Menu

Basis

In gesprek over werk

Een wandelaar op pad

In het pastoraal bezoekwerk komt regelmatig het dagelijks werk ter sprake. Mensen vertellen over het plezier dat ze eraan beleven. Of over de vragen en zorgen die zich rond het werk voordoen. Wat kun je als bezoeker op dit vlak betekenen?

Het bezoekwerk namens de kerk is bedoeld om mensen nabij te zijn in het leven van alledag. Centraal staat de vraag: ‘Hoe gaat het met jou/u?’ Soms is er een bepaalde aanleiding voor een bezoek, zoals ziekte of rouw. Dan ligt daar in het gesprek meestal het accent op. Andere keren vindt een bezoek ‘zomaar’ plaats, als kennismaking of als jaarlijks gebruik. Dan kunnen er allerlei onderwerpen ter sprake komen: gezondheid, werk, gezin, kerk en geloof…

Omdat het dagelijks werk – of juist het gemis eraan – voor veel mensen belangrijk is, komt het vaak als gespreksthema naar voren. Daarbij kan het gaan om verschillende vormen van werk: een betaalde baan, vrijwilligerswerk, mantelzorg.

Ouderling Maaike brengt een bezoek aan Gerard en Karin Jansen. Gerard werkt als computerbeheerder. Tijdens het gesprek vertelt hij: ‘Vorige maand hebben we op het bedrijf een reorganisatie gehad. Er zijn veel mensen ontslagen.’ Gerard heeft gelukkig zijn baan behouden, maar hij moet nu regelmatig overwerken. Karin heeft geen baan. Zij doet veel vrijwilligerswerk op de basisschool van de kinderen. Verder zorgt ze twee dagen per week voor haar moeder. Karin is blij dat ze dit kan doen. ‘Maar anderen spreken mij soms aan op het feit dat ik “niet werk”. Dat vinden ze zonde van mijn opleiding.’

Spanningen op het werk

Veel mensen doen hun werk met plezier. Ze kunnen er hun mogelijkheden in gebruiken en ontwikkelen. Hun dagelijks werk geeft structuur en contact met anderen. Ze zouden dat niet graag willen missen. Aan de andere kant kan werk ook spanningen met zich meebrengen. Een conflict met collega’s of binnen een bestuur, een fusie, een sterk toegenomen werklast, verandering van taken…

In de afgelopen jaren, en nog steeds, hebben mensen in hun baan met bezuinigingen te maken. Er vindt in het bedrijf of in de instelling een reorganisatie plaats. Dat betekent meestal dat er mensen uit moeten. Wie wel mag blijven, krijgt te maken met veranderingen. Vaak ook met een toename van de werkdruk. Ook op andere manieren wordt er bezuinigd. Het werk moet steeds efficiënter gedaan worden. Soms is tot op de minuut vastgelegd hoeveel (of beter gezegd: hoe weinig) tijd je mag besteden aan een bepaalde activiteit. Of er zijn bepaalde ‘targets’, doelen, die je binnen een gestelde tijd moet halen. Als je daar niet aan voldoet, vlieg je eruit. Voor jou zijn er vele anderen die de baan graag zouden willen hebben.

Onbetaald werk

Sommigen zijn naast hun betaalde baan ook als vrijwilliger actief. Anderen hebben vrijwilligerswerk als hoofdbezigheid. Het kenmerkende van vrijwilligerswerk is dat mensen het uit vrije wil doen zonder

dat er een financiële beloning tegenover staat. Bij de keuze voor een vrijwilligerstaak speelt het verlangen om iets voor de samenleving en de naaste te betekenen een belangrijke rol.

Een andere vorm van onbetaald werk is het vrijwillig voor een naaste zorgen. Soms is dat een bewuste keuze, vaker echter komt het ongevraagd op iemands weg. Een kind, partner, ouder of andere dierbare wordt ziek en heeft hulp nodig. Dan neem je haast vanzelfsprekend die zorg op je. Meestal wordt het ook door de professionele instanties verwacht dat familie en buren hulp bieden. Maar mantelzorg kan steeds meer en steeds zwaarder worden. Zodanig dat de andere taken en nodige ontspanning van de mantelzorgers erdoor in de knel komen.

Hoe belangrijk onbetaald werk ook is, het wordt helaas nog steeds ondergewaardeerd. Mensen zonder baan hebben vaak het gevoel dat ze zich tegenover anderen moeten verdedigen. Werk lijkt in de maatschappij pas echt mee te tellen als het betaald is.

Bas is al geruime tijd werkloos. Korte tijd heeft hij gewerkt als leraar Nederlands aan een middelbare school. Maar al snel ontdekte hij dat dat niet echt iets voor hem was. Dat vond de school ook en zijn contract werd niet verlengd. Inmiddels heeft hij al op verschillende andere banen gesolliciteerd. Maar tot nu toe heeft het niets opgeleverd. Alle afwijzingen doen zijn zelfvertrouwen verminderen. Van de uitkeringsinstantie moet hij nu ook op banen solliciteren die hem totaal niet liggen.

In de maatschappij tel je mee als je betaald werk hebt

Zonder werk

Ook al lijkt het weer iets beter te gaan met de economie, er is nog steeds veel werkloosheid. Sommigen komen na jarenlange trouwe dienst op straat te staan. Als je al wat ouder bent, valt het niet mee om aan een nieuwe baan te komen. Werkgevenden vinden oudere krachten vaak te duur. Of ze achten het risico op ziekte en uitval te hoog.

Aan de andere kant hebben ook veel jonge mensen moeite om een baan te vinden. Op bepaalde vakgebieden is er een overschot aan opgeleiden. Als het uiteindelijk al lukt aangenomen te worden, krijgt iemand meestal eerst een tijdelijk contract. Soms wordt dat een paar keer verlengd. Als het bedrijf daarna geen vaste baan wil geven, wordt iemand alsnog ontslagen. En dan begint het traject opnieuw. Het steeds weer afgewezen worden bij sollicitaties levert veel frustraties op. Het valt niet mee om de moed erin te houden. Er staat een sterke druk op het vinden van een baan. Financieel, sociaal, maatschappelijk.

Eerder was het zo dat je geen vrijwilligerswerk mocht doen als je werkloos was. In plaats daarvan moest je al je tijd besteden aan solliciteren. Met de komst van de Participatiewet is dat veranderd. Nu worden mensen met een uitkering in bepaalde plaatsen zelfs ‘verplicht’ om ‘vrijwilligers’werk te gaan doen…

Afgekeurd

Langdurige werkloosheid kan mensen het gevoel geven dat ze langs de zijlijn staan. Ze willen wel meedoen, maar krijgen geen kans. Voor wie langdurige gezondheidsproblemen heeft, geldt dat vaak ook. Sommigen zijn gedeeltelijk afgekeurd of hebben sterk aangepast werk nodig. In de praktijk blijkt echter vaak dat terugkeer naar de huidige baan of het vinden van een andere passende baan moeilijk is. Anderen zijn vanwege een chronische ziekte of aandoening helemaal afgekeurd.

Aan de ene kant kan een verklaring van arbeidsongeschiktheid een gevoel van rust en ruimte geven. De gezondheidsproblemen van iemand worden erkend. Een uitkering biedt een financieel vangnet voor het dagelijkse levensonderhoud. Aan de andere kant kan het volledig afgekeurd worden ook pijnlijk zijn. De beperkingen zijn blijkbaar zodanig dat de persoon niet meer mee kan doen in het betaalde werk. Sommige mensen willen zelfs beslist niet afgekeurd worden. Anderen vechten jaren om erkenning te krijgen voor het feit dat ze door hun gezondheid geen baan aankunnen. Het is al pijnlijk als je door gezondheidsproblemen niet op volle krachten kunt meedoen aan activiteiten die voor anderen ‘normaal’ zijn. Gedoe met keuringen, regels, en uitkeringen maakt het daar meestal niet makkelijker op.

Marlies heeft communicatiewetenschappen gestudeerd. Zij werkt nu twee jaar bij een reclamebureau. Haar werk wordt zeer gewaardeerd. De laatste tijd twijfelt ze zelf of ze in deze baan wel op haar plek zit. Aan bezoekmedewerker Wim vertelt ze: ‘Soms vraag ik me af waar ik het allemaal voor doe. Ik help fabrikanten om hun producten te verkopen. Maar heb ik daarvoor mijn studie gedaan? Beteken ik op deze manier echt iets in de wereld?’

Via zingevingsvragen heeft werk ook met geloof te maken

Geloof en werk

Rond het dagelijks werk kunnen zich vragen voordoen die raken aan onze levensovertuiging. Zoals zingevingsvragen: Wat is het doel van mijn leven? Waar is mijn werk goed voor? Of meer specifiek: Kan ik God en mijn naaste dienen in mijn werk? Ook bij ethische vragen en gewetensconflicten kan het persoonlijk geloof een belangrijke rol spelen: Kan ik deze situatie of opdracht op mijn werk rijmen met mijn geloof? Wat zou God van mij vragen?

Het eigene van het pastorale bezoekwerk is dat geloofsaspecten daar een plaats kunnen krijgen in het gesprek. Dat hoeft niet altijd zo expliciet. Het kan ook op de achtergrond meespelen in de verbondenheid met elkaar en met God. In het pastoraat gaat het vooral om luisteren en nabij zijn.

Soms echter kan het geloof ook duidelijker in het gesprek betrokken worden. Bijvoorbeeld als iemand er zelf over begint; of als het al meeklinkt in wat iemand vertelt. De bezoeker kan er ook gericht naar vragen: Wat betekent je geloof in deze situatie? Deze vraag kan een opening bieden om daar samen verder op in te gaan.

Reorganisatie betekent nogal eens ontslag – óf juist toename van werkdruk

Levenshouding

Werk is belangrijk. Tegelijk is het goed om te beseffen dat er meer in het leven is dan het werk. In de Bijbel worden we opgeroepen om een goede balans te vinden tussen werk en rust. Op gezette tijden mogen we ons werk neerleggen en op adem komen. In de joodse traditie speelt het houden van de sabbat een belangrijke rol. Hiervoor worden twee motieven gegeven. De sabbat herinnert eraan dat God het volk bevrijd heeft. De mensen hoeven geen slaaf meer te zijn van het werk (Deut. 5:14). Een ander motief is dat de rustdag ernaar verwijst dat God de uiteindelijke Schepper is – en niet de mens (Ex. 20: 8-11). Deze richtlijnen kunnen ons stimuleren om niet mee te gaan in de 24-uurseconomie. En om ook in ons eigen leven voldoende tijd te maken voor rust.

Verder laat de Bijbel ons zien dat het in het leven niet alleen maar draait om geld verdienen en carrière maken. Gebed, spiritualiteit en zorg voor onze naaste zijn ook belangrijk. Niet enkel náást het werk, maar ook erín. Trouw en integer zijn, je werk zorgvuldig en met aandacht doen, er zijn voor je collega’s: er zijn verschillende manieren om in je dagelijkse bezigheden gestalte te geven aan je geloof. Als geloofsgemeenschap kunnen we elkaar en anderen hierbij ondersteunen, bemoedigen en inspireren.

Mw. drs. G. Kramer-Hasselaar is bezoekmedewerkster in de kerk en psychologe. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken