Menu

Filters

Hoofdthema

Van onze redacties

Andere bronnen

Auteur

Rubriek

Soort materiaal

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Jaargang tijdschrift

Lidmaatschap

Premium

Van ondergang naar nieuw begin

In de diepte van zijn gevangenschap krijgt Jeremia ‘grote, wonderlijke’ dingen te horen van JHWH (33,3 – NBV21). Niet alleen hoort Jeremia over oordeel en ondergang, hij krijgt ook berichten over een hoopvolle toekomst. Heel nadrukkelijk wordt de Naam van JHWH tien keer genoemd. Ik moest hierbij denken aan Psalm 113,5-6: ‘Wie is als JHWH, die zeer hoog woont, die zeer laag neerziet?’ (NBG51). De beweging van ondergang en diepe pijn naar nieuw begin, genezing en vergeving (33,6.8) past helemaal in de Paasnacht.

Premium

‘Maar vernietigen zal Ik het niet’

‘Maar vernietigen zal Ik het niet.’ Deze woorden zijn het enige lichtpuntje in het tekstgedeelte van vandaag. Ze slaan op het land of op de aarde. De Statenvertaling geeft ze tussen haken weer: ‘(doch Ik zal geen voleinding maken)’ (4,27; vgl. 5,10.18). Jeremia verkondigt de net-niet-totale ondergang. Dat roept bij ons meteen de vraag op: is er redding mogelijk uit dit Armageddon? Geen vreemde vraag op Palmzondag, als we Hosanna roepen: ‘Red toch!’

Premium

Vreugde, vreugde, louter vreugde

‘Gaudete!’ is van oudsher de naam van de derde Adventszondag, afgeleid van de introïtus voor deze dag: ‘Gaudete in Domino semper. Iterum dico: Gaudete!’ (Fil. 4,4). Je zou verwachten dat in het alternatieve spoor dit gedeelte van Filippenzen 4 op de derde zondag geplaatst werd in plaats van op de vierde. Toch is nu voor de vierde Adventszondag gekozen. Valt dat op één of andere manier te rechtvaardigen of te verklaren?

Premium

Inkeer én verlangen

Met Psalm 85 opent de periode van Advent met een psalm van inkeer. In de eerste verzen wordt de Heer herinnerd aan zijn genadige omgang met het volk. Vervolgens klinkt in vers 5 een bede tot de Heer om terugkeer. Een bede die in vers 7 klinkt als de roep vanuit een ultieme diepte: ‘Breng ons weer tot leven.’ In vers 9 onderbreekt de psalmist zichzelf en schept hij ruimte voor woorden van vrede van de Heer zelf. Het is een vrede die samenhangt met recht doen. Die samenhang baant voor God de weg.

Premium

Het lied van mijn lief en zijn wijngaard

In Jesaja 5,1-7 zingt een geliefde in energieke, agrarische en beeldende taal. Taal die je in het boek Hooglied verwacht. Een wijnbouwer zwoegt zwetend voor zijn druiven. De oogst valt vies tegen. De bittere teleurstelling van de wijnbouwer slaat om in juridische taal van oordeel. Cultuur wordt verwildering, schepping wordt chaos. Ten slotte duidt Jesaja de metafoor en trekt deze door naar het geleefde leven: als je een liefdesband met de God van het recht aangaat, verwacht Hij recht. Maar Hij vindt onrecht.

Nieuwe boeken