Menu

None

Gentechnologie: Morgen wordt alles beter

Erg blij ben ik met de verschijning van Morgen wordt alles beter. Het gaat over de uitdagingen van en rond gentechnologie, dat de hoogleraren Jochemsen en Verkerk samen met enkele anderen hebben geschreven en samengesteld. Wat ook al door verschillende anderen is opgemerkt, kan ik alleen maar bevestigen. De informatie en vakkennis zijn up to date, doeltreffend en vooral erg helder en lucide gepresenteerd. Op de meeste thema’s kan ik mij ook goed vinden in hun afwegingen en in de richting die zij wijzen. De auteurs proberen bovendien onpartijdig de vragen in beeld te brengen en gebruiken bij voorkeur argumenten die niet bij voorbaat levensbeschouwelijk gekleurd zijn. Dat kan nuttig zijn voor de ontvangst en overtuigingskracht van Morgen wordt alles beter.

Reformatorische Wijsbegeerte

Toch blijkt tijdens de gang van de hoofdstukken wel degelijk een gereserveerde ondertoon bij veel technieken. Waarvan iedere lezer tussen de regels kan opmerken dat zij voortkomt uit een christelijk wereldbeeld. Dat laatste geldt ook van het nadrukkelijk beroep op de Reformatorische Wijsbegeerte. Hardcore liberale ethici, maar ook meer particularistisch en narratief denkende ethici kunnen niet anders dan daarin een benadering herkennen die ondanks de algemene terminologie door en door christelijk-religieus gekleurd is. Dat roept voor mij de vraag op of je bij dergelijke thema’s niet beter een andere benadering kunt kiezen. Bijvoorbeeld een variant van De Kruijfs model van ‘twee keer denken’.

  1. Benader de vragen eerst voluit en openlijk met al je christelijke kaarten op tafel. Dat betekent dan ook dat niet alleen een filosofisch-ethische insteek maar ook een theologische invalshoek onmisbaar wordt. Het is bovendien helderder en opbouwender voor christenen die een dergelijk boek zouden willen benutten voor hun eigen bezinning en keuzes.
  2. Geef dan vervolgens royaler ruimte aan de erkenning dat het juist heel begrijpelijk is dat andere levensbeschouwelijke, particuliere of narratieve perspectieven tot andere afwegingen komen. Ook hun argumentaties, voorkeuren en morele intuïties zijn niet neutraal maar gekleurd door de eigen particulariteit.
  3. Zoek vervolgens naar de mogelijke punten van overeenkomst waarin overwegingen en conclusies elkaar naderen en waar je dus argumentatief met elkaar verder kunt komen.

Evenwichtiger

Dat verder komen is daarbij als het goed is echt tweerichtingsverkeer. Er zijn bijvoorbeeld goede argumenten om een embryo te beschouwen als nieuw en volledig beschermwaardig menselijk leven, zoals de auteurs doen. Ze wijzen op het wetenschappelijk inzicht dat het zelf de teugels van de eigen ontwikkeling in handen heeft. Maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat op de achtergrond gewoon het christelijke perspectief hier al de doorslag heeft gegeven.

Wanneer je dan het gesprek aangaat op basis van dergelijke argumenten zou meer evenwicht gepast zijn. Want wie zichzelf inleeft in de positie van wie anders naar het embryo kijkt, vanuit liberaal perspectief of meer holistisch, zou ook goede argumenten kunnen herkennen voor die positie. Te denken valt aan de mogelijkheid van splitsing en fusie van bevruchte cellen. Bijvoorbeeld aan het feit dat een embryo niet alleen ‘logeert’ in het moederlichaam maar daarvan intrinsiek deel uit maakt. En aan het massale afsterven van embryo’s in de vroege fase van een zwangerschap.

Bespreking van genetische effecten

De auteurs doen dat laatste nu vlot af met een verwijzing naar genetische defecten, maar dat neemt het probleem niet weg. Zijn embryo’s menselijke individuen, dan vormen genetische defecten hun handicap. Wel, ook gehandicapte mensen zijn mensen naar Gods beeld. Zouden hemel en nieuwe aarde dan werkelijk meer bevolkt worden met mensen die nooit geleefd hebben dan met anderen? De meeste christelijke ethici laten dat probleem bij God liggen.

Eerlijk gesprek

Ik vind dat een eerlijk gesprek met andersdenkenden juist maakt dat we ook daar iets van moeten durven vinden. Het is net zo’n aanwijzing als het wetenschappelijke inzicht dat embryo’s zelf hun ontwikkeling sturen. Het brengt bovendien in herinnering dat de Bijbel zelf ook de waarde van ongeboren leven toch iets relativeert ten opzichte van geboren leven. Dat gebeurt bij het bekende verschil in strafmaat wanneer beide soorten keven per ongeluk gedood worden. Maar volgens een niet onwaarschijnlijke exegese blijkt het ook uit Paulus’ woorden uit 1 Kor 15, waar hij zichzelf vergelijkt met een te vroeg geboren foetus. Meestal vatten wij dit vers op als aanduiding van een te late geboorte, omdat Paulus verwijst naar zijn late bekering tot Jezus. Maar het Griekse woord duidt op een vroeggeboorte en impliceert de mindere waarde van de niet voldragen foetus.

Conditioneel beschermwaardig

De auteurs wijzen wel op psalm 139, maar verrekenen niet dat deze psalm terugkijkt vanuit een al ver ontwikkeld leven van een kind van God. Eerst tot diens geboorte en dan daarvoor, zelfs tot in Gods boek. Dit gegeven losmaken uit de context van een nu bestaande relatie en zonder meer toepassen op een foetus hangt af van de vraag hoe je aankijkt tegen een foetus. Informatie daarover geven valt buiten de scopus van psalm 139. Wie de vrucht al ziet als volledig beschermwaardig, vindt dat bevestigd in deze psalm. Maar dat betekent niet dat wie de vrucht beschouwt als toenemend beschermwaardig of zelfs conditioneel beschermwaardig met de strekking van deze psalm in strijd komt.

Ik wil met deze opmerkingen niet dit punt even snel beslechten maar alleen illustreren dat de wat neutrale schrijfstrategie van het Morgen wordt alles beter ook schaduwzijden kent. Behalve dat het eigen perspectief zichzelf toch wel verraadt, loop je ook het gevaar jezelf onvoldoende te laten uitdagen door wat daar minder goed bij past.

Noodzaak van verzet

Dit gesprek is bovendien echt nodig, omdat de praktijk haar eigen gang gaat. Vanuit mijn advieswerk merk ik dat christenen op het grondvlak in de omgang met embryonaal leven al lang steeds vaker morele keuzes maken die niet stroken met wat de klassieke benadering impliceert. Dat begint zich ook af te tekenen in de benadering van PGD en mogelijk ingrijpen op de genetische dispositie. De geschiedenis laat zien dat zich hier gemakkelijk een soort wetmatigheid voordoet.

Vergaande nieuwe wetenschappelijke mogelijkheden en technieken ontmoeten eerst huiver en reserve bij christenen. Maar de ontwikkeling gaat door en langzamerhand wennen ze eraan en smelt het verzet. Bij veel ontwikkelingen zeggen we achteraf terugkijkend dat dit maar goed was ook. Het verzet bleek bij nader inzien vooral conservatief bepaald en principieel onnodig. Dat zou ook hier het geval kunnen zijn, bijvoorbeeld nu wij er steeds meer achter komen dat zelfs de erfelijkheid minder deterministisch moet worden begrepen en beïnvloed kan worden door omgevingsfactoren.

Thematiek van transhumanisme

Vroeg of laat komen er echter ontwikkelingen die echt grenzen over gaan. Morgen wordt alles beter is daar duidelijk over in de hoofdstukken die raken aan de thematiek van transhumanisme en mensverbetering. Juist om de grens dan ook echt aan te houden, is het van groot belang dat we haar niet te vaak te vroeg hebben getrokken en daar achteraf op moesten terugkomen. Want juist dat maakt christenen op den duur te argeloos bij nieuwe ontwikkelingen. Het is goed dat dit gesprek over gentechnologie door Morgen wordt alles beter op gang gebracht wordt, want inderdaad zou het heel goed kunnen dat daar de grens wel degelijk in beeld begint te komen. Maar om dat zo nodig te concluderen, moeten wel alle morele kaarten op tafel liggen, en eerlijk in hun kracht én zwakheid gewogen zijn.

Moderne én postmoderne kleur

Twee andere punten van discussie die ik met de auteurs zou kunnen aangaan, hangen daarmee samen. In de eerste plaats plaatsen zij het christelijke denken als een alternatief naast het moderne en postmoderne denken. Mijns inziens bestaat het christelijke denken vandaag niet in reincultuur maar in categorieën die tegelijk ook modern én postmodern gekleurd zijn. Bijvoorbeeld de Reformatorische wijsbegeerte zelf is echt iets anders dan een klassiek-christelijke benadering, zoals ook de gereformeerde theologie van Kuyper geen klassieke calvinistisme is. Zoals Kuypers theologie modern-gereformeerd is, is de Reformatorische wijsbegeerte modern-christelijk, en dan verrijkt met enkele postmoderne (avant la letrre) nuanceringen. Bovendien lopen modern en postmodern zelf veel meer door elkaar dan de schematiek suggereert.

Verantwoordelijkheid, weldoen en privacy

En in de tweede plaats heb ik aarzelingen bij de aansluiting van de auteurs bij het gangbare paradigma voor morele oordeelsvorming in de medische ethiek. Daarvoor zijn beginselen of waarden sturend, zoals als ‘autonomie’ en ‘geen schade toebrengen’. De auteurs hanteren daarnaast beginselen van verantwoordelijkheid, weldoen en privacy. Hoe je het ook wendt of keert, dit paradigma weerspiegelt een – wellicht ietwat opgerekt en genuanceerd – liberaal en vooral individueel mensbeeld. Mijns inziens zou je veel radicaler andere categorieën moeten inbrengen en waardevolle elementen uit dit gangbare paradigma hoogstens als secundair hulpmiddel moeten benutten. Daarbij denk ik aan zorgethische en deugdethische categorieën maar ook aan meer narratieve benaderingen die theologisch-ethici als Hauerwas en Verhey hebben uitgewerkt.

Ethische evaluaties

Wat theologen en de theologie over gentechnologie te vertellen hebben ontbreken mij sowieso teveel in Morgen wordt alles beter. Het bevat echter wel enkele verwijzingen. Ook de spirituele, affectieve en vormende aspecten van de zoektocht naar morele antwoorden zouden meer aandacht verdienen. Zelfs wanneer je rationeel-objectief hebt uitgelegd wat goed en wat kwaad is, ben je nog niet op het niveau van het daadwerkelijke leven van mensen die keuzes aan het maken zijn of zelfs zonder duidelijke keuzemomenten meegaan in bepaalde ontwikkelingen dan wel zich daaraan juist onttrekken.

Daarbij moet ook worden gekeken naar de levensverhalen van de betrokkenen en hun gemeenschappen, naar de marges van handelingssituaties, en zeker ook naar spirituele vorming, inzicht en energie. De auteurs raken enkele van deze dimensies wel even aan, maar zij spelen geen duidelijke rol in ethische evaluaties. Gezien de ontwikkelingen die ik signaleerde op het christelijke grondvlak, lijkt me dat laatste juist belangrijk.

Ben je naar aanleiding van deze recensie benieuwd naar Morgen wordt alles beter?

Hier kun je Morgen wordt alles beter bestellen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken