Eerbetoon aan mijn inspiratiebron Milan Kundera
Een niet-theoloog met verrassende, bijna-theologische inzichten

Maandag: tijd voor een Theologencolumn. Deze keer opent Tom Schepers de week met een eerbetoon aan de Tsjechische Milan Kundera, die op 11 juli overleed. Wat van Kundera’s werk inspireert Toms theologie en geloof?
„Wie weet wat de mist is waar we nu in wandelen?”

Tom Schepers
Het kwam voor mij als een schok om te lezen dat de 94-jarige, Tsjechische auteur Milan Kundera op 11 juli is overleden. Naast dat zijn romans een genot zijn om te lezen, zijn zijn inzichten regelmatig een grote inspiratiebron voor me geweest. Meer dan eens heb ik citaten meegenomen in mijn preken en schrijven, dus ik deel graag een aantal pareltjes ter ere van deze fantastische auteur.
De grap
In Kundera’s eerste roman, De grap, staat een mislukte grap centraal, die het hoofdpersonage Ludvik Jahn had uitgehaald in zijn studententijd. Hij was tot over zijn oren verliefd op een heel aardig, maar nogal naïef meisje. Vanuit zijn eigen onzekerheid maakte hij veel domme grapjes die zij niet altijd even goed begreep. Tijdens de zomervakantie ging zij naar een communistisch trainingskamp, terwijl Ludvik juist die weken had vrijgehouden om met haar door te brengen.
Het meisje ging vol enthousiasme op in de ideologische scholing, terwijl hij haar vreselijk miste. Ze schreef hem een brief waarin ze heel veel mooie dingen deelde over de lezingen, de liederen en de ‘gezonde atmosfeer’ waar ze volkomen in opging. Maar ze gaf geen uiting van gemis richting Ludvig, wat maakte dat hij antwoordde: “Optimisme is het opium van het volk! Een gezonde atmosfeer stinkt naar domheid! Lang leve Trotsky! Ludvik.”[1] Als een goede communist gaf het meisje deze brief door aan een politieke instantie, waardoor Ludvik in de kolenmijnen terechtkwam. Kundera werd vanwege dit plot gezien als dissident en moest zelf uitwijken naar het westen.
Marcherende mensen
Wat Kundera tekende was een bepaald ideologisch en politiek agnosticisme dat resulteerde in illustraties van manieren waarop een individu op een goede manier in het leven kan staan. Ludvik en Kundera konden het ideologische gebabbel niet uitstaan, en het meest natuurlijke wapen ertegen blijkt satire; iets dat een mens duur kan komen te staan in een totalitair regime.
“Ik zat in de kerk met het vreemde en gelukkige gevoel dat mijn ongeloof en hun geloof vreemd genoeg dicht bij elkaar lagen.”
In De ondragelijke lichtheid van het bestaan uit Kundera ook zijn afgunst tegen ideologisch geschreeuw in een scène over een jonge vrouw die uit Tsjecho-Slowakije gevlucht is naar Parijs. In Parijs is er een optocht tegen het Sovjetimperialisme, maar de vrouw kan zich er niet toe zetten om mee te doen, ook al kende ze het kwaad van het regime. Kundera schrijft over haar beweegredenen:
God
Hoewel de personages in Kundera’s romans regelmatig kerkgangers zijn, heeft Kundera bijzonder weinig gezegd over zijn eigen religieuze overtuigingen. Kundera zou zeker een cultureel dominant christendom afwijzen wanneer deze vanuit een harde dogmatiek totalitaire houdingen aanneemt. Maar ondertussen had hij grote sympathie voor de vervolgde christenen in zijn eigen land. Zo schreef hij in Verraden testamenten:
Publiek en privé
De briljantie van Kundera komt tot uiting in zijn liefde voor context, nuance en ambivalentie. Daarom kon hij het ook niet uitstaan wanneer details uit het privéleven van publieke personen naar buiten werden gebracht. In De ondragelijke lichtheid van het bestaan schrijft hij over Jan Prochazka, een belangrijke figuur in de Praagse Revolutie. Het regime had in het geheim privégesprekken van hem opgenomen en bracht deze begin jaren 70 naar buiten om hem in diskrediet te brengen.
“De mens wandelt zijn levensweg door de mist. Maar wanneer hij terugkijkt om mensen uit het verleden te oordelen, dan ziet hij geen mist op hun pad.”
Volgens Kundera was de inhoud van deze gesprekken niet het grote schandaal. Iedereen zegt immers schandalige, vieze en onsamenhangende dingen in de privésfeer. De grappen die de koning maakt in zijn privévertrekken zijn heel anders dan die op het podium tijdens een staatsbezoek. Het grote schandaal was volgens Kundera dat het leven van Prochazka hierdoor werd geruïneerd. Hij schreef:
De mist
Toch brengt Kundera ook nuance in door te zeggen dat wij nooit te hard moeten zijn in ons oordeel, en dat er grote waarde ligt in onverteerbare vergevingslust. Wanneer wij van een afstand naar anderen kijken, zij het in het heden of verleden, dan is het erg makkelijk om een oordeel te vellen. Het is zo makkelijk om de splinters in de ogen van anderen te zien, zeker wanneer de geschiedenis heeft uitgewezen dat ze fout zaten. Kundera gebruikte prachtige beeldspraak waarmee hij pleitte voor mildheid en vergeving. Hij zei:
Wie weet wat de mist is waar wij nu in wandelen? Hoe kunnen wij dat weten? Wellicht is juist daarom de vergevende houding zo belangrijk. Want waarom zou de Allerhoogste een schuld van tienduizend talent voor ons kwijtschelden, als wij niet eens een schuld van honderd denarie over het hoofd kunnen zien? (Matteüs 18:21-35)
Tom Schepers is theoloog en docent, en auteur van het boek Op zoek naar de heilige graal. Herontdekking van het christelijk geloof.
Noten
[1] Milan Kundera, De grap, 1967. Trotsky werd in die tijd gezien als één van de grootste politieke vijanden van het communistisch regime.
[2] Milan Kundera, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, 1984.
[3] Milan Kundera, Verraden testamenten, 1993.
[4] Milan Kundera, Verraden testamenten, 1993.
[5] Milan Kundera, Verraden testamenten, 1993.