Levensvragen raken iedereen

Het is een betrekkelijk nieuw fenomeen: geestelijke verzorgers die ook bij iemand thuis langskomen. Jolanda Tuma vertelt over haar motivatie voor dit werk.
Zo’n vijftien jaar geleden kwam ik, na een loopbaan in de wetenschap en het bedrijfsleven, terecht op het kerkelijk erf. Daar zette ik de eerste stappen op de weg van het pastoraat. Een prachtig vak waar ik het leven in alle facetten leerde kennen. Toch ging er op den duur iets knellen. Levensvragen beperken zich toch niet tot mensen die in de kaartenbak van de kerk zitten? Iederéén krijgt daar vroeg of laat mee te maken. Ik besloot om de kerk achter me te laten en weer te gaan studeren: de master geestelijke verzorging.
Na een paar jaar als geestelijk verzorger te hebben gewerkt in de psychiatrie ging mijn aandacht uit naar mensen in de thuissituatie, ongeacht of zij nu wel of niet bij een geloofsgemeenschap waren betrokken. Dit resulteerde in een inschrijving bij de Kamer van Koophandel als pastor en vrijgevestigd geestelijk verzorger en in een eigen website. De eerste jaren liep het allesbehalve storm maar de droom bleef: hoe mooi zou het zijn om als pastores en geestelijk verzorgers samen op te trekken ten dienste van het spirituele welzijn van mensen in de thuissituatie.
Vergoeding en erkenning
In 2019 ging er opeens een andere wind waaien dankzij een besluit van de rijksoverheid. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelde voor het eerst een subsidie beschikbaar om een netwerk op te zetten van geestelijk verzorgers die mensen in hun thuissituatie konden bijstaan bij levensvragen.
Dit was een nieuwe ontwikkeling binnen de wereld van de geestelijke verzorging. Geestelijke verzorging is al decennialang beschikbaar voor wie in een instelling verblijft, zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, gehandicaptenen geestelijke gezondheidszorg. Maar voor anderen was geestelijke verzorging niet beschikbaar; althans het werd niet vergoed. Hier is vier jaar geleden verandering in gekomen. Voor mensen van vijftig jaar en ouder, mensen in de palliatieve fase, voor ongeneeslijk zieke kinderen en hun naasten is het nu mogelijk een beroep te doen op een geestelijk verzorger buiten instellingen.
De aanleiding om geestelijke verzorging beschikbaar te stellen voor mensen in de thuissituatie is meerledig. Zo zijn de ziekenhuisen de verpleeghuiszorg in de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Het gevolg is dat mensen enerzijds veel sneller naar huis gaan na een ziekenhuisopname en anderzijds steeds later worden opgenomen in een verpleeghuis. Het aantal mensen dat zorg ontvangt in de thuissituatie, is daardoor sterk gegroeid. Wie afhankelijk is van zorg en op welke wijze dan ook wordt geconfronteerd met de grenzen van het leven, loopt meer dan gemiddeld tegen levensvragen aan.
Levensvragen beperken zich niet tot mensen in de kerkelijke kaartenbak
Een andere motivatie voor het ministerie van VWS om geestelijke verzorging in de thuissituatie te subsidiëren ligt in het feit dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de definitie voor gezond leven heeft bijgesteld. Waar voorheen gezondheid werd gedefinieerd op basis van de drie domeinen lichamelijk, psychisch en sociaal, is recent het domein van spiritualiteit hieraan toegevoegd. Oftewel gezond leven wordt gezien als meer omvattend dan een gezond lichaam, een gezonde geest en een sociaal netwerk. Het belang van spiritualiteit voor een gezond leven is erkend en daarmee dus ook de zorg voor dit aspect van het leven.
Netwerk voor levensvragen
Geloofsgemeenschappen zoals kerken hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de geestelijke zorg in de samenleving. Pastores waren nauw betrokken bij het wel en wee van de gemeenteleden en waren vaak de aangewezen persoon wanneer levensvragen aan de orde kwamen. Maar door de secularisatie zijn steeds minder mensen betrokken bij een geloofsgemeenschap. Zij hebben geen vanzelfsprekende toegang tot pastorale zorg. Ook dat aspect speelde wellicht mee in het besluit om hiervoor een subsidie beschikbaar te stellen.
Waar pastores werken vanuit een bepaalde levensbeschouwelijke context zoals een kerkelijke gemeenschap, doen geestelijk verzorgers dat meestal niet meer. Van oudsher werden ze wel gezonden vanuit een bepaalde denominatie, zoals de protestantse of de katholieke kerk, de joodse gemeenschap, het humanisme en de islamitische, boeddhistische of hindoeïstische gemeenschap. Dat is tegenwoordig steeds minder aan de orde. Binnen de beroepsvereniging van geestelijk verzorgers bestaat sinds enkele jaren de nieuwe, snel groeiende groep ongebonden (institutioneel niet gezonden) geestelijk verzorgers.
Sinds de invoering van de subsidie voor geestelijke verzorging in de thuissituatie, kortweg GVThuis, zijn er regionale samenwerkingsverbanden van geestelijk verzorgers opgezet. Zo vormen in Groningen en Drenthe/Steenwijkerland zo’n twintig geestelijk verzorgers samen het Netwerk voor Levensvragen.
De geestelijk verzorgers die deel uitmaken van deze netwerken, zijn aangesloten bij de beroepsvereniging en staan ingeschreven bij het kwaliteitsregister voor geestelijk verzorgers SKGV. Geestelijk verzorgers die verbonden zijn aan een netwerk voor levensvragen, mogen mensen in de thuissituatie een beperkt aantal keer opzoeken. Voor het netwerk van levensvragen in Groningen en Drenthe/Steenwijkerland is dat aantal bijvoorbeeld vastgesteld op zeven, eventueel aangevuld met nogmaals zeven.
Verschil met pastorale zorg
Hier wordt een duidelijk verschil met pastorale zorg zichtbaar. Pastorale zorg binnen geloofsgemeenschappen is in feite de spirituele zorg van de wieg tot het graf en heeft lang niet altijd van doen met een bepaalde zorgvraag. Een geestelijk verzorger daarentegen komt pas in beeld wanneer iemand vastloopt in het leven en een duidelijke zorgvraag heeft.
Deze ontwikkeling weerspiegelt wat er in de samenleving gebeurt
Soms blijkt iemand bijvoorbeeld jaren na het overlijden van een partner opeens allerlei klachten te ontwikkelen, terwijl de draad van het leven allang weer was opgepakt. Dan blijken in het gesprek soms nog veel onverwerkte emoties aan de orde te zijn. Door met aandacht te luisteren en door te vragen komen er inzichten aan het licht die iemand kunnen helpen emoties te verwerken, nieuwe wegen te vinden en het leven weer op te pakken.
Hoewel een geestelijk verzorger geen therapeut is en niet uitgaat van een diagnose, beweegt de geestelijke verzorging zich toch vaak in de richting van psychologie.
Gemeenschappelijk doel
Pastores en geestelijk verzorgers houden zich beide bezig met levensvragen en spirituele zorg, de een vanuit een levensbeschouwelijke context, de ander meer vanuit de algemene geestelijke zorg. Maar elke geestelijk verzorger heeft ook een eigen persoonlijke levensbeschouwing die doorwerkt in de manier waarop hij of zij het vak beoefent.
Naast dat ik als geestelijk verzorger mensen bezoek die door zorgmedewerkers naar mij doorverwezen zijn, ben ik werkzaam als pastor binnen een kerkelijke context. Daardoor merk ik hoe de context van de kerk en die van de zorg elkaar kunnen versterken. Maar om elkaar te kunnen versterken moet je elkaar wel kennen, elkaar ontmoeten.
Misschien kan de werkgemeenschap van predikanten en kerkelijk werkers daarom eens geestelijk verzorgers uit de regio uitnodigen. Of andersom: eens de predikanten en kerkelijk werkers uit te nodigen bij een teamoverleg van geestelijk verzorgers. Pas wanneer je elkaar kent, is het mogelijk iemand door te verwijzen. Hoe mooi zou het zijn als in de toekomst pastores en geestelijk verzorgers meer gaan samenwerken met als gemeenschappelijk doel: het spirituele welzijn in de samenleving.
Jolanda Tuma is vrijgevestigd geestelijk verzorger, aangesloten bij het Netwerk voor Levensvragen (www.nvl.nu), en pastor bij de Protestantse gemeente Winsum-Halfambt (www.pgwh.nl).