De wil tot vrijmoedigheid
Gert Noort schreef het boek De wil tot vrijmoedigheid, over missionair-zijn als gave en verwachting. De grootste vraag hierin is: Waar halen wij de vrijmoedigheid vandaan om te getuigen? Is bescheidenheid niet een groter goed? Nico de Waal, oud-directeur van KokBoekencentrum, schreef onderstaande recensie over het boek.
Dit is een bijdrage n.a.v. De wil tot vrijmoedigheid
Sinds het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland staat missionair-zijn en getuigen hoog op de agenda. Dit leidde niet alleen tot veel initiatieven, maar ook tot veel vragen in de gemeenten. In dit boek komt één van de grootste vragen aan de orde: waar halen wij de vrijmoedigheid vandaan om te getuigen? Is bescheidenheid niet een groter goed?
De auteur laat in dit boek zien dat vrijmoedigheid voortkomt uit horen, lofprijzing en gebed. Vrijmoedigheid is geen prestatie maar vrucht, een geschenk van God.
Daarnaast gaat hij in op het thema van groei en laat zien dat groei lang niet alleen zit in aantallen (kwantiteit) maar vooral in diepte en breedte (kwaliteit).
Wie van de snelle actie is, wordt gevraagd dieper te gaan
Het aanbod van boeken over missiologie is beperkt. Er zijn vooral boeken met een historisch karakter (zowel overzichten van activiteiten als verhalen), maar inhoudelijke boeken zijn er beperkt.
De auteur van dit boek slaagt erin om het historische te benutten voor het aan het licht brengen van onderliggende inhouden en keuzes. Daarmee is ongeveer 2/3 van het boek gevuld. En dan gaat de auteur naar het heden. Vanuit de kennis van hoofdstromen gaat hij het uitwerken. Wie van de snelle actie is, wordt gevraagd dieper te gaan. Wie zich verhult in voorzichtigheid en bescheidenheid wordt uitgedaagd explicieter te worden. De auteur heeft een lerende en uitnodigende stijl van schrijven. Het boek leent zich voor persoonlijke lezing en studie, maar evenzeer voor instituties die een traditie hebben op het gebied van zending en (wereld)diakonaat, als voor gemeenten en werkgroepen. Mooi vormgegeven en uitgevoerd boek.
Nico de Waal