13. Gods eigen coalitie
Zie ook
Zacharia 6:9 – 15
Wat zijn visioenen? Mijmeringen van een romantische ziel? Een agenda voor hoe de wereld opnieuw moet worden ingericht? Hoe moet de jonge Joodse gemeen¬schap die visioenen van Zacharia uitleggen, nu zij langzamerhand weer opstaat na de deportaties door de Babyloniërs? Hoe krijgt God voet aan de grond tussen de mensen? Ook voor christenen een klassieke vraag. Maar de bijbel is geen erg vroom boek en al evenmin erg fanatiek, al hebben de spelers in (en met) het boek soms generaties nodig om dat te ontdekken. Het boek is meer een pleidooi voor hoop-volle alledaagsheid.
Zacharia’s visioenen worden afgesloten met een op¬dracht van God: ik zie de mense-lijke religieuze gewoonten. Die maken we nu tot iets nieuws, iets hoop¬vols. Ballingen hebben hun eerbied behouden voor de plek van de verwoeste tempel die nu weer in aanbouw is. Ze komen als pelgrims hun gaven brengen, zoals dat hoort bij heilig¬dom¬men: traditie mag wat kosten. Hiermee stappen we uit de visioenen direct in het dage¬lijks bestaan van mensen. Ze worden bij name genoemd; zelfs hun gastheer in Jeruza¬lem wordt vermeld. Bij hen moet de profeet optreden: de traditionele gaven van goud en zilver in ontvangst nemen en daarmee iets nieuws doen. Niet eenvoudig toevoegen aan de rijkdommen van de tempel, nee, maak er een kroon van, is de opdracht.
9. JHWH sprak mij aan met de woorden:
10. ‘Er zijn gaven in ontvangst te nemen van de ballingen: van Cheldai, van Tobia en van Jedaja. Jij moet op die dag op weg gaan en je vervoegen bij het huis van Josia de zoon van Zefanja, waar zij vanuit Babel zijn aangekomen.
11. Neem daar in ontvangst goud en zilver; maak er een kroon van en plaats die onder het beheer van Jozua, de zoon van Jozadak, de hogepriester.
12. Zeg dan tegen hem: “Aldus heeft JHWH de God van de hemelmachten gezegd: Er verschijnt iemand met de naam “telg”, die tot bloei zal komen op de plek waar hij nu is en dan het tempelcomplex van JHWH gaat bouwen.
13. Hij is degene die het tempcomplex van JHWH zal bouwen en ook degene die koninklijke waardigheid zal dragen. Hij zal plaatsnemen en heersen op zijn eigen troon. Er zal ook een priester zijn op zijn eigen troon en tussen hen beiden zal er vreedzaam overleg zijn.
14. De kroon zal voor Chelem, Tobia en Jedaja en de zoon van Zefanja tot een gedenkteken zijn in het tempelcomplex van JHWH.” ’
15 “Mensen van ver zullen komen en bouwen aan het tempelcomplex van Jhwh. Dan zullen jullie beseffen dat Jhwh van de hemelmachten mij naar jullie heeft gezonden. Het gaat gebeuren, wanneer jullie luisteren naar de stem van Jhwh, jullie God.”
Het is druk in deze tekst. Niet alleen de pelgrims uit Babel spelen een rol in de opdracht aan de profeet, maar ook de hogepriester Jozua. De priester krijgt het beheer over de nieuwe kroon. Hijzelf wordt trouwens niet gekroond, zoals veel bijbel¬ver¬talingen zeggen. Vervolgens moet de profeet er nog een uitleg bij geven: er zal iemand komen die de wonderlijke naam ‘telg’ draagt. Dat is de nieuwe loot aan het huis van David, die we ook van andere profeten kennen en die al in Zacharia 3 werd genoemd in het visioen over de hogepriester Jozua. Hij zal regeren, koninklijke waardigheid krijgen en het hele tempelcomplex voltooien . Gaat het hier over Zerubbabel, de man uit het geslacht van David, die in het visioen van Zacharia 4 werd genoemd als grondlegger van de tempel? Het staat er niet bij. Vervolgens zal er ook nog een priester zijn (vers 13), die ook zal regeren. Is dat dan de hogepriester Jozua? Het staat er niet bij. Kan God niet wat concreter worden? Werk aan de winkel voor bijbeluitleggers: hoe concreet wil je het hebben?
Misschien is dat wel ons probleem, lezen alsof de bijbel een sudoku is waar we zelf de lege hokjes nog moeten invullen om de puzzel op te lossen. Zo gaat het vaak wel.
Uitleggers die evangelisch concreet willen zijn, nemen alvast de kortste weg naar het Nieuwe Testament: de beide ambten van koning en priester worden gecombineerd door Jezus. Zo wordt deze profetie van Zacharia een directe aankondiging in de lijn van Hebreeën 7. Maar betekenden profetische woorden dan niets voor mensen van toen in hun eigen bestaan? Heeft God alleen een eigen eeuwig plan?
Uitleggers die het wetenschappelijk concreet willen hebben, vullen de lege hokjes in door te zoeken naar de historische situatie. Waar is Zerubbabel gebleven? Heeft de Davidszoon de hoge verwachtingen als vorst en als tempelbouwer niet kunnen waar maken en is daarom zijn naam uit deze geschiedenis verdwenen? Dat zou best kunnen, er zijn wel aanwijzingen dat teksten zoals deze zijn bewerkt, maar heb je dan deze tekst ook uitgelegd? Bestaat God alleen in het religieuze verleden?
We moeten nog wel even doorlezen. Bijvoorbeeld: wat betekent die profetie van het ‘vreedzaam overleg’ tussen beide regeerders? En de kroon als herinneringsteken (vers 14)?
Laten we niet ergens anders zoeken dan bij het nieuwe dat God hier doet. De religieuze traditie van gewijde gaven wordt omgebogen naar hoop, ‘bekroond’ met uitzicht op een nieuw model van regeren. Profetische woorden over Gods eigen toekomstige coalitie van kerk en staat. De kroon van de koninklijke messias staat alvast als signaal klaar in de tempel, voor altijd verbonden aan de namen van de gulle gevers. Daar ging het toch om? Een toekomst voor mensen, voor hen die op weg gingen en gaan (vers 15) naar Jeruzalem?
Zeker, de geschiedenis is verder gegaan en ook anders gegaan, met teleurstellingen en met hoop, maar niet zonder God. Joden en christenen lezen Zacharia nog steeds, maar wel heel verschillend, omdat het uitmaakt of je verder leest samen met de rabbijnen of met de apostelen. Maar dat er een profeet nodig blijft om tradities bij te buigen en religieuze en politieke heersers tot vreedzaam overleg te brengen, dat is na Zacharia voor niemand van ons meer een verrassing.
Lees het volgende artikel in deze serie: 14. Houdt God eigenlijk wel van godsdienst?