Zintuigen als toegangswegen naar de ziel
Al lopend door een museum kom ik terecht in een verduisterde ruimte. Plotseling voel ik wind langs mijn wangen strijken. Er zijn lichtflitsen, ik hoor gerommel. Er verschijnen beelden op de muur. Ineens bevind ik mij op een heftig deinend schip in een onweersbui. Ik ben helemaal ondergedompeld in het gebeuren. Het is zo levensecht dat ik een lichte misselijkheid voel opkomen.
In veel musea wordt geprobeerd om voor de bezoekers een belevenis te creeren, waarbij zoveel mogelijk zintuigen worden geprikkeld. Musea met enkel vitrines en kaartjes met opschriften zijn zeldzaam geworden. Musea hebben ingezien dat we in een belevingscultuur leven. Dat betekent dat mensen in de samenleving van vandaag voortdurend op zoek zijn naar belevingen en ervaringen die hun diepste innerlijk raken (Van der Stoep, 11).
Belevenis
Ook in de marketing is men zich dit goed bewust. Het is niet meer genoeg om een goed product te verkopen. De consument wil er een ‘stukje beleving’ bij en is ook bereid om daarvoor te betalen. Een bezoek aan de Apple-store in Amsterdam is ‘belevenis’. Niet alleen hebben de producten een hoge ‘aaibaarheidsfactor’, ook is er de bijzondere glazen trap. Op een verjaardag doet een verhaal over een bezoek deze winkel het goed.
Marketeers hebben daarom modellen ontwikkeld om ervaringen te creëren die gedenkwaardige herinneringen opleveren. Bernd Schmitt, deskundige op het gebied van ‘experiential marketing’, heeft het over vijf Strategische Ervarings Modules, de SEM’s (Schmitt, 189; zie kader op p.10).
Schmitt stelt dat hoe meer van deze factoren deel uitmaken van de belevenis, hoe rijker die is voor de deelnemer. Er moeten zoveel mogelijk zintuigen geprikkeld worden (sense), zodat de mens in zijn diepste innerlijk wordt aangesproken. Als dat niet gebeurt, wordt een gebeuren als weinigzeggend of saai ervaren en is het geen belevenis.
Huiswerk voor de kerken
In deze tijd zijn veel mensen op zoek naar intense ervaringen. Ook de kerken hebben te rekenen met die grote behoefte aan beleving. Je kunt er van alles van vinden. Maar de belevingscultuur is nu eenmaal een feit en we zijn er allemaal onderdeel van. Dit geeft de kerken huiswerk. Is er in vieringen genoeg te beleven? Zijn kerkdiensten voor de kerkganger ervaringen die het diepste innerlijk raken? Leveren erediensten verhalen op die men graag op een verjaardag vertelt?
Zintuigen prikkelen om diepste innerlijk aan te spreken
De kerkdienst moet een belevenis zijn. Waarom zou je er anders naar toe gaan? Als je er geen gevoel bij krijgt, kun je net zo goed wegblijven.
Johan, 18 jaar
Omslag
De Amerikaanse theoloog Robbert E. Webber heeft zich diepgaand met deze vragen bezig gehouden. Webber is een evangelicaal die de liturgie van de ‘traditionele kerken’ heeft ontdekt. Er is veel strijd over de liturgie. Webber vindt deze ‘worship wars’ vruchteloos en pleit voor integratie van oude en nieuwe liturgische tradities.
Volgens hem was er voor de uitvinding van de boekdrukkunst sprake van een ‘culturele communicatie’. Het geloof werd overgedragen door de rituelen en de verhalen die in de geloofsgemeenschap aan elkaar verteld werden. Deze verhalen waren ook verbeeld als fresco’s op de muren van de kerkgebouwen.
De vijf Strategische Ervarings Modules (SEM’s) van Bernd Schmitt
1. Zintuigen
Welke zintuigen worden er geprikkeld?
Wat is er te horen?
Wat is er te zien?
Wat is er te ruiken?
Wat is er (sensitief) te voelen?
Wat is er te proeven?
2. Gevoel
Wat voor emoties worden er losgemaakt?
3. Denken
Wat geeft het te denken?
4. Handeling
Wat kan ik doen?
Welke handelingen kan ik verrichten?
5. Relatie
Wat gebeurt er met mij in relatie tot de anderen om mij heen?
De Reformatie, die plaatsvond in het kielzog van de uitvinding van de boekdrukkunst en wellicht daardoor mogelijk was, luidde een periode van ‘didactische communicatie’ in. Kerkdiensten in de protestantse traditie werden ‘onderwijzend’ van aard. In preken kwam de nadruk te liggen op de uitleg van de Bijbel en de uiteenzetting van de geloofsleer. Hiermee werd de verbale en rationele kant van het geloof belangrijk.
Vanaf de jaren vijftig-zestig van de vorige eeuw vindt er opnieuw een omslag plaats: de audiovisuele revolutie. Het geloof wordt niet langer alleen maar overgedragen door de ontvouwing van de leer en intellectuele beschouwingen, maar veel meer door de ‘communicatie door participerend ervaring’. Je kunt in een zaaltje van een kerk met de kaart van Israël aan de muur aan jongeren proberen uit te leggen wat het geloof betekent. Veel beter werkt het om jongeren mee te nemen naar, bijvoorbeeld, een klooster. Deze onderdompelende ervaring maakt vaak diepe indruk. Zo zeer, dat ze daarna van alles willen weten. De ervaring zet de jongeren aan het denken. En dan komen er vragen. Dán is de tijd rijp voor een meer rationele uitleg. Eerst het gevoel, dan het verstand. Zo werkt het tegenwoordig.
Oren en ogen bedienen
Naar mijn idee gaan veel behoudende protestantse kerken nog uit van de didactische communicatie. Vooral de oren worden aangesproken en daarmee wordt hoofdzakelijk het verstand bediend, en niet zo zeer het gevoel. De kerkdiensten zijn vooral een ‘hoofdzaak’. Sommige traditionele kerken beroepen zich daarvoor zelfs op een bijbeltekst: ‘Het geloof is uit het gehoor’ (Romeinen 10:17). Uit angst voor ‘wereldgelijkvormigheid’ zijn ze beducht voor nieuwe ontwikkelingen. Terwijl zij ook fysieke beleving kennen, zoals het massaal en uit het volle borst op hele noten zingen.
Daarnaast zien we een toenemend gebruik van beamers in kerkdiensten. Niet alleen de oren, ook de ogen moet bediend worden. Men beseft dat er een cultuuromslag heeft plaatsgevonden, waarin het woord heeft plaatsgemaakt voor het beeld.
Vooral evangelische kerken zijn in staat om aansluiting te vinden bij de ervaringsbehoefte van veel mensen. Er is veel te beleven in hun vieringen. Er wordt uitbundig gebruik gemaakt van muziek en beelden. En men is niet bang om in preken op het gemoed te werken. Verklaart dit hun (relatieve) succes? Onderzoeker Miranda Klaver stelt in haar proefschrift dat bij mensen die overstappen van een traditionele naar een evangelische kerk niet zozeer de inhoud een rol speelt maar de emotie en de lichamelijkheid. De muziekstijl speelt daarin een grote rol (Klaver, 477).
Het gaat om de betrokkenheid van de hele mens
Het wezen van de kerkdienst
We leven in een belevingscultuur, waarin zoveel mogelijk zintuigen geprikkeld moeten worden. Dit heeft gevolgen voor onze diensten. Maar nadenken over zintuigen in de liturgie moet samengaan met een bezinning over het wezen van de eredienst. Anders is het alleen maar een kwestie van ‘opleuken’.
In een kerkdienst komen God en mensen samen. In deze ‘samenkomst’ gaat het om een ontmoeting van de gemeenschap met de Heilige en Levende God. Het is een ‘event’. In de liturgie wordt Gods verhaal met deze wereld neergezet. ‘Worship does God’s story’ (Webber). De kerkgangers worden opgenomen en meegenomen in dit verhaal. Ze worden deelnemers.
Ontmoeting is het kernwoord. Maar er is pas sprake van een ontmoeting als je jezelf geeft. Beleving en participatie komen er in mee. Maar menig kerkganger beleeft helemaal niet zo veel aan een kerkdienst. Hij blijft op de tribune zitten. De vraag is: hoe komen kerkgangers de tribune af en worden ze van toeschouwers deelnemers?
Tijdens een Pinksterdienst wreven de kerkgangers zich in de handen tijdens het lezen van Handelingen 2. Er klonk daardoor geluid als van wind en … men kreeg het er warm van.
Zintuigen en liturgie
De SEM’s van Schmitt vormen een goede bril om naar vieringen te kijken. Deze bril laat goed zien hoe het met het beleveniskarakter zit. Dat wil niet zeggen dat er altijd sprake moet zijn van spektakel. Een verstilde vesper in het koor van een oude kerk is beslist geen spektakel, maar kan voor de aanwezigen wel een (intieme) belevenis zijn. Ook bij een doortimmerde exegetische preek kunnen de hoorders op het puntje van hun stoel zitten. Het gaat niet om het spectaculaire, maar om de betrokkenheid van de hele mens.
Geloven is iets van de hele persoon. Jezus zegt: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand’ (Matteüs 22:37). Je kunt zeggen: het gaat om hoofd, hart en handen. Het model van Schmitt helpt om te kijken of de hele mens wel voldoende worden aangesproken. De vijf SEM’s zou je kunnen zien als poorten naar de ziel. Worden onze zintuigen als toegangswegen naar de ziel wel voldoende benut?
Nu is het opvallend dat bij sacramenten als Doop, Avondmaal en Zalving meerdere zintuigen worden geprikkeld. Het is interessant om de sacramenten te bekijken met het model van Schmitt. Neem het Avondmaal. Je hoort de instellingswoorden klinken. Je ziet dat het brood wordt gebroken. Dan volgen er handelingen. Je doet iets. Je neemt het stukje brood aan. Daarna eet je het op. Je ruikt en je proeft. Daarna geef je de schaal met brood door aan de ander. Daarmee gebeurt iets in de relatie met die ander. En het kan gebeuren dat je ineens emotioneel wordt. Een sacrament, dat ons is aangereikt door de traditie van de kerk, heeft dus meer dan voldoende in zich om in onze huidige belevingscultuur tot een intense ervaring te worden.
Deelnemer worden
Daarnaast zijn er talloze andere mogelijkheden. Tijdens een Pinksterdienst wordt voor de preek een afbeelding vertoond van de Amerikaans-Chinese kunstenaar He Qi. De voorganger vraagt om stil te worden en eens goed te kijken. Na een paar minuten van geconcentreerde stilte gaat de predikant de kerk rond met de microfoon en vraagt: ‘Wat heb je gezien?’ De antwoorden zijn verrassend verschillend.
In de preek speelt de afbeelding een grote rol. De kerkgangers luisteren door het voorafgaande zeer aandachtig. Door het gebruik van deze afbeelding wordt niet alleen een beroep gedaan op kijkvermogen, ook worden de aanwezigen tot participanten. De toeschouwers worden uitgenodigd om deelnemer te worden. Omdat de verbeeldingskracht wordt aangesproken wordt het voor velen tot een belevenis.
Nu geldt dat niet voor iedereen. De specifieke stijl van deze kunstenaar spreekt niet iedereen aan. Er zijn mensen die er direct voor vallen, anderen haken meteen af. Dit is een gegeven. Door meer zintuigen te prikkelen gaat ook iets als ‘smaak’ spelen. Dat is trouwens altijd zo, maar door een dergelijke afbeelding wordt dat meer expliciet. Voor mij is dat geen reden om het niet te doen.
Daarnaast speelt er ook nog zoiets als cultureel profiel. Niet iedereen is gewend om een museum te bezoeken of om naar een klassiek concert te gaan. Dat geldt waarschijnlijk maar voor twintig procent van onze mensen. Het is goed om je bewust te zijn van de culturele bagage van de hoorders. Welke afbeeldingen kies ik? En weet ik wat aanspreekt en wat niet bij mijn doelgroep? Mainstream of meer elitair? Wil ik mijn ‘hoorders’ tegemoetkomen of juist uitdagen? Het kan een kwestie zijn van aanhaken of afhaken.
Stopcontacten
Hoe kunnen we bereiken dat kerkgangers van de tribune afkomen en het komt tot een daadwerkelijke ontmoeting met de Eeuwige? Uiteraard is dit te niet ‘regelen’. Of de Geest gaat waaien hebben we niet de hand. We kunnen wel de Geest doven. Om het positief te zeggen: we kunnen wel de voorwaarden scheppen opdat mensen in hun diepste innerlijk geraakt worden.
Ik raak er steeds meer van overtuigd dat een van die voorwaarden is dat zoveel mogelijk zintuigen geprikkeld worden. Anselm Grün stelt:
‘Als God voor ons mensen slechts binnen onze wereld te ervaren is, dan kan Hij alleen via onze zintuigen worden ervaren. Dus is het nodig dat wij onze zintuigen scherpen om God op het spoor te komen. Mensen die klagen dat ze niets van God bespeuren, zijn meestal niet in contact met hun zintuigen.’ (Grün, 70)
Onze zintuigen zijn als het ware stopcontacten waarmee we in verbinding met God kunnen komen. Maar veel van die stopcontacten blijven ongebruikt. Daarom heb ik altijd de SEM’s van Schmitt voor ogen als ik een viering voorbereid.
In de Bijbel mag dan wel staan dat het geloof uit het gehoor is, maar ik denk dat daarmee bedoeld is dat het geloof van buiten komt. Het wordt ons aangezegd, het wordt ons van buitenaf aangereikt. En via onze zintuigen bereikt het onze ziel. En daarom wil ik zoveel mogelijk zintuigen als toegangswegen naar de ziel prikkelen. In het evangelie staat dat Jezus niet zonder beelden tot de menigte sprak (Matteüs 13:34). Onze vieringen zouden wel wat meer mogen hebben van moderne musea waar sprake is onderdompelende participatie.
Literatuur
Anselm Grün, God ervaren, Kampen, 2002
Miranda Klaver, This Is My Desire, a semiotic perspective on Conversion in an Evangelical Seeker Church and a Pentecostal Church in the Netherlands, Amsterdam, 2011
Bernd H. Schmitt, Experiential Marketing: How to Get Customers to Sense, Feel, Think, Act, Relate, New York, 1999
Jan van der Stoep, Roel Kuiper, Timon Rademaker (redactie), Alles wat je hart begeert? Christelijke oriëntatie in een op beleving gerichte cultuur, Amsterdam, 2010