Tish Warren brengt liturgie en het alledaagse bij elkaar
Ruim plaats voor een belangrijke hedendaagse ‘vrome vrouw’: Tish Warren, Anglicaans priester in de V.S. en schrijfster van invloedrijke boeken. Wat heeft zij ons te zeggen en te leren?
Ruim plaats voor een belangrijke hedendaagse ‘vrome vrouw’: Tish Warren, Anglicaans priester in de V.S. en schrijfster van invloedrijke boeken. Wat heeft zij ons te zeggen en te leren?
Zomaar vier vrouwen die we ‘vrome vrouwen’ zouden kunnen noemen. Gewoon, omdat ze zijn wie ze willen zijn. Om maar te laten zien dat ze zomaar naast ons zijn…
Een themanummer over ‘vrome vrouwen’, in december – dus met de eerste vrome vrouw Maria in onze gedachten. In haar spoor velen meer. Ter inleiding dit eerste artikel, met het wie, wat en waar van dit nummer.
In de kloosters wordt elke dag besloten met het zingen van Maria’s lofzang, het Magnificat. Hoe voelt het voor een monnik zich bij Maria te voegen? Zijn er niet soms ál te moeilijke situaties, waarin dat niet kán? Hoe zingt zij ons voor en wat geeft zij ons mee…?
In een themanummer over vrome vrouwen moet het natuurlijk ook gaan over vrouwen in de kerk en hoe we daar naar haar kijken en met haar omgaan. Hoe vrouwvriendelijk zijn we daar? Of niet?
Ze slaakt een diepe zucht en kijkt zichzelf aan in de spiegel. Het valt niet mee om te zingen en tegelijkertijd in de spiegel te kijken of het wel goed gaat. ‘Rechtop zweven, de vleugels langzaam bewegen en stralen, stralen, stralen!’ had dirigent Michaël gezegd. Nog een keer probeert ze het: ♪♪ Glo-o-o-o-ria, vrede op aarde voor alle mensen van goede wil ♪♪.
‘Lang zul je leven, lang zul je leven, lang zul je leven in de gloria! In de gloria, in de gloria. Hiep, hiep, hiep, hoera’! Je zingt ’t zo mee. Heel vanzelfsprekend. Maar wat wensen we die jarige eigenlijk toe als we dit zingen?
Gloria. Wat laat zich dat makkelijk zingen! Niet alleen in de vele missen die componisten hebben geschreven en waar het ‘Gloria’ dan het feestelijke hoogtepunt is, maar ook in de kerk. We hebben het dan natuurlijk over dat kerstlied, waar het langgerekte Gloria (in excelsis Deo) prikkelt tot ongegeneerd meebrullen met de rest.
Het was opa’s idee. Hij belde en vroeg: ‘Aaf, heb je zin om vanavond naar de kerststal in de grote kerk te gaan? Er zijn echte schapen en een ezel, en er zingt een koor.’
‘Het is toch geen kerkdienst?’ had Aaf gevraagd, die kerkdiensten nogal lang vond duren. Opa was dominee geweest. Aaf vond zijn preken saai, maar opa zelf niet.
Nieuwe boeken