Menu

Basis

Natuurbegraafplaats de Koningsakker

Rusten naast het klooster

In 2009 verlieten de zusters trappistinnen na ruim zeventig jaar hun geliefde klooster in het Brabantse Berkel Enschot. Daar raakten ze steeds meer ingekapseld door bebouwing. Gelukkig konden ze op een stillere plek bij Oosterbeek een nieuwe abdij bouwen. Hier willen de zusters graag een natuurbegraafplaats ontwikkelen. Maar ze willen de term ‘eeuwige grafrust’ vermijden, want die schept verwarring. Jan Venderbos ging op bezoek en sprak met zuster Pascale, de projectleidster van de toekomstige Koningsakker bij Abdij Koningsoord.

Interview met zuster Pascale

Hoe kwamen jullie op het idee van een natuurbegraafplaats?

‘Het was een heel lang proces waarbij twee zaken een rol speelden. Het is voor ons belangrijk om in stilte te leven. Daarom wilden we meer grond rond de abdij kopen, om zo (geluids) bescherming te creëren. Het andere punt is dat we een zelfstandige abdij zijn en zelf ons geld moeten verdienen om de abdij draaiende te houden. De boekbinderij en het gastenhuis leveren niet voldoende op. Eén van onze adviseurs deed vijf jaar geleden de suggestie: “Waarom beginnen jullie niet een natuurbegraafplaats?” Waarop wij als zusters aanvankelijk reageerden: “Bent u nu helemaal gek?”’

Waarom vonden jullie dat zo gek?

‘Wij zijn een trappistenklooster. Dat brengt met zich mee dat we een “product” hebben: we houden van werken met onze handen. Zo levert de boekbinderij goede producten op. Andere kloosters hebben bijvoorbeeld koekjes, bier of kaas. En dan komt iemand met het idee natuurbegraven! Eerst wisten we niet eens precies wat het was! En het is ook iets heel anders dan we gewend zijn. Maar nadat ik een keer had gewandeld bij Heidepol [een al langer bestaande natuurbegraafplaats, JV] dacht ik: dat bedoelt hij dus!

Een paar jaar later bleek de eigenaar van de grond rond ons klooster deze toch te willen verkopen. Het was plotseling, maar we wilden het wel met het oog op de garantie van stilte. Het ging alleen wel om heel veel grond en dus ook geld, waarop we zeiden: het tweede deel kopen we pas als we er een project kunnen beginnen. En toen kwam opnieuw het idee van een natuurbegraafplaats omhoog. We waren inmiddels ook iets meer gewend aan het idee. De communiteit heeft zich erover gebogen en was uiteindelijk heel enthousiast. Men vond het ook een mogelijkheid om op een discrete manier iets te laten zien van ons geloof. De communiteit vindt dat in de maatschappij van nu de dood vaak wat verborgen is. Er kwamen stemmen in ons midden op die zeiden dat het ook een soort getuigenis zou kunnen zijn om mensen hier te laten begraven in de natuur naast ons klooster. Maar er waren aanvankelijk ook zusters die zeiden: “Zoveel doden naast ons willen we niet”.’

De regel van Benedictus

‘In dat hele proces van bezinning heeft de regel van Benedictus ons goed geholpen,’ vervolgt zuster Pascale, ‘die zegt ergens: “Je moet altijd de dood voor ogen hebben”. Dat wil zeggen: voor je zien, je voorstellen. Dat wordt dan heel concreet ineens. Het idee erachter is natuurlijk dat als je met de dood bezig bent, dit je leven anders maakt. Het gaat om het bewustzijn dat je sterfelijk bent. En als je beseft dat je sterfelijk bent, kun je zeggen dat je menselijk bent, niet God, maar gewoon sterfelijk. Dit bewustzijn maakt dat je anders in het leven staat. Doordat we met deze plannen aan de slag gingen, groeide ons bewustzijn over het getuigenis dat we willen afleggen: wij geloven in een leven na de dood. Die begraafplaats is ook een manier om dat te vertellen. Wij zijn niet bang voor de dood, de doden mogen naast ons komen wonen en het mag allemaal zichtbaar zijn. Die visuele band willen we houden.

Als je beseft dat je sterfelijk bent, kun je zeggen dat je menselijk bent

We willen de dood niet wegstoppen. Maar ook ons kloostergebouw niet. Zo hebben we geen bomen geplant omdat we willen dat mensen het gebouw en de zusters die er lopen zien en dat ze de klok horen. Het blijven subtiele banden. We zullen daarin aanwezig zijn maar op discrete wijze. Maar de abdij blijft een abdij. Het wordt geen dienstencentrum voor uitvaarten. Dat moet ook duidelijk zijn. Daarom zijn er twee verschillende toegangswegen. We willen onze gasten niet steeds met de uitvaarten confronteren. Bezoekers van de begraafplaats kunnen wel “verlokt” worden om bijvoorbeeld, nu ze hier toch zijn, ook een dienst mee te maken in de abdij, dat is ook een punt in onze gebeden, elke keer. We noemen de overledenen en bidden voor hen. Dat zijn kleine dingen in de manier van aanwezig zijn.’

Een natuurbegraafplaats

Bij algemene begraafplaatsen verloopt op een gegeven moment de grafrust. De graven worden dan meestal door de gemeente geruimd. Vervolgens moet beslist worden wat er met de stoffelijke resten, grafsteen en het monument gebeurt. Recent is het idee van natuurbegraven ontwikkeld. Het eigene hiervan is – zoals het woord al zegt – dat men wordt begraven in de natuur. Omdat notarieel wordt vastgelegd dat deze graven nooit geruimd mogen worden, spreken sommige natuurbegraafplaatsen van ‘eeuwigdurende rust’. Het graf wordt onderdeel van de natuur. Om die reden wordt een grafsteen over het algemeen niet toegestaan maar meestal wel een houten gedenkteken, bijvoorbeeld een schijf van een boomstam. Vaak worden er ook eisen gesteld aan de kist. Zo mag deze niet van kunststof zijn. Na verloop van tijd is er niets meer te zien van het graf. Alleen door GPS-coördinaten en eventueel een houten schijf is de plek herkenbaar. Voor de Koningsakker moeten de zusters hierover nog beslissingen nemen. De zusters hebben lang moeten wachten op uitspraken van de Gemeente en Gedeputeerde Staten (GS). Onlangs heeft GS besloten dat zij de aangekochte landbouwgrond inderdaad terug mogen geven aan de natuur en daarin maximaal 6000 mensen mogen begraven. Momenteel is er nog een planologische procedure aan de gang. Er wordt gezocht naar achtergebleven munitie in dit voormalig oorlogsgebied. De zusters hopen de Koningsakker per 2019 te kunnen openen. Overigens is het niet de bedoeling dat een afscheidsen begrafenisplechtigheid vanuit hun kapel zal plaatsvinden. Dat moet elders gebeuren.

Voor meer informatie over natuurbegraven in het algemeen: www.natuurbegravennederland.nl
Voor informatie over de Koningsakker: www.koningsakker.nl

Eeuwig

‘Voor ons is het uitgangspunt de natuur geweest. Natuurlijk zullen we als katholiek klooster de grond wijden, het wordt “heilige grond”. Overigens gebruiken wij niet de uitdrukking “eeuwige grafrust”. Die uitdrukking kan verwarring brengen in verband met de term “het eeuwige leven”. Eeuwig kan nooit betrekking hebben op een graf. Eeuwig is volgens ons alleen van toepassing op God. De eeuwigheid is een begrip in ons geloof. We verzekeren mensen wel dat ze hier altijd kunnen blijven en dat het graf nooit geruimd zal worden. Maar “het eeuwige leven” is van een andere wereld, van na de verrijzenis, zeg maar.

Als christenen geloven we in het eeuwige leven. Na onze dood hopen wij verenigd te worden met de verrezen Jezus Christus. We hopen dan het volledige leven in God en met God te mogen genieten. Omdat we geloven in de verrijzenis van het lichaam is het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met het lichaam van een overledene. Het lichaam is een deel van ons wezen en dat blijft ook zo na de dood. Paulus schrijft in 1 Kor. 15 over “zaaien in een dodenakker”. We voelen ons wat dit betreft verwant met het joodse geloof. Zij kennen de uitdrukking: “Moge zijn/ haar ziel gebundeld worden in de bundel van het eeuwige leven”.’

Iedereen die wil, kan hier begraven worden

Jullie hebben gewacht op de toestemming van de bisschop. Waarom was dat?

‘Omdat we tot katholieke kerk behoren en dus onder het bestuur van de bisschop vallen. Voor ons is dit vanzelfsprekend.’

Hadden jullie die toestemming ook gevraagd voor een andersoortig project?

‘Nee, dan niet. Maar de doden begraven is in de kerkelijke traditie één van de zeven “werken van barmhartigheid”.

Binnen de kerk hebben we te maken met een begrafenisliturgie en een priester. De Koningsakker wordt een katholieke natuurbegraafplaats, maar iedereen die wil komen is welkom. We selecteren niet op geloof. We vragen wel om respect.’

De vrouw van oud-premier Gorbatsjow is begraven op een kloosterbegraafplaats in Moskou. Heeft begraven worden op een kloosterbegraafplaats een bepaalde toegevoegde waarde?

‘In de Middeleeuwen was het heel gewoon dat mensen bij de abdij, soms zelfs in de kerk werden begraven. Dat waren vooral mensen van adel, de rijken. De cisterciënzertraditie heeft daar op een gegeven moment afstand van genomen, want die praktijk was erg gekoppeld aan rijkdom, dat willen we niet. Geen praalgraven. We hebben zelf ook een begraafplaats, binnen het slot, heel sober. En die blijft.

Bij het project van de natuurbegraafplaats speelt ook iets anders: we willen hem toegankelijk maken voor iedereen. Rijk en arm. We willen ook een fonds stichten voor mensen die het eigenlijk niet kunnen betalen. We weten nog niet hoe, maar voor ons is het belangrijk dat echt iedereen die dat wil hier begraven kan worden. Zoals we ook willen dat iedereen bij ons te gast moet kunnen zijn in ons gastenhuis. Er is een kostprijs en als mensen meer kunnen betalen is dat fijn, maar als ze de kosten niet kunnen betalen mag dat geen beletsel zijn om te komen.’

Ik las dat de in Berkel Enschot overleden zusters zijn opgegraven en herbegraven bij de nieuwe abdij in Oosterbeek. Wat is de gedachte hierachter?

‘Het was belangrijk om onze overleden zusters mee te nemen. We zijn “één” communiteit met onze overleden zusters die al in de hemel zijn. Een van onze monastieke geloften is de gelofte van stabiliteit in de communiteit. We beloven in deze communiteit te blijven en dat gaat door, ook na de dood.’

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken