Een speciaal verhaal
Blikseminslag
Een paar dagen bracht ik door in de stilte, met als gezelschap steeds een bijbelverhaal dat ik aangereikt kreeg. Die dag was dat het verhaal van Mozes bij het brandende braambos. Hij wist niet bij wie hij hoorde: bij het Egyptische hof, waar hij opgegroeid was, of bij dat slavenvolkje van Israëlieten, waar hij eigenlijk vandaan kwam. En nu liep hij daar met zijn ziel onder zijn arm. En ik ook, want in een goed verhaal kun je je inleven.
Al voortsjokkend kwam ik bij een dor, droog plekje, waar alleen een paar braamstruiken groeiden. Toevallig, daar was ik dus nét over aan het lezen! Heel gek, maar ineens was ik ín het verhaal. Ik begon te huilen omdat ik niet wist wie ik was en bij wie ik hoorde.
De braamstruik vloog niet in de fik. Ikzelf wel. Ineens overkwam mij een soort blikseminslag, en wist ik in één klap weer wie ik was: iemand die zichzelf nog steeds kwijt was, maar wel met een God die zei: ‘Ik ben met jou.’ Want dat is de betekenis van de naam die Mozes open-gebaard krijgt. Mijn ziel zat ineens niet meer onder mijn arm, maar in mijn lijf.
Ik ben daarna nog vele malen onzeker geweest, maar ergens in de diepte zit er toch een bodem onder m’n diepste twijfel. Het gevoel heeft me nooit meer helemaal verlaten. En daarom ben en blijf ik ongeneeslijk religieus. En at ik wat later op diezelfde plek zielsgelukkig een paar niet verbrande braampjes.
GERRIE HUIBERTS IS PASTOR, GEESTELIJK VERZORGER EN SCHRIJFSTER VAN KINDERBOEKEN EN KINDERBIJBELS.
HET VERHAAL VAN MOZES EN HET BRANDENDE BRAAMBOS STAAT IN EXODUS 3.
Vindingrijk zoeken
Als kleuter wa s de Bijbel voor mij onbegrijpelijk. Onverstaanbaar zelfs, in het geval van mijn opa. Ingeklemd tussen de knikkebollende familieleden luisterde ik gefascineerd hoe hij voorlas uit die grote Statenbijbel. Ik herkende geen enkel woord in de nu weer slepende, dan weer dreunende klanken die hij voortbracht. Het stoorde me niet, ik dacht dat de Bijbel – en mijn opa eigenlijk ook – zo heilig waren dat het niet passend zou zijn om de woorden ook echt te verstaan.
Gelukkig was er een lieve tante, die kinderen begreep. Van haar kreeg ik twee keer een deeltje uit de serie ‘Wat de Bijbel ons vertelt’, bijbelverhalen in eenvoudige zinnen, met prachtige afbeeldingen van Kees de Kort. Veel indruk maakte het verhaal ‘Genezing van een verlamde’. Zoveel dat ik er zelf iets bij geschreven heb. Ik kon toen nog geen letters schrijven, maar met de lussen en halen die ik op een van de bladzijden aanbracht, gaf ik een extra accent aan de woorden van Jezus tot de verlamde man.
Ook woorden die niet begrijpelijk zijn, kunnen het heilige dichterbij brengen – of ons dichter bij het heilige. Een eigen creatieve verwerking past goed bij dit verhaal, waarin vrienden van de zieke hoofdpersoon een heel nieuwe oplossing bedenken om hem bij Jezus te brengen.
Heeft dit verhaal mij beïnvloed? Vast en zeker! Communiceren waar ziekte spraak of denken verlamt; woorden en gebaren vinden voor de nood van de ander, voor het verlangen dat leeft, voor wat heilig is; vindingrijk zoeken naar manieren om elkaar te bereiken en te begrijpen − nu ik volwassen ben is dat mijn vak, mijn roeping.
BEATE ROSE IS GEESTELIJK VERZORGER IN DE HOSPICE-EN OUDERENZORG EN REDACTIELID VAN OPEN DEUR.DE ‘GENEZING VAN EEN VERLAMDE MAN’ STAAT IN MARCUS 2:1-12.
Dit ene weten wij en aan dit één houden wij ons vast in de duistere uren: er is een Woord, dat eeuwiglijk zal duren, en wie’t verstaat, die is niet meer alleen.
HENRIËTTE ROLAND HOLST-VAN DER SCHALK
Spannend en huiveringwekkend
Het verhaal van de Israëliet Simson en de Filistijnse Delila moet vaak bij het kampvuur zijn verteld. Je voelt het vertellersplezier erin tintelen. Het begint al met die namen: Simson en Delila. Daar zitten de woorden ‘zon’ en ‘nacht’ in: ‘de zonneman en de nachtvrouw’, zoiets. De kaarten lijken geschud: het licht zal het wel weer winnen van de duisternis. Of wint de vrouw het van de man?
Delila moet achter het geheim komen van Simsons enorme kracht. Steeds speldt hij haar iets op de mouw: mijn kracht verdwijnt als ik geboeid word met zeven, verse, soepele pezen, of met nieuwe ongebruikte touwen, of als je mijn haar inweeft in het weefgetouw. Steeds groteskere leugens en telkens de mokkende reactie van Delila. De verteller kan Simson als een onverschillige dommekracht neerzetten, of als een goedige beer. En Delila als een flemende, verleidelijke, verleidende, slimme jongedame. De vertellers bij het kampvuur zullen het allemaal hebben uitgeprobeerd.
Drie keer loopt het op niets uit. Dat getal drie zie je in veel volksverhalen: drie pogingen om een geheim te ontraadselen of drie pogingen om een opdracht te vervullen.
Dan volgt de climax. Simson trapt in de val en geeft zijn geheim prijs. De man is weer eens bezweken voor de slimheid van een vrouw. Een oud verhaalmotief dat alle culturen in verhalen hebben gegoten. De nacht wint het deze keer van het licht. Simson is verblind door een vrouw en, gruwelijk gevolg, zijn ogen worden uitgestoken door de Filistijnen. Geen happy end. Een spannend opgebouwd, huiveringwekkend verhaal.
STEPHAN DE JONG IS PREDIKANT VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE OUDEMIRDUM-NIJEMIRDUM-SONDEL EN REDACTIELID VAN OPEN DEUR.
HET VERHAAL VAN SIMSON EN DELILA STAAT IN RECHTERS 16:4-22.