Exotische ontdekkingsreizen in zichzelf
Vorige week werd de nieuwe roman van Frans Willem Verbaas De vierde vrouw gepresenteerd. Deze roman vertelt het verhaal van een van de grootste theologen van de twintigste eeuw: Karl Barth. Maar vooral is De vierde vrouw een verrassende en geestige roman. Dichter en journalist Hilbrand Rozema reageerde tijdens de presentatie op De vierde vrouw en op het oeuvre van Verbaas. U kunt zijn toespraak hieronder (na)lezen.
Beste mensen. Frans Willem Verbaas is gelukt, wat maar weinig schrijvers lukt: hij heeft een recensent tevoorschijn gelokt, uit z’n hol gerookt. Ik voel me als iemand die uit de loopgraven komt met een witte vlag.
Ik heb Verbaas in een recensie ooit de meester van de kleine subtiele verschuiving genoemd. Moet ik dat nu terugnemen, na het lezen van dit boek? Gedeeltelijk wel. De gebeurtenissen in dit boek zijn bepaald geen subtiele verschuivingen meer in de zin van ‘klein’. Maar het is wel heel subtiel opgeschreven. Met typische droge FWV-humor, die soms bijna geen humor meer is, en daarom juist heel leuk.
De theologie, de oude koningin van de wetenschappen, die krijgt een herkansing in dit boek. Zoals een voetbalwedstrijd in een verlenging beslist kan worden, zo krijgt Karl Barth bij hem een verlenging. Want hoe wek je oude theologie weer tot leven? Nou, door de oude theoloog in kwestie, weer te laten leven – letterlijk. En dat geloofde ik vanaf het begin. De ‘suspension of disbelief’ is geen enkel probleem.
Als je een rood autootje hebt gekocht, wemelt de wereld ineens van de rode auto’s, je ziet ze overal. Zo zul je, na het lezen van dit boek, ineens overal krasse hoogbejaarden zien.
‘Man van 80 beklimt Everest’; we zullen langer leven, vertelt het Journaal… In het boek Congo van David van Reybrouck, komt een man voor die meer dan 120 jaar oud is.
En misschien herinnert u zich Jane Calment nog, 121. Zij had Vincent van Gogh nog in de winkel gehad. Haar vader had een verfwinkel. Van Gogh was een buitengewoon narrige man geweest, zei ze.
Het is ook net, of zo’n gedachte in de lucht hangt, van iemand van vroeger die weer levend rondloopt. Dan is het de verdienste van Frans Willem als kunstenaar, dat hij dat heeft aangevoeld.
In Duitsland is net een boek uit, onder de titel ‘Er ist wieder da’, hebt u dat al gehoord? En ,,er’’ is dan niemand minder dan een tijdgenoot van Karl Barth: Hitler. Hij ‘’is’’ er ineens gewoon, weer, in dat boek; hij duikt gewoon op, niet veel verouderd. Dat wordt verder niet uitgelegd. En hij ontwikkelt zich tot een veelgevraagd talkshowgast. Hij pleit, het zal niet verbazen, voor een immigratiebeleid dat wat aan de strikte kant is.
Nee, het feit dat Barth wordt opgevoerd als 119-jarige, is geen probleem.
Zijn verhalen spelen zich vaak af in serene landschappen, zodat het licht helemaal valt op de handelingen tussen de hoofdpersonen. De omgeving zet hij neer in verrassend korte trefzekere zinnen. Ik zie het altijd voor me. Er straalt een bepaalde rust uit, die mij ook wel wat jaloers maakt.
Hij is geen opdringerige auteur. Hij is als het ware stilletjes aanwezig. Soms had ik het gevoel dat de schrijver achter de gordijnen toe keek, hoe zijn hoofdpersonen het ervan af brachten. Het leek net alsof hij net zo nieuwsgierig was als ikzelf, naar de reacties van de man, die Barth…. Maar nu moet ik mezelf onderbreken, we mogen de afloop van boeken en films natuurlijk niet verklappen, om het leesplezier niet te bederven.
Afrika
Afrika verbindt mij met het werk van Verbaas. Ik heb er zelf veel gereisd. En het continent trekt hem aan. Een van zijn bronnen is een van mijn lievelingsboeken: Mukiwa, A White Boy in Africa, van Peter Godwin.
(Soms denk ik ineens weer aan zijn boek Sneeuw in Afrika. Zo stond in het ND een recensie van Zuidenwind, een ‘’oud’’ boek, 1917, nu pas vertaald, van een Britse auteur en diplomaat, Norman Douglas (1868-1952). Het gaat over een anglicaanse bisschop, Thomas Heard. Hij reist vanuit Centraal-Afrika terug naar de Britse beschaving. Hij maakt een tussenstop op een Italiaans eiland. Daar waait een siroccowind, en die straffe wind tast de principes die de geestelijke zijn leven lang huldigde, grondig aan. De bisschop observeert zijn landgenoten, die er als expats heel andere gedragingen op nahouden. ‘Verlost van de beschaving en het deprimerende Britse klimaat gooien de hedonistische ballingen allemaal op hun eigen manier de remmen los.’ Er stond: ‘Volgens Zuidenwind kunnen mensen deugden als rechtvaardigheid, altruïsme en schaamtegevoel kwijtraken onder invloed van klimatologische omstandigheden.’)
Een kleine bekentenis: zijn debuutroman Sneeuw in Afrika is in mijn hoofd een eigen leven gaan leiden.
Als een referentiepunt: een vertrekpunt, zo van: pas op, elders kunnen de dingen heel anders gaan. Verre, buitenlandse vakanties, zijn die eigenlijk wel verstándig? De herinnering aan het avontuur in Djenné, is blijven haken. Soms denk ik meteen weer terug aan dat boek. Het was eigenlijk door dit boek dat ik besefte, dat je Afrika ook anders, minder rooskleurig kunt bekijken.
Ik vroeg me na ‘Sneeuw in Afrika’ af: had ik voldoende door Afrika heen gekeken? Romantiseerde ik teveel? Had Frans Willem Verbaas niet alleen al gelijk, omdat hij ouder is, en meer levenservaring heeft? Ben ik niet een romantische schwärmer over Afrika, om te ontsnappen aan de schaduw van een benarde jeugd?
After all, wat weten we nu eigenlijk precies, wat weten we zeker omtrent onze eigen drijfveren? Van de schrijver Herman Hesse is weleens gezegd dat hij een onverbeterlijke romanticus was, omdat hij niet onder ogen kon zien dat zijn vader hem zo vaak had geslagen. Sommigen denken dat.
Uiteindelijk had ik zelfs een zwarte verloofde in Kenia – wat betekent dat nu weer? Een tijdgenoot van Karl Barth biedt hier misschien soelaas!
Sigmund Freud gaf in zijn tijd als zijn mening, dat Europese mannen volgens hem met zwarte vrouwen willen trouwen, omdat ze dan echt zeker weten dat het niet hun moeder is.
Misschien is deze gedachte nog een idee voor een volgende roman.
Boeken van Verbaas zijn een doorlopend onderzoek: wie ben je in een andere situatie? Een ander land? Wie ben je nog als je bijna smelt van de tropische hitte? Wie ben je in een andere leeftijd, op hoge leeftijd… Heel oud zijn, eigenlijk ook een ander land, met een andere gevoelswereld. En met heel veel verleden. Het verleden is ook een ander land, ze doen daar de dingen anders.
(Verbaas houdt van observeren. Hij komt niet over als een auteur die overal waar hij komt, wordt voorafgegaan door majorettekorpsen, trommelaars en jongleurs op fietsen met 1 wiel. Frans Willem Verbaas springt niet in de Amstel, zoals de schrijver Tommy Wierenga onlangs deed toen hij een prijs won. Tot nu toe.)
Zo kan het dus ook, een verhaal langzaam opbouwen. Dat je je troeven niet driftig op tafel smijt, maar dat je de schrijvende pendant bent van een zacht keelschrapen, een onopvallend, maar veelbetekenend kuchje, dat prudent om aandacht vraagt – maar dat je alleen tot je schade kunt negeren.
Engelen
Nog een enkel woord over engelen, het woord is vandaag al enkele keren gevallen.
Verbaas introduceerde in zijn vorige boek engelen. Dat is best bijzonder, ook in de Nederlandse literatuur. Al komt het wel een enkele keer voor. Zo had Willem Frederik Hermans al een boek over een beschermengel. En Leon de Winter laat een engel commentaar geven. Zijn engelen misschien achter de schermen bezig met een come-back? Ja, ik denk het wel. Ik denk dat engelen bezig zijn met een wederkomst.
(De engel nog niet verdwenen uit ons land. De engel is een vriend, een boodschapper, een bewaker, een troostende security. Ja, hij heeft iets troostends. Als er al een definitie is van hoe de engel optreedt en voorkomt anno nu, in deze tijd, dan zou ik zeggen, op grond van mijn eigen ervaringen: dat je op dat moment zélf niet doorhebt, dat er iets vreemds is, iets afwijkends. Net als bij de Emmaüsgangers. Maar later, later pas, als je er weer aan denkt, voel je vanbinnen ineens dat schokje, die opspringende binnenpret: z o u het dan misschien toch…? Daar voeg ik aan toe dat de omstanders niks door hoeven te hebben. Ik heb zulke dingen meegemaakt. Situaties waarvoor engelen goede verklaringen bieden. Het ten tonele voeren van engelen ervaar ik op zichzelf wel als troostend van Verbaas. Hij laat ons niet als wezen achter.)
Stephen Fry, de bekende Britse schrijver, presentator, acteur en komiek, heeft ooit gezegd: ‘Write about what you k n o w!’ Schrijf over wat je k e n t ! Een goede raad, en een waarschuwing om niet te schrijven over dingen waar je niks van weet. Als journalist heb ik soms weleens tegen die laatste regel gezondigd. Maar Frans Willem Verbaas heeft dat als schrijver nog niet gedaan. Hij schreef over wat hij kende. Soms uit ervaring, maar ook vaak, denk ik, na exotische ontdekkingsreizen in zichzelf.
Gouda, 5 juni 2013
Hilbrand Rozema
—
Hilbrand Rozema is dichter en journalist.