Lezersbijdragen
(On)gehoorzaam?
Dankzij de opvoeding die mijn moeder mij gegeven heeft, was ik echt een braaf, gehoorzaam jongetje. Toch herinner ik me een paar spannende aanvaringen met mijn vader. Wij waren samen bij de koeien in de wei. Aan de overkant van de beek was een buurman aan het werk. Het was oogsttijd en mijn vader vroeg hem om te komen helpen. Buurman antwoordde dat hij het daarvoor veel te druk had met zijn eigen oogst. Dat leverde een daverende ruzie op. Aansluitend nam mijn vader het mij kwalijk dat ik geen partij had gekozen voor hem: ‘Je moet als zoon altijd achter je vader staan.’ ‘Niet als vader iets doet wat niet deugt’, was mijn antwoord. Klaarblijkelijk vond ik als kind al dat er hogere waarden zijn dan blinde gehoorzaamheid.
Jaren later waren we het duidelijk over iets niet eens. Mijn vader loste de discussie zo op: ‘Vader heeft altijd gelijk.’ Mijn antwoord was: ‘Dan houdt vader zijn gelijk.’ En ik fietste naar oma. Ik wist dus al heel jong: als iemand geen gelijk heeft, hoef je hem niet te gehoorzamen. En dat is nooit veranderd. De laatste jaren is overduidelijk geworden dat gezagsfiguren, als ze alleen maar gehoorzaamd en niet kritisch gevolgd worden, groot onheil kunnen aanrichten; en niet alleen in de kerk.
Ongehoorzaam?!
Het is kort voor de zomervakantie. Ik ben 17 jaar en zit op de Kweekschool in de derde klas. Samen met een paar andere zijinstromers moet ik lessen natuurkunde inhalen. Mijn vader ligt in het ziekenhuis. Hij heeft veel pijn en een operatie hangt in de lucht. Er komen vaak mensen bij hem langs om werk te bespreken. Het is moeilijk om hem eens alleen te spreken. En dat wil ik zo graag om te vertellen dat ik volgend jaar belijdenis wil doen.
Op een middag moet ik naar de extra les. In plaats daarvan stap ik op mijn fiets en rijd naar het ziekenhuis. En warempel: ik tref hem alleen. De volgende dag vraagt de natuurkundeleraar: ‘Waar was je?’ ‘Naar mijn vader in het ziekenhuis.’ ‘Dat had je eerst moeten vragen. Het antwoord zou nee zijn.’ De leraar wordt boos en zegt: ‘Je hebt straf verdiend.’ Ik recht mijn rug en antwoord: ‘Ik vind niet dat ik straf verdien!’ Kort daarna worden wij kinderen op vakantie gestuurd bij kennissen. Mijn vader wordt geopereerd en mijn moeder zal opbellen als het achter de rug is. De telefoon gaat: pa is tijdens de operatie overleden, 48 jaar oud.