Spannende dieren
Hoe komt het toch dat ezels als dom te boek staan? Dom en dwars. Is het misschien die dwarse koppigheid die ervoor zorgt dat we ze dom noemen? Maar dat koppige schijnt niet te kloppen. Ezelkenners zeggen dat ezels minder snel schrikken dan paarden en ook niet zo gauw tekenen van angst vertonen. Dat gedrag wordt ten onrechte als koppigheid beschouwd. Ezels zien er vaak sjofeler uit dan paarden, met hun ruigere vacht; meer nederige sjokkers en trekkers dan glanzende gespierde elegante dravers. Ze zijn (en worden) gebruikt als paken lastdieren. Ezels en muilezels droegen en dragen van alles – zakken met graan en meel voor de molenaar, de stenen voor de palazzo’s van rijke Italianen, de bagage van ontdekkingsreizigers en toeristen, en de toeristen zelf. En ach, hoe droevig kunnen ze eruit zien maar vooral klinken, met hun wanhopige ia’s die door merg en been gaan.
Dromerige ernst
Toch: zachtmoedig, dromerig, ernstig en bezonken komen ze ook over. Met hun lange zachte oren, hun stoïcijnse rust. Zo beschrijft de dichteres Vasalis een jonge ezel:
Stil grazend naast een grijze rots
zag ik opeens op hoge benen
een jonge ezel; zijn oren schenen
doorzichtig, zijn gelaat was trots.
Zijn lange, ambren ogen blonken
als water, ernstig en bezonken
en onpartijdig was zijn blik.
[…] Een pijnlijke herinnering:
zo ben ik vroeger ook geweest.
Die gaafheid en zachtzinnigheid,
onzware ernst en droomrigheid.
Natuurlijk heeft veel van wat ezels betekenen in verhalen, sprookjes en spreuken vooral te maken met wat mensen in ezels zien, en niet zoveel met de dieren zelf en hun gedrag. Maar dat ezels voor zulke verschillende en zelfs tegenstrijdige eigenschappen staan, maakt ze spannende dieren. Dom én wijs. Zachtzinnig én onverzettelijk.
Ezels in de Bijbel
Ook het beeld van ezels in de Bijbel is dubbelzinnig. Enerzijds zijn ezels nuttige en waardevolle dieren – ze worden gebruikt als last-, trek-en rijdier. De rechters in Israël, die als bestuurders fungeerden voordat het koningschap ontstond, reden op ezels en dat gaf zeker status.
Maar ezels golden in het oude Israël ook als onreine dieren, als eigenwijs én als slaafs. Sommige mannen worden vergeleken met ‘bonkige ezels’ of ‘geile ezels’ – dat is zeker niet in positieve zin bedoeld.
De betekenis van de ezel in het Oude Testament wordt mede bepaald door de betekenis die paarden hadden. In het oude Israël waren paarden niet inheems. Ze werden in omringende landen gebruikt, vooral om strijdwagens te trekken. Zo werden paarden gekoppeld aan vijandige legers, aan vijanden die de Israëlieten aanvielen. Toen de Hebreeën als slaven in Egypte werkten en ontsnapten aan de onderdrukking daar, werden ze achtervolgd door paarden en ruiters.
Het was koning Salomo die zelf door paarden getrokken strijdwagens ging gebruiken. Maar het gebruiken van paarden leverde kritiek op: die paarden stonden voor het je laten verleiden door de gewoontes van andere volken. Je zou zelfs kunnen zeggen dat paarden staan voor een koningschap dat eropuit is om te heersen, koningen die eigen macht centraal stellen en daarop vertrouwen.
Koningsdier
De ideale koning komt nederig aanrijden op een ezel, volgens de profeet Zacharia. Deze koning zal de strijdwagens en paarden verjagen en vrede stichten tussen de volken. Diezelfde koning wordt in het evangelie van Matteüs gekoppeld aan de figuur van Jezus, als die op een ezel Jeruzalem binnenrijdt. Ezel en koning delen dezelfde tegenstrijdige trekken: vreedzaam en onverzettelijk, zachtmoedig en rechtvaardig, nederig en waardig.
Esther van der Panne is theoloog en eindredacteur van Open Deur.