Iedere dag komt het voorbij
Het leven van ouderen is doorsneden door de oorlog. Alles wat iemand ruikt, hoort of ziet kan een oorlogsherinnering naar boven halen.
‘Natuurlijk heb ik gekeken naar de herdenking van de bevrijding van Auschwitz. Ik heb drie nachten niet geslapen! Dat een mens tot zoiets in staat is. Ik wil geen mens meer zijn, maar ik bén een mens’, zegt ze fel. Haar buurvrouw knikt. ‘Ik heb ook gekeken, de hele uitzending; we mogen dit nooit vergeten, we waren er zelf bij.’
Hoofdschuddend zegt een verzorgende die koffie schenkt tegen me: ‘Heb het maar niet over die oorlog, ze zijn al van slag.’
Iedere dag van de zevenentwintig jaar die ik nu met ouderen werk, hoor ik een flard van oorlog, een vloek, een zucht, een stuk levensverhaal. De impact van deze ervaringen is groot, ook voor de volgende generaties. Voorbijgaan aan deze oorlogsherinneringen is voor mij geen optie. Luisteren wel. Luisteren betekent recht doen aan deze mensen, aan hun pogen om iets moois en goeds te maken van hun leven, ‘doorsneden’ door de oorlog.
Schaamte
Letterlijk alles wat iemand ruikt, hoort of ziet kan de trigger zijn die een oorlogsherinnering naar boven haalt. Zo hoorde ik laatst iemand mopperen: ‘Deze winter wordt weer zo’n winter zonder schaatsen.’ Prompt reageerde haar buurvrouw: ‘Die laatste oorlogswinter heb ik zo genoten en ik schaam me diep. We waren in Friesland om aan te sterken, weg uit Amsterdam. De Duitsers zetten weilanden onder water. Het ging vriezen en het werd een geweldige ijsvlakte; ik ging schaatsen en kon er geen genoeg van krijgen. Nu schaam ik me dood dat ik zo genoot op hetzelfde moment dat mensen crepeerden in de kampen.’
Door verminderde weerstand en een willekeurige trigger, kan iemand een traumatische of zeer gevreesde gebeurtenis opnieuw beleven. Zoals de vrouw die opeens gilt: ‘Ze komen me halen, ze komen me halen.‘ Haar grote angstige ogen vertellen dat zij in een andere tijd, op een andere plaats is.
Dodenhuis
‘Weet je,’ zegt een vrouw met het hart op de tong, ‘ik woon hier in een dodenhuis. Laatst ging een meneer dood die hier al twaalf jaar woonde. Na twintig minuten werd hij door de achterdeur afgevoerd. Niemand was erbij. Dat kan niet, dat mag niet. Naamloze lijken heb ik genoeg gezien. We moeten een ritueel bedenken, zodat we hier iedereen waardig herdenken, met voor- en achternaam.’
‘Ja’ antwoorden
Een stille tafelgenoot begint te praten: ‘Mijn ouders waren gescheiden in de crisisjaren. Dramatisch voor ons, maar tijdens de oorlog hebben ze allebei een joodse onderduiker onderdak geboden. Alle vier overleefden ze. Dat ze met hun leven ja gezegd hebben op de vraag ‘ben je mijn naaste?’, dat is het grootste. Dat antwoord, daar ben ik ze nog dankbaar voor. Dat helpt mij tot op vandaag om antwoord te geven!’
Hoe ga je in gesprek over oorlogsherinneringen?
- Luister: volg iemand in zijn/haar verhaal en loop nooit vooruit.
- Vraag nooit ‘Wat hebt u meegemaakt of gedaan in de oorlogsjaren?’ maar stel een open vraag, als: ‘Waar was u in die tijd’?
- Als een oorlogsgetroffene niet (verder) wil spreken, zwijg dan mee.
- Als iemand een gebeurtenis herbeleeft, wuif die beleving dan niet weg. Neem de tijd, biedt rust en nabijheid om samen terug te komen in een veiliger heden. Als iemand dit vaker meemaakt, is het raadzaam professionele hulp voor te stellen. Ook ouderen met een PTSS (posttraumatische stressstoornis) kunnen baat hebben bij gerichte therapie.
Jacomette de Blois, predikant en geestelijk verzorger in de Antonius Hof en in de Zandzee te Bussum.
Lees meer over oorlogsherinneringen van ouderen en hoe je daarover kunt praten in ‘Iedere dag komt het voorbij. Ouder worden met de oorlog’ van Jacomette de Blois. (Berne Media, 2018).