Kindermoment: Snottebel

Wanneer u echter het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: ‘Heb uw naaste lief als uzelf,’ dan handelt u juist.

Jakobus 2:8

Jakobus benadrukt dat we mensen niet op uiterlijkheden moeten beoordelen; de arme niet voorbij moeten lopen ten gunste van de rijke.

Om mee te beginnen

Neem een zakdoek mee.
Stop hem in je zak of doe hem in een doos: een geheim.
Kijk. Hier heb ik een zakdoek.
Wanneer gebruik je een zakdoek?
Je gebruikt een zakdoek als je verkouden bent of heel erg moet huilen.

Kinderverhaal

Daarbij hoort een verhaal:
Kees zit op school in een klas met 9 meisjes en 15 jongens.
Kees gaat graag naar school.
Thuis speelt hij het liefst met Annabel.
Annabel woont naast hem.
In de klas zijn Thomas en Pim en Mehmet zijn vrienden.
De juf heeft Kees naast Sam gezet.
Dat vindt Kees niet zo leuk.
Sam heeft altijd een snottebel aan zijn neus.
Dat vindt Kees vies.
Hij heeft zijn stoel zo ver mogelijk bij Sam vandaan gezet.

Binnenkort is Kees jarig.
Dan mag hij zijn vrienden uitnodigen.
‘Ga je Sam ook uitnodigen?’ heeft mama gevraagd.
Ze weet dat Kees naast Sam zit. Kees haalt zijn schouders op.
Hij moet er niet aan denken. Maar dat kan mama beter niet weten.
Mama vindt altijd dat je zielige mensen moet helpen.
Maar Kees moet het vertellen, als ze samen de uitnodigingen schrijven.
‘Sam heeft een snottebel.’
Mama lacht Kees uit.
’Nou en? Dan geef je hem een zakdoek. We nodigen Sam gewoon uit. Hij zit nota bene naast je.’

Sam is blij met de uitnodiging.
Op de verjaardag van Kees komt hij met een groot pak.
De mama van Kees zorgt voor de snottebel.
Kees is verbaasd. Want Sam vertelt de beste moppen van allemaal.