De lapjesboom bij de Sint Walrik in Overasselt
Aan een boom bij de ruïneuze kapel van Walrik kan al eeuwenlang de koorts worden afgebonden. In de nacht bindt men een lap om het door de koorts aangetaste lichaamsdeel en vroeg in de ochtend bindt men de lap om een van de takken van de boom, die de koorts dan ‘overneemt’. Vroeger gingen hele dorpen ter bedevaart om een zieke dorpsgenoot te steunen, maar ook vandaag de dag is het gebruik nog springlevend.
2. Onze Lieve Vrouwe ten Heiligen Eik in Meerveldhoven.
In een (dode) eik in de kerk van Meerveldhoven bevindt zich een wonderdoend Mariabeeldje. Deze beeldjes werden tussen de dertiende en de vijftiende eeuw in groten getale gevonden, doorgaans door eenvoudige lieden. De pastoor wilde het beeldje dan in de kerk hebben, maar ze keerden altijd uit eigener beweging naar de vindplaats terug. Het beeldje in Meerveldhoven was tot in de zeer wijde omtrek beroemd wegens de vele genezingen die het bewerkstelligde, het hing vol met zwachtels en krukken die door genezen bedevaartgangers waren achtergelaten. In 1648 werd de eik door de protestanten omgehakt, maar de verering bleef in het geniep doorgaan. Nog in 1953 moest een grotere kerk gebouwd worden. De eik hangt vol met votiefgaven van zilver, die genezen lichaamsdelen en situaties voorstellen.
3. Een zonnerad in de kerk van Garnwerd
De zon werd in heel Europa (en ver daarbuiten) vereerd. Al zeker rond 2000 jaar voor het begin van de jaartelling komt men zonnesymbolen op voorwerpen tegen, doorgaans in de vorm van een rad, of een aantal concentrische cirkels. Zonneraderen werden als symbool door Gallische en Romeinse goden gedragen. Al vlak voor de komst van de Romeinen geeft men zeer kleine zonneraderen mee in graven hier te lande. Het zonnerad als symbool bevindt zich ook nog op een zevental 12e eeuwse zandstenen grafdeksels die in Noord- en West Nederland zijn gevonden.
4. De breukebomen in Yde
Aan twee lindebomen in het Drenthse dorp Yde kon men ‘de breuk laten spijkeren’, dat wil zeggen dat de smid (en later zijn dochter) een spijker in de boom sloeg en daarbij een magische spreuk opzei ter genezing van een liesbreuk of hernia. IJzer was vanouds een geneesmiddel met grote magische kracht en de smid, die het ijzer kon temmen, was een van de belangrijkste personen in de dorpsgemeenschap. In Esdonk bij Gemert offert men spijkers aan een Christusbeeld in een kapelletje tegen huidziekten. De roest op de spijkers staat symbool voor het genezen van zweren, puisten en eczeem.
5. De ‘wandeling’ rond het kerkhof in Rinsumageast.
De kerk in Rinsumageast is een van de oudste kerken in Friesland en dateert mogelijk nog uit de 8e eeuw. Vroeger lag om veel kerkhoven in het Friese gebied (dus ook in Noord-Holland) een rond pad, een ‘wandeling’. Bij begrafenissen wandelde men drie maal met kist met de zon mee rond het kerkhof, zo dat er een kring gemaakt werd tussen de levenden en de doden. In Rinsumageast bestaan zowel de wandeling zelf als het gebruik nog. Enkele van de oude stenen die de wandeling nog afbakenen vertonen nog een ‘napje’ een kleine holte waarin plengoffers gebracht werden.
Judith Schuyf
Heidense heiligdommen
Judith Schuyf gidst de lezer in Heidense heiligdommen langs de zichtbare overblijfselen van een verloren, heidens verleden. Voor de komst van het christendom kende Nederland talloze heilige bomen, bronnen, stenen en heuvels. Ze stonden bij cultusplekken, graven en plaatsen waar recht werd gesproken. De meeste van deze heidense heiligdommen zijn verdwenen, vooral in de vroege middeleeuwen, toen Nederland gekerstend werd, en tijdens de reformatie, toen calvinisten alle vormen van bijgeloof afdeden als paapse stoutigheden. Desondanks zijn hier en daar in het landschap, in kerken, en zelfs op straat, nog overblijfselen te vinden die getuigen van een heidens verleden.
In dit boek geeft Judith Schuyf een overzicht van deze bijzondere, maar vaak onopvallende objecten en plaatst zij ze in hun historische en religieuze context. Op basis van nieuw onderzoek uit de afgelopen decennia wordt duidelijk hoe de inwoners van onze streken vanaf de late ijzertijd tot in het begin van de nieuwe tijd de wereld bezagen. Het landschap en de natuur speelden een belangrijke rol in hun religieuze beleving, net als offers, magie en de voorouders. Dit wordt geïllustreerd door prachtige foto’s van Sjaan van der Jagt. In de beschrijvingen staat aangegeven hoe u de heiligdommen kunt bezoeken.