Jongeren op zoek naar hun spoor, God op zoek naar hen

Jongeren hebben op verschillende terreinen veel te ontdekken en te kiezen. Ook hun geloofsontwikkeling is een weg van zoeken, vallen en weer opstaan, en hopelijk vinden. Hier wat notities over jongeren – in hun verscheidenheid – en hun zoektochten.
Geloofsontwikkeling en jongeren, een al veel besproken onderwerp… Als studentenpastor kwam ik in contact met studenten, vaak uit christelijke gezinnen, die zoekend waren. De een was opgegroeid in de kerk, een ander zwevend aan de rand, soms vol vooroordelen, afgewend van de kerk, soms van niets wetend. Ieder met een eigen ontwikkeling, karakter en achtergrond… bezig zelfstandig te worden. Opgroeiend in een rustig gezin of in een gezin vol spanningen. Of in een samengesteld gezin, na overlijden van een van de ouders of door scheiding. Eerder begeleidde ik jongeren, die vastgelopen waren door verslavingsproblemen. De meesten waren vervreemd van God, verwond door dwaaltochten en traumatische ervaringen.
Basale vragen van jongeren
De jongeren, die ik heb ontmoet, hebben iets gemeenschappelijk: ze zijn in beweging, kennen hun richting nog niet goed en kunnen nog alle kanten op gaan. Ze zijn vaak onzeker of lijken juist erg zeker van hun zaak. Of ze zijn geremd geraakt in hun zoektocht. Zij zitten – bewust of onbewust – vol vragen: ‘Wie ben ik, waar kom ik vandaan, waar wil ik heen? Wie ziet mij staan, bij wie hoor ik? Hoe kan ik gelukkig worden? Wat is de zin van mijn leven?’ En soms schoorvoetend: ‘Waar is God, wie is Hij voor mij?’ Ze ondernemen een zoektocht naar een eigen spoor, min of meer in samenhang met hun geloofsontwikkeling. Jezus zegt: ‘Laat de jongeren tot Mij komen en verhinder ze niet.’ Hij roept hen, ze zijn welkom. Maar ze kunnen ook gehinderd worden door allerlei oorzaken. Kerk, gezin en vriendenkring zijn zeker plaatsen waar ze God kunnen leren kennen, maar waar ze ook teleurstellingen kunnen ervaren.
Begin van vertrouwen…
Geloof, leren leven in vertrouwen op de Heer, is niet over te dragen. Het is een gave van God, waar je wel naar op zoek kunt gaan…! Het is wakker worden en oog krijgen voor wie God is, voor Zijn werk in deze wereld, in je eigen leven. Opgevoed worden in een kerk is nog niet een garantie voor dit opengaan voor God. De omgang met authentiek gelovige mensen is inspirerend: eigen ouders, een jeugdleider, vriend, onderwijzer of predikant. Veel jongeren verlangen naar echtheid. Ze hebben soms moeite met voorgeschreven regels. De mensen om hen heen zouden meer ontspannen kunnen vertellen over wat zij in hun leven ervaren hebben in de omgang met God. Liefst met minder geremdheid of valse schaamte… Bijbelonderricht is essentieel, maar hierin moet geen pressie uitgeoefend worden… Wezenlijk is dat zij Gods liefde gaan ervaren, luisteren en leren drinken uit de Bron (Joh 4,14). Een geestelijk begeleider of begeleidster kan daarin een gids zijn, iemand die ervaring heeft met de weg en die je kan wijzen – om die zélf te gaan. Het betekent luisteren naar hun zoektocht of juist hun afgewend zijn. Ook de jonge Samuël maakte een ontwikkeling door. Waar hij de Heer nog niet kende, leerde hij luisteren naar de stem van God, geholpen door Eli (1 Sam 3, 7,8).
Te snel een koers kiezen…
Andere jongeren lijken precies te weten wie zij zijn, wat zij willen, zonder daar echt over nagedacht te hebben. Zij nemen waarden van anderen over, zonder ondergezocht te hebben of zij daar wel achter kunnen staan. Zo worden er soms beroepskeuzen gemaakt: ‘Ik word dokter, dat is mijn vader ook.’ ‘Mijn ouders gaan naar de kerk, ik doe dat ook.’ Dan is er een besluit genomen, waaraan strikt vastgehouden wordt. Totdat een jongere vast gaat lopen, omdat hij innerlijk (nog) niet naar een keuze toegegroeid is. Wanneer ouders te beschermend of te dominant zijn, kunnen jongeren een ‘te vroeg gesloten’ persoonlijkheid vormen. Ze nemen dan te weinig ruimte om zelf een weg te vinden in de wereld om hen heen, ontdekken te weinig wat bij hen past. Gelukkig ontwikkelen ouders en opgroeiende jongeren vaak harmonieuze relaties met elkaar. Vaak is de verhouding met de ouders bijna vriendschappelijk te noemen. Jongeren blijven ook langer thuis wonen. Economische redenen kunnen meespelen, zoals minder studiefinanciering of werk in de buurt. De taak van ouders en andere opvoeders is deze opgroeiende jongeren liefdevol te begeleiden, niet te strak of te vrijblijvend. Hen aanvaarden in hun zoektocht. Je kunt leren als verschillende generaties met elkaar in gesprek te gaan. Zo gaan jongeren meer vertrouwen ontwikkelen, ook in hun keuzen.
… of een houding van protest
Weer anderen gaan – uit onvrede met zichzelf of met hun omgeving – zich afzetten tegen ouders, opleiding, instituten. Zo proberen ze een andere weg te vinden, ontkennen hun soms vage geloof in God. Deze houding kan lang blijven bestaan, omdat ze niet onderzoeken of hun protest wel terecht was. Wat experimenteren is in deze fase wel belangrijk. Om zelf te ontdekken hoe je wilt leven, hoe je in relaties met anderen wilt staan, hoe je jezelf wilt ontwikkelen. Sommige jongeren gaan op gevaarlijke manieren experimenteren, zoals met drugs of het aangaan van wisselende relaties. Ze lopen gevaar hun eigen weg niet meer te kunnen vinden. Een jongere, al vroeg in een verslaving gevangen, heeft geen aandacht meer voor schoolactiviteiten, vriendschappen, hobby’s. Er is dan ook geen ruimte om te ontdekken wie God in zijn of haar leven wil zijn. Toch ontdekken velen, net op tijd, dat het doodlopende wegen zijn. Ze weten gelukkig een nieuw spoor te kiezen, vaak met hulp van anderen. Ouders en naasten kunnen alert zijn op eerste signalen van verslaving en liefdevol en concreet in gesprek gaan. Zo kunnen al veel moeilijkheden voorkomen worden. Ten diepste is het de Heer die bevrijdt…(Joh 8,36)
Jongeren zitten barstensvol vragen – en zoeken hun eigen spoor
Gevoeligheid voor de wereld om hen heen
In deze periode kan een jongere oog krijgen voor schoonheid om zich heen, muziek, natuur, wetenschap. Maar ook de complexe wereld komt op hem af, met alle wereldschokkende berichten. Er komen vragen: ‘Waar is God nu?’ Er ontstaan verliefdheden, er worden vriendschappen gesloten, soms voor het leven. Er is behoefte aan openheid, maar ook aan eigen privacy. Optrekken met anderen, sport, vakantie, een project samen doen. In het gezin, met vrienden en ook in de kerk iets voor een ander betekenen. Je eigen geld gaan verdienen. Door al deze ervaringen heen kunnen sporen van God zichtbaar worden. Ik hoorde vroeger een lied in een vakantiekamp van het Leger des Heils: ‘Zoek je naar waar geluk, stralend geluk, laat Jezus dan toe in je hart…’ Later leerde ik de diepe betekenis van het kruis van Christus meer kennen (1 Kor 2,1-5): Gods liefde voor de wereld, vergeving van zonden, vernieuwing van mijn leven, barmhartigheid. En ook… het leren gaan van Gods weg in het leven, wel met vallen en opstaan. Ja, alles heeft tijd nodig…
Jongeren kunnen hun ouders ondoordacht volgen, óf zich te radicaal afwenden
Leren luisteren naar jezelf en naar God
Geloofsontwikkeling hangt samen met de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid. Veel jongeren richten zich naar wat zij denken dat een ander van hen verwacht. Ook door zich teveel te vergelijken met anderen raken zij vervreemd van zichzelf. Mensen om hen heen kunnen juist benadrukken dat iedere jongere uniek is. Jongeren gaan dan zien dat zij waardevol zijn. Augustinus verwoordde dat ongeveer zo: ‘Als je jezelf nog niet zo goed kent, hoe kun je dan horen wat God tegen je zegt?’ En: ‘Rusteloos is ons hart tot het rust vindt in U… Gij hebt ons gezocht opdat wij U zouden zoeken.’ Jongeren kunnen al vroeg leren tijd te nemen voor gebed, een ontmoeting met de Heer. Je hart uitstorten in gebed, wat een verademing… Dat hoeft echt niet overdreven ‘vroom’ te zijn. ‘Vertrouw op de Heer met je ganse hart en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken.’ (Spr. 3, 5 en 6). Dat is geen loze belofte…!
In contacten en door ervaringen jezelf leren kennen is wezenlijk voor de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid
Crisis als kans
Ontwikkeling gaat soms door een crisis heen, die niet alleen een negatieve betekenis heeft. Jongeren kunnen lijden aan te weinig echte aandacht. Ze zijn -soms daardoor -gericht op prestaties, waar ze teveel hun waarde aan proberen te ontlenen. Acceptatie zoals je bent is de sleutel, waardevol zijn los van resultaten. Of zij lijden door het (vroege) verlies van een ouder, faalangst, (gevolgen van) pesten, seksueel misbruik, soms zelfs suïcidaliteit. Er is moed voor nodig deze moeilijke ervaringen onder ogen te komen. In gezin, kerk en onder vrienden is meer ruimte nodig om vragen en moeiten bespreekbaar te maken. Niet alleen maar de hulp van professionals inroepen. Dan durven jongeren meer tevoorschijn te komen. Het is helpend, als wij hen bevestigen in wie zij zijn, ook in hun ontluikende talenten. Er kan een doorbraak komen, een stem van de andere kant, God die ruimte maakt op je weg. Hij laat merken dat je geliefd bent, dwars door alles heen. Het grote geheim van geloofsontwikkeling is niet de ver-schijning, maar de doorschijning van God in je leven. ‘God, door wie je geroepen bent om één te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw.’ (1 Kor 1,9) Een crisis biedt ook kansen om te ontdekken in welke richting je verder wilt en kunt gaan, wat werkelijk past bij je aanleg, talenten en motivatie.
Meer informatie over de genoemde problematiek en/of verwijzing
Vertrouwend op weg gaan…
Vanuit gezin, kerk, opleiding en vriendenkring kunnen jongeren op alle terreinen een ontwikkeling doormaken, vaak met vallen en opstaan. Daarbij is persoonlijke aandacht nodig. Hun verhaal willen ze graag vertellen aan een oprecht geïnteresseerde naaste. Hopelijk vooral aan God, die de weg wijst, zelfs de Weg is. Ten diepste leidt de Heer ons leven, Hem kunnen wij vertrouwen!
Mw. A.I. Penning-Eek is werkzaam geweest als verslavingshulpverlener, docent maatschappelijk werk, supervisor en studentenpastor. Zij is nu geestelijk begeleider en ouderling.