Menu

Basis

Zoeter dan rozen en oranjebloesems

Geurhistoricus Caro Verbeek onderzoekt geuren en hoe mensen daarop reageren. Vooral geuren uit het verleden. Ze gebruikt haar neus om goed te ruiken aan oude dingen – parfumflessen bijvoorbeeld; ze probeert geuren opnieuw samen te stellen; en ze spoort ‘neusgetuigeverslagen’ op, waarin mensen geuren beschrijven.

Esther van der Panne is eindredacteur van Open Deur

Als Caro Verbeek lezingen geeft, neemt ze altijd geuren mee om te verspreiden. Ze vindt het mooi om te zien hoe mensen daarop reageren: ‘Mensen worden er heel loslippig van, durven ineens van alles te delen. Zelfs verlegen mensen – iedereen gaat praten. Soms gaan mensen huilen omdat een geur hele vroege, vergeten herinneringen omhoog doet komen.’ Geuren roepen direct hele sterke emotionele ervaringen of herinneringen op.

‘Als jij een geur ruikt, doet die je denken aan de eerste keer dat je die rook en aan de sfeer die er toen hing. Dus stel dat je vader je in de hoek zette terwijl je niets had gedaan. En hij rook naar een bepaalde aftershave. Dan is dat de geur van onrechtvaardigheid voor jou. Die associatie gaat nooit meer weg. Zo waanzinnig krachtig werken geuren dus. Die directe ervaring van de reuk heeft er in de 18e eeuw voor gezorgd dat reuk als een ‘laag’ zintuig werd gezien. Denkers als Kant en Hegel associeerden de reuk met het kinderlijke, dierlijke, erotische – alles wat niet beschaafd was. Er kwam immers geen denkkracht, geen beschouwing bij te pas.’

4711

Het boeit Caro hoezeer associaties met geuren kunnen verschillen – per persoon, maar ook per tijdvak en cultuur. Ze laat me 4711 ruiken, eau de cologne. ‘Ik vind dit de meest fascinerende geur op aarde. Hij roept bij iedereen herinneringen op, al bijna 300 jaar lang. Wij ruiken onze oma, Napoleon rook veldslagen. 4711 kwam op de markt als een wondermiddel, dat je innam, op je slapen wreef, op kleine wondjes. Napoleon overgoot zich er dagelijks mee.

Evolutionair gezien zijn geuren er om ons te waarschuwen voor gevaar. Gevaarlijke geuren vallen ons op, ruiken we bewust. Of een geur je aantrekt of afstoot, ontstaat pas daarna op basis van herinnering en emotie die je eraan koppelt. Er is maar een enkele geur waarvan de afkeer aangeboren is: die van ontbinding, en van sommige schimmels. Daarbij trekt een baby al een vies gezicht.’

Beerputten en open riolen

‘Wij vinden het nu vaak lastig om geuren te beschrijven. Maar vroeger waren geuren van belang om te overleven of om sociaal en cultureel te functioneren. Dan moet je ze ook kunnen omschrijven. Zo waren er in het 18e -eeuwse Parijs heel veel woorden voor geuren. Beerputten, open riolen, dode dieren die in de rivier werden gegooid, brachten allemaal geuren met zich mee die ziektes konden verspreiden.

In onze ‘gedeodoriseerde’, ont-geurde maatschappij lijkt het minder belangrijk om geuren te benoemen. Maar ik weet zeker dat mensen voortdurend beslissingen nemen op basis van geuren, zonder dat ze zich daarvan bewust zijn: partnerkeuze, ergens een unheimisch gevoel krijgen en weggaan, iemand direct mogen…

Onze sociale relaties worden heel erg bepaald en bevestigd door geuren. Als je je geliefde ruikt, weet je: ah, dit is mijn geliefde en voel je je direct verbonden. Ik denk ook dat je het meteen merkt als iemand ánders ruikt. Dat er dan iets aan de hand is, dat iemand ziek is.’

‘Wij hebben het idee dat we neutraal ruiken, maar onze shampoo heeft een geur, onze douchegel, onze wasverzachter… Het is een kermis aan geuren.’

TABOE OP LICHAAMSGEUR

‘Als iemand in jouw ogen niet goed ruikt, is het heel moeilijk om sympathie voor hem of haar op te brengen. Toch is het ook cultureel bepaald wat wij een vieze geur vinden. Het is niet die zwerver die vies ruikt, het is onze maatschappij die ons heeft geleerd dat je op een bepaalde manier moet ruiken. Zo rond 1900 ontstonden nieuwe regels voor hoe je zou moeten ruiken. Toen gingen alle lagen van de bevolking zich deodoriseren en werd het taboe op lichaamsgeur alleen maar groter. Dat werd natuurlijk ook ingegeven door de commercie. Geurstoffen werden steeds goedkoper. De eau de cologne die eerst alleen voor de adel was en daarna voor de burgerij, kwam voor iedereen beschikbaar.’

GEUR DER HEILIGHEID

Geuren worden vaak genoemd in de Bijbel. En al honderden jaren lang worden geuren in verband gebracht met God en het goddelijke. Caro vertelt over ‘de geur der heiligheid’: ‘De beroemdste heilige die leefde en stierf in die geur der heiligheid was Teresa d’Ávila. Mensen kwamen van heinde en verre om haar te ruiken en dicht bij haar te zijn. Haar tuinman heeft haar geur ooit omschreven als ‘zoeter dan de rozen en oranjebloesems uit de tuin’. Een wetenschappelijke verklaring voor die zoete geur is dat mensen die aan ascese doen, die nauwelijks eten en drinken, suikerziekte kunnen ontwikkelen. Dan wasem je een heel zoete adem uit en na de dood gaat het lichaam zoet ruiken. Die zoete geur werd vroeger gekoppeld aan de reinheid van de ziel en als de meest heerlijke geur ervaren. Want zoet was zeldzaam. Zoetheid was al sinds het vroege christendom de geur van heiligheid. In het Nieuwe Testament lees je dat Jezus bij zijn geboorte zoete geurige geschenken krijgt: mirre en wierook.’

OPSTIJGEND GEBED

‘Geur speelde ook een rol bij het offeren aan God. Dat was al zo bij de oude Egyptenaren. Hoe communiceer je met God? Niet met taal, maar met geuren. Want geuren zijn onzichtbaar en ongrijpbaar, net als het goddelijke. Geuren werden altijd geofferd aan God door rook, ‘per fumum’ in het Latijn. Rook stijgt natuurlijk op. Dat is nog een kenmerk waardoor geur als goddelijk werd gezien. Je hebt een vaste stof, zoals mirre of wierook, en als je die aansteekt, gaat hij roken en verandert in iets immaterieels. De geur brengt je ook meteen in een andere sfeer. Het reukoffer is echt tweerichtingsverkeer, dat vind ik mooi: Mensen sturen reukoffers naar God. En God stuurt de geur der heiligheid terug of geuren van planten. De oude Grieken dachten: planten die heel lekker ruiken, zijn door de goden gezonden. Er zit een stukje goddelijkheid in die plant.

In de katholieke kerk wordt nog steeds wierook gebruikt. Ik denk dat veel mensen niet meer weten dat het een opstijgend gebed was. En dat dat werd gezien als directer en sterker dan het gesproken gebed. Heel vaak lees ik: wierook symboliseert een gebed, maar het is andersom: het gesproken gebed symboliseert het geurige gebed!’

STERK EN ZOET

Waarom is wierook zo belangrijk?

‘De geur van wierook heeft een sterke, zoete kwaliteit. Verder kun je het gemakkelijk branden. De rook zorgt ervoor dat de geur zich over een groot oppervlak verspreidt en de geur blijft goed hangen. Die kun je na eeuwen nog ruiken. Je kunt het vergelijken met een groot schilderij met hele heldere kleuren. Dat maakt natuurlijk meer indruk dan een heel klein schilderijtje.

In de katholieke kerk was er nog een reden om wierook te gebruiken: tegen de ‘rijke stinkerds’ die begraven lagen in de kerk. De wierook maskeerde niet alleen de lijkenlucht, maar maakte de lucht daadwerkelijk gezonder. Want wierook werkt ontsmettend.’

NARDUS

Caro laat me wierook en mirre ruiken. Maar de meest bijzondere geur heeft ze voor het laatst bewaard. ‘Dit vind ik zelf de allermooiste: nardus, de geur van de olie die Maria van Bethanië gebruikte om Jezus te zalven. Als ik dit verspreid tijdens een lezing, duikt de helft van de mensen weg: die denken aan zweetvoeten of kaas. De andere helft zegt: aards, zoet. Sommige mensen doet het aan valeriaan denken, andere aan eucalyptus. Het is een sterke, medicinale geur, met een zoete, rijke kwaliteit. Ontzettend intens.

Nardus was ontzettend duur in de tijd van Jezus. Een kruikje kostte een jaarinkomen. Dit gebruikte Maria van Bethanië om Jezus eer te betonen. Een geur die verbonden was met farao’s en koningen. Het hele huis rook naar nardus en iedereen snapte meteen dat er een heel hooggeplaatst iemand aanwezig moest zijn. Het was ook een geur waarmee je de doden zalfde. Dus Maria deed ook een profetie. Zij liet zien: Jezus gaat sterven.’

SAMENGEBALDE ZONNESTRALEN

Tot slot vraag ik Caro of er een geur is waar ze heel gelukkig van wordt.

‘Ja: oranjebloesem. Als ik dat ruik, heb ik het gevoel dat ik samengebalde zonnestralen ruik. Dat is ook zo, want die oranjebloesem heeft alleen maar kunnen groeien dankzij de zon. Alle citrusgeuren zijn door de geschiedenis heen ontzettend gewaardeerd, dat heb ik onderzocht. Deze plantenfamilie is natuurlijk niet gevaarlijk en de vruchten zijn heel gezond.’

De besamin: om een triest moment te verzachten

Aan het einde van de sabbat, de joodse rustdag, is het gewoonte om de geur van kruiden te inhaleren. Dit ‘Havdalah’-ritueel symboliseert de scheiding tussen de heilige tijd van de sabbat en de ‘gewone’ tijd van de andere dagen van de week. Het gaat terug op het reukoffer dat de priesters vroeger in de tempel brachten. Nu kan dit ritueel in de synagoge of thuis gedaan worden. Degene die het ritueel leidt neem een besamin-doos (waar de kruiden in zitten) in zijn of haar rechterhand en zegt de volgende zegenspreuk: ‘Baruch atah Hashem Elokeinu Melech ha-olam bore’ minei vesamim’ (Gezegend bent U, de Naam, onze G-d, Koning van het heelal, Die verschillende soorten geuren creëert). Daarna snuift hij of zij de geuren op en geeft de besamin door aan de anderen. Volgens de joodse traditie is de aangename geur bedoeld om het trieste moment te verzachten waarop je de extra ziel verliest, die iedere jood vergezelt tijdens de sabbat en weer verlaat zodra de sabbat voorbij is. Bovendien zou die geur voor een betere inademing zorgen en dat is van belang met het oog op de hardheid van de doordeweekse dagen die er aankomen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken